Het is 14 mei 1940. Vier dagen eerder zijn Duitse troepen Nederland binnen gevallen.  Op veel plaatsen wordt hevig gevochten. Ook  in Rotterdam. Die ochtend ontvangen de Rotterdamse bevelhebber P.W. Scharroo en de Rotterdamse burgemeester P.J. Oud een ultimatum van de Duitsers. Als Rotterdam zich niet binnen twee uur overgeeft  zal de stad volledig vernietigd worden.

Er is snel een witte vlag nodig. Sergeant-majoor Van Ommering maakt thuis een vlag van een beddenlaken en een bezemsteel. Onderweg ziet hij een gewonde marinier. Haastig scheurt hij een reep stof van het laken en terwijl hij de man verbindt, spat er bloed op de witte lap.

De onderhandelingen over de capitulatie zijn nog gaande als om half twee ’s middags Duitse bommenwerpers Rotterdam bombarderen. Ongeveer 850 mensen vinden de dood en 80.000 worden dakloos. De volgende dag, op 15 mei 1940, geeft Nederland zich over.

De opgerolde capitulatievlag belandt in de meterkast van de familie Van Ommering. In 1980 schenkt de weduwe Van Ommering de vlag aan Museum Rotterdam.