Dienstplichtig soldaat
luitenant-ter-zee der 1e klasse H. Larive
1e luitenant der Infanterie
Wat gebeurde er nog meer
Soldaat Godefridus ‘Frits’ Franciscus Henderickx (1919-2010)
Frits Henderickx start in 1937 op 18-jarige leeftijd zijn studie aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. Het is zijn ambitie om kunstenaar te worden. De mobilisatie doorkruist echter zijn plannen. In 1939 ontvangt Frits Henderickx de oproep voor het vervullen van zijn dienstplicht.
Hij wordt ingedeeld bij een sectie Zware Mitrailleurs van het 4e Regiment Infanterie. Frits eenheid maakt deel uit van de Peeldivisie en ligt in de Peel-Raamstelling ter hoogte van Maarheeze. Gedurende de Meidagen sluiten de Duitsers zijn eenheid in en wordt Frits in krijgsgevangenschap naar Duitsland afgevoerd. Frits keert na drie weken terug naar Nederland en pakt zijn leven weer op.
In het voorjaar van 1943 moet hij zich echter wederom voor krijgsgevangenschap melden. Hij komt terecht in een werkkamp en is getuige van de verwoestende geallieerde bombardementen. Tot overmaat van ramp krijgt hij geelzucht en Pleuritis en belandt hij in een Duits veldhospitaal. Frits overleeft de oorlog ternauwernood en is sterk verzwakt als de Russen in april 1945 zijn kamp bevrijden. Uitgeput en gehuld in lompen keert Frits in mei 1945 terug in Nederland.
Een eigenzinnig marineofficier
Luitenant-ter-zee der 1e klasse E.T. (Hans) Larive wordt op 23 september 1915 geboren in Singapore. In 1934 meldt hij zich aan bij het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) waar hij als adelborst wordt opgeleid tot marineofficier. Na zijn afstuderen in 1937 bij het KIM vertrekt hij naar Nederlands-Indië.
In mei 1940, een paar dagen voor de Duitse inval, keert Larive terug uit Nederlands-Indië op de torpedobootjager Hr.Ms. Van Galen. Enkele dagen later bestookt hij op datzelfde schip vanaf de Nieuwe Waterweg op stoutmoedige wijze Duitse parachutisten. Na de capitulatie weigert hij de erewoordverklaring te tekenen met als consequentie dat hij in Duitse krijgsgevangenschap wordt gevoerd. Na diverse vluchtpogingen weet hij in 1941 succesvol te ontsnappen. Via Zwitserland, Barcelona en Gibraltar ontkomt hij naar Engeland.
Van 1942 tot 1944 vervult Larive de functie van commandant van het 9e Motor Torpedoboot (MTB) flottielje. Hoewel hij door sommigen als eigenzinnig wordt bestempeld, is Larive geliefd bij zijn ondergeschikten. In 1946 verlaatt Larive de marine en kiest hij voor een carrière bij de KLM en Shell. Larive wordt door zijn activiteiten gedurende de oorlog gedecoreerd als ridder der 4e klasse in de Militaire Willems-Orde. Tevens wordt hij twee maal gedecoreerd met het Bronzen Kruis en benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden. Groot-Brittannië verleent hem het Distinguished Service Cross (DSC).
Schrijver en historicus in veldgrijs
Freerks Charles Louis Raadsveld wordt op 12 oktober 1911 te Bergen op Zoom geboren. Op 3 oktober 1930 wordt hij ingelijfd als dienstplichtige bij het 3e Regiment Infanterie. In 1931 gaat hij over naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) als cadet voor het wapen der Infanterie. Raadsveld wordt in 1938 aangesteld als docent militaire geschiedenis en talen aan de School voor Reserve Officieren der Infanterie (SROI) op de Vloeddijkkazerne te Kampen. Concrete oorlogshandelingen gaan gedurende de meidagen van 1940 aan hem voorbij. Op 15 juli 1940 tekent hij, zoals het merendeel van de officieren, de erewoordverklaring en wordt hij met groot verlof gestuurd. In september 1940 meldt hij zich aan bij de Opbouwdienst waar hij betrokken is bij werkobjecten langs de IJssel tussen Kampen en Kateveer en bij Zwolle. Een half jaar later, in het voorjaar van 1941, komt hij bij de staf van het IVe district van de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) te Apeldoorn. In oktober 1941 dient hij hier zijn ontslag in en keert hij terug naar Kampen. Een half jaar later, op 15 mei 1942 roepen de Duitsers hem weer op en wordt hij onverwacht in Duitse krijgsgevangenschap gevoerd. De groep krijgsgevangen gemaakte beroepsofficieren waartoe Raadsveld behoort, komt eerst terecht in Oflag XIIIB Langwasser-Nürnberg. Drie maanden laten, in augustus 1942, wordt de groep overgebracht naar Stalag 371 Stanislau, een oude Habsburgse, later Poolse kazerne, ten zuiden van Lemberg (huidige Lviv, Oekraïne). In januari 1944 wordt Stanislau ontruimd en komt Raadsveld terecht in Oflag 67 Neubrandenburg, ten noorden van Berlijn. In de jaren van krijgsgevangenschap doden de officieren de tijd met studie, cabaret, sport, en kunstuitingen. De vele nagelaten dagboeken, foto’s en tekeningen getuigen hiervan. In april 1945 wordt Neubrandenburg door de Russen bevrijdt. Een maand later komt Raadsveld aan in Nederland bij het provisorisch ingerichte opvangcentrum te Glanerbrug, net over de Nederlandse grens bij Enschede. Vandaar reist hij door naar het ontvangstcentrum voor gerepatrieerden te Zeist. Kort hierna wordt hij toegevoegd als officier van de sectie XI, de Geschiedkundige Sectie, van het Hoofdbureau der Generale Staf. In april 1947 wordt Raadsveld bevorderd tot kapitein en toegevoegd aan de Nederlandse Militaire Missie bij de Geallieerde Bestuursraad in Berlijn. Raadsveld treedt hierbij op als vertegenwoordiger van de Krijgsgeschiedkundige Sectie van de Generale Staf en is daarbij belast met het opsporen van Duitse archieven.
Op 1 februari 1950 wordt Raadsveld eervol ontslagen uit de militaire dienst.