Afgehakte duivenpootjes
Uit de collectie van Museum Rotterdam/OorlogsVerzetsMuseum Rotterdam
Duivenpootjes met ring, ingeleverd bij de gemeente als bewijs dat een duif is doodgemaakt.
h 7 cm x b 3 cm
1942
Al in mei 1940 laat de bezetter per verordening weten dat alle post- en sierduiven gedood moeten worden. Duiven vliegen vrij rond en kunnen boodschappen brengen naar de geallieerden.
Een hevig protest van duivenbezitters – er zijn er 25.000 in Nederland – volgt, en dat helpt. De bezetter past de maatregel aan. Duiven mogen niet meer vrij vliegen en ze worden geregistreerd. Een speciaal opgerichte politie-eenheid houdt hier toezicht op: de Duivenbrigade. Op rondvliegende duiven wordt geschoten. De maatregel blijkt niet uitvoerbaar. Vanaf augustus 1942 moeten alle duivenbezitters toch hun duiven afmaken. De afgeknipte pootjes moeten ze als bewijs inleveren bij de gemeente.