Doodstraf tijdens April-Meistakingen
Uit de collectie van Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen
Aanplakbiljet van het eerste slachtoffer dat in Nederland standrechtelijk wordt geëxecuteerd.
h 30 cm x b 35 cm
1943
Op 29 april 1943 maakt Wehrmachtsbefehlshaber generaal Friedrich Christiansen bekend dat Nederlandse soldaten, die in mei 1940 meevechten tegen de binnengevallen Duitse bezetter, opnieuw krijgsgevangen worden gemaakt. Ze moeten in Duitsland werken in de industrie en de landbouw.
Er gaat een golf van woede door het land. In Hengelo begint bij de machinefabriek Stork een spontane proteststaking. Vervolgens breken in het land, behalve in enige steden in het westen, de April-Meistakingen uit. SS-chef Rauter probeert de acties met geweld te stoppen; hij kondigt het standrecht af.
De 20-jarige Jogchum van Zwol uit Leens, die zelf niet gestaakt heeft, is de eerste die standrechtelijk wordt geëxecuteerd. Op 1 mei 1943 wordt hij gefusilleerd in Groningen en op een nog altijd onbekende plaats begraven. Als zijn ongeruste vader een dag later naar Groningen fietst om hem te zoeken, stuit hij op een groep mannen rond dit aanplakbiljet. Hierop leest hij dat zijn zoon door de Duitse bezetter is geëxecuteerd. Deze massale verzetsactie in Nederland kost uiteindelijk 175 mensen het leven.