Truitje van hondenhaar
Uit de collectie van het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944 - 1945
Handgebreid kindertruitje, gemaakt van draden van gesponnen hondenhaar.
h 42 cm x b 43 cm
1944-1945
De kleine Liesbeth van Ogtrop woont tijdens de oorlog met haar broer Hein-Jan en ouders in Eemnes. De familie heeft een donkergrijze keeshond die luistert naar de naam Sten. Als Sten gekamd wordt, blijven bossen haar in de borstel achter. In de bitterkoude winter van 1944-1945 lijdt de familie Van Ogtrop geen honger dankzij de eigen teelt uit de moestuin, maar textiel, kolen en vele andere producten zijn bijzonder schaars. Liesbeths moeder komt op het idee de hondenharen van Sten, die ze jarenlang heeft opgespaard, opnieuw te gebruiken.
Een kennis spint voor haar een aantal kluwens wol en daarvan kan ze voor haar kleine dochter deze trui breien. Liesbeth vindt het nieuwe kledingstuk in het begin verschrikkelijk kriebelen, maar lekker warm is het wel. Ze heeft het truitje, zolang het haar past, graag en vaak aan, zeker als de wol door het vele wassen zacht is geworden.
De vader van Liesbeth is burgemeester van Eemnes. Na de inval van de Duitsers blijft hij aan als burgemeester. Tot bijna het einde van de oorlog zijn geen Duitse troepen gelegerd in Eemnes. Daardoor is het dorp een geschikte plaats voor onderduikers, waaronder piloten. Burgemeester Van Ogtrop helpt de onderduikers. Vanaf 22 april 1945 worden Duitse soldaten ingekwartierd in het huis van de familie Van Ogtrop.
Liesbeth Hövell van Ogtrop schenkt het truitje in 2004 aan het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945.