Video
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Het begint

Op 30 maart trekken Canadese troepen door de Achterhoek. De bevrijding van Oost- en Noord-Nederland is begonnen. De geallieerde troepen rukken snel op. De Duitsers trekken zich terug en bieden in het begin sporadisch weerstand. Sommige steden, zoals de IJsselsteden worden zwaarder verdedigd en daar laaien de gevechten weer op.

Een Poolse pantserdivisie doet ook mee aan de strijd en jaagt de Duitse troepen voor zich uit. Het offensief gaat voort. Veel geallieerde soldaten weten dat de oorlog eigenlijk al gewonnen is, maar ze kunnen nog elke dag sneuvelen of gewond raken. Het zijn rare en gevaarlijke weken.

Er is geen echt aaneengesloten front. De geallieerden stomen vooruit en drijven de Duitsers achteruit. Sommige plaatsen zijn bevrijd, terwijl een naastgelegen dorp nog moet wachten. De geallieerden waaieren niet over een breed front uit.

De bevrijding van Oost- en Noord-Nederland dient vooral om de flank van het hoofdleger te beveiligen. Dit leger heeft als doel dwars door Duitsland naar de Elbe op te rukken. Duitsland is het hoofddoel. Hierdoor krijgt West-Nederland, waar de Hongerwinter zijn sporen heeft nagelaten, geen prioriteit.

Het zou trouwen ook te veel troepen en materiaal kosten om West-Nederland te bevrijden. De omgeving van West-Nederland is te gevaarlijk voor de geallieerden. Er zijn door de Duitsers veel versterkingen aangebracht en door de sloten en vele stadjes en dorpjes is het vechten er moeilijk. Berekeningen van de geallieerden hebben uitgewezen dat het minimaal negen weken zou duren voordat West-Nederland bevrijd zou zijn. Eind mei op zijn vroegst. Dit zou voor de bevolking van dit gedeelte van Nederland een ramp zijn. Uiteindelijk is de opmars van de geallieerden zo voorspoedig verlopen dat een rechtstreekse aanval op West-Nederland niet nodig is.

Het offensief in Oost- en Noord-Nederland duurt tot begin mei. Delfzijl is één van de laatste bevrijde plaatsen. De Duitse verdediging heeft zich daar diep ingegraven om de Eems te verdedigen, maar ook deze plaats wordt door de geallieerden bevrijd.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb

Meer foto's
Britse troepen in Arnhem.
Bron: Beeldbank WO2 - NIOD
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Gelderland

Een klein deel van Gelderland is bevrijd voordat het laatste offensief van de geallieerden losbarst. Nijmegen is bijvoorbeeld al op 18 september 1944 bevrijd. Maar boven de Betuwe zijn nog grote delen van de provincie niet bevrijd en wacht nog de strijd.

De Achterhoek wordt eind maart, begin april door de geallieerden bevrijd. De Achterhoek ligt op de route van de Britten en Canadezen die naar het noorden en oosten oprukken. Het westelijkde deel van Gelderland moet nog twee weken wachten.

Op 11 en 13 april steken de geallieerden de IJssel over. De opmars naar westen kan beginnen. Op 15 april wordt Arnhem bevrijd. Tijdens de gevechten om deze stad wordt, de toch al gehavende stad, nog meer schade toegebracht.

De Veluwe is het volgende doel van de geallieerden. De Canadese commandant, Foulkes, heeft geen toestemming om West-Nederland aan te vallen. Hij moet halt houden bij de Grebbelinie die door de Duitsers is versterkt. De Duitse naam is de Pantherstellung.

De Veluwe wordt dorp voor dorp en stad voor stad bevrijd. Op 16 april wordt Ede bevrijd en op 17 april volgt Apeldoorn. Het IJsselmeer wordt op 19 april bij Nulde bereikt. De geallieerden hebben dan al zo’n 9000 krijgsgevangen gemaakt.

Veel Duitse soldaten weten ook te ontsnappen. Via Harderwijk varen 1000 Duitse soldaten met boten naar Amsterdam. Harderwijk wordt op 18 april bevrijd.

Het front komt op 19 april net voor Amersfoort en de Grebbelinie stil te liggen. In West-Nederland zitten 120.000 Duitse soldaten gevangen. Zij staan onder het commando van Kolonel-generaal Blaskowitz en hij is van plan om West-Nederland te verdedigen. De gesprekken over de overgave moeten nog plaats vinden.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb

Meer foto's
Poolse tank in Aalden.
Beeldbank WO2 - NIOD
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Drenthe

Drenthe is bevrijd door de Canadezen en de Polen, maar weinig mensen weten niet dat er ook Fransen en Belgen aan de bevrijding hebben bijgedragen. In de laatste dagen van de oorlog in Europa zijn hier parachutisten ingezet.

Coevorden wordt als eerste grote Drentse plaats op 5 april bevrijd. In het oosten van Drenthe gaat de opmars snel. Meer naar het westen gaat het wat langzamer. De geallieerden aan dat front bereiken rond 11 april Drenthe.

Ondertussen zijn er echter al wel geallieerde soldaten op Drents grondgebied. Het zijn Franse parachutisten van de SAS (Special Air Service). De SAS bestaat uit parachutisten die opgeleid zijn om achter vijandelijke linies operaties uit te voeren, zoals sabotage en overvallen. Tijden operatie Amherst krijgen zij andere taken. Zij moeten de Duitse verdediging ontregelen, bruggen en vliegvelden veroveren en het plaatselijke verzet stimuleren.

In de nacht van 7 op 8 april worden zij vooral boven Drenthe, in de driehoek Meppel-Emmen-Groningen, gedropt. Alle parachutisten moeten binnen 72 uur ontzet zijn. De Franse para’s weten veel verwarring te stichten en bruggen en wegen te bezetten. Zij vallen ook Duitse troepen aan zodat de bezetter geen gesloten front kan vormen. Het verzet en de plaatselijke bevolking helpen de para’s.

Een Belgisch regiment van de SAS maakt op 9 april aansluiting met de Franse SAS-troepen. Ook de eerste Canadese verkenningseenheden maken contact met de Fransen. Hoogeveen wordt op 11 april bevrijding en Assen volgt op 13 april.

De Franse para’s hebben in sommige gevallen tot zeven dagen moeten wachten voordat ze worden afgelost. Fors meer dan de geplande 72 uur dus. Dankzij de lokale bevolking en het verzet kunnen ze het volhouden. Ze doden 269 Duitsers, verwonden er 220 en nemen 187 Duitse soldaten krijgsgevangen. Zelf verliezen ze 29 man en raken 35 para’s gewond. 29 parachutisten zijn vermist.

Kamp Westerbork wordt op 12 april bevrijd. Er verblijven nog 876 gevangenen, waaronder 300 joden. De bevrijders worden met open armen ontvangen. De kampleiding is de dag ervoor al gevlucht. Op 5 mei vieren ze de nationale bevrijding in de villa van de kampcommandant. De nu bevrijde gevangenen moeten nog in het kamp blijven om medisch onderzocht te worden. Ook willen de Canadezen zeker weten dat er geen verraders rondlopen.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb

Foto
Geallieerde troepen rijden door Deventer.
Beeldbank WO2 - NIOD
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Overijssel

De eerste stad in Overijssel wordt op 1 april 1945 bevrijd. De laatste grote stad, Kampen, pas op 19 april. Drie operaties liggen aan deze bevrijding ten grondslag.

31 maart trekken Britse soldaten door Twente. Zij vormen de linkerflank van een groot offensief in Duitsland. Hierdoor bevrijden zij in de eerste dagen van april verschillende steden in Twente, zoals Hengelo en Enschede.

Canadese troepen volgen in het kielzog van de Britten en hebben als einddoel van hun operatie het noorden van Nederland. Zij trekken dwars door het oosten van Overijssel en bevrijden Almelo en Hardenberg. Zij stoppen bijna niet en drijven de Duitse troepen voor zich uit.

Een andere Canadese divisie trekt door het midden van Overijssel. Hierbij bevrijden zij onder meer Holten op 8 april en Ommen op 11 april. Zij hebben als einddoel Groningen.

Het westelijk deel van Overijssel moet het langst wachten. Hier trekken de geallieerden langs de IJssel noordwaarts. Deventer wordt op 10 april bevrijd, Zwolle op 14 april en Kampen op 19 april. Het einddoel van deze operatie is Leeuwarden en de Waddenzee.

Via deze drie routes is Overijssel dus bevrijd. Soms moeten de geallieerden strijd leveren om de dorpen en steden te bevrijden, maar de Duitse verdediging is niet opgewassen tegen de geallieerde overmacht.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb

Meer foto's
Canadese tanks in Bolsward vertrekken bijna naar de afsluitdijk
Beeldbank WO2 - NIOD
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Friesland

Leeuwarden wordt op 15 april 1945 bevrijd. De Canadezen rijden gelijk door naar de Waddenzee. Deze bereiken zij ook op 15 april. De Duitse troepen in het westen van het land zijn nu afgesneden. Het verzet van de Duitsers is alleen groot bij de Wonsstelling, aan de kop van de Afsluitdijk.

De snelle opmars is mede te danken aan het werk van de Binnenlandse Strijdkrachten. Zij hebben in de dagen voorafgaand aan de bevrijding veel werk verricht. Door hun werk blijven veel bruggen ongeschonden en kunnen de Canadezen doorrijden. Sommige plaatsen worden de Binnenlandse Strijdkracht, zonder hulp van de geallieerden, bevrijd.

In Harlingen richten de Duitsers grote schade aan. In de nacht van 15 op 16 april vernietigen zij schepen en bruggen. Op 16 april staan de Canadezen bij Harlingen en bombarderen zij de stad. ’s Avonds trekken zij de stad in en zien veel dronken Duitse soldaten. Op sommige plekken bieden deze dronken soldaten nog flinke weerstand.

Sneek wordt samen met Joure op 15 april bevrijd. Bolsward op 16 april en zo gaat het door. Alleen in de richting van de Afsluitdijk wordt felle weerstand geboden. Dit is de vluchtweg van de Duitsers. Er wordt geprobeerd om de Canadezen te vertragen zodat er zoveel mogelijk Duitsers kunnen vluchten. Maar ook hier wordt uiteindelijk de weerstand gebroken.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb

Meer foto's
Bevrijding van Groningen door de Canadezen.
Beeldbank WO2 - NIOD
Geallieerde opmars, 30 March 1945
Groningen

Om de stad Groningen is zwaar gevochten. Pas na een aantal dagen strijd is de stad bevrijd. Een andere stad waar fel om gevochten wordt is Delfzijl. Tot in mei bestrijden de partij in deze stad elkaar. Dan is ook de provincie Groningen bevrijd.

De Polen bevrijden stadskanaal op 11 april en Veendam op 13 april. Op 15 april wordt Winschoten bevrijd en rijden de Polen door naar de Dollard. De Polen verlaten hierna Nederland en worden elders in Noordwest-Europa ingezet.

Op 13 april komen de eerste Canadese troepen in de stad Groningen aan. Een buitenwijk wordt ingenomen. De verdedigende stellingen stellen hier niet veel voor. Veel Duitsers kijken of ze kunnen vluchten of zich over kunnen geven, maar niet alle Duitse soldaten. Een minderheid wil de stad verdedigen.

Op sommige plaatsen wordt de stad huis-voor-huis veroverd. De Duitse troepen zetten sluipschutters en machinegeweren in. De Canadezen willen geen artillerie inzetten omdat er nog veel inwoners van Groningen aanwezig zijn. De gevechten zijn chaotisch.

Op 16 april wordt de aanval op het centrum van de stad ingezet. De Grote Markt in Groningen wordt hierbij zwaar beschadigd. De geallieerden zijn lang bezig om alle Duitse weerstand op te ruimen. Op 16 april capituleert uiteindelijk de Duitse commandant in Groningen.

Rond Delfzijl bevinden zich eind april de laatste Duitse strijdkrachten die niet wensen op te geven. De Canadezen roepen op om de strijd te staken, maar zij krijgen geen antwoord.

Op 25 april wordt van twee kanten de aanval geopend op Delfzijl. Ongeveer 1500 Duitse soldaten verblijven hier nog. De stad is omringd met loopgraven, mijnenvelden, prikkeldraadversperringen en bunkers. De Canadese infanterie moet de kastanjes uit het vuur halen omdat het landschap niet geschikt is voor tanks en pantservoertuigen.

De eerste gevechten vinden plaats bij Holwierde en Nansum. Deze dorpen worden op 29 april bevrijd. De Canadezen worden bestookt met geschut van de kustbatterijen in de omgeving. De gevechten zijn erg zwaar.

Hierna wordt de aanval op Delfzijl ingezet. Nog steeds onder hevige Duitse weerstand. Delfzijl valt op 1 mei en Farmsum op 2 mei. Dit zijn de laatste gevechten op Nederlandse bodem.

Bron: De Bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de Flank. Door: Christ Klep en Ben Schoenmaker (redactie). Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. ISBN: 90-12-08191-2-geb