Herinneringen aan Iwan

De processen tegen John Demjanjuk

Reportage

door Margalith Kleijwegt – leesduur 9 minuten

 

Journalist Margalith Kleijwegt was in de jaren tachtig als verslaggever voor Vrij Nederland aanwezig bij het proces tegen John Demjanjuk in Israël. Hij stond daar terecht voor de misdaden die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in vernietigingskamp Treblinka zou hebben gepleegd. De getuigen wisten het zeker: John Demjanjuk was Iwan de Verschrikkelijke, de beul van Treblinka. Toch werd hij in 1993 vrijgesproken – de getuigen hadden het mis. Kleijwegt blikt terug op dit geruchtmakende proces en de rol die psycholoog en geheugenexpert Willem Wagenaar daarin speelde.

Jeruzalem 1987. Plaats van handeling: een grote theaterzaal. Op het podium zitten de aanklagers die het proces tegen John Demjanjuk zullen leiden. John Demjanjuk heeft, samen met zijn tolk, een plek recht tegenover hen. Buiten staan tientallen belangstellenden in de rij. Sommigen hebben zelfs de nacht op de straat voor het theater doorgebracht, in de hoop een plaatsje bij het proces te kunnen bemachtigen.

De volgepakte theaterzaal in Jeruzalem waar in 1987 het proces tegen John Demjanjuk van start ging. Foto: Israel Government Press Office

Demjanjuk wordt er op dat moment in de geschiedenis nog van verdacht Iwan de Verschrikkelijke te zijn: de beul van Treblinka. Een sadist die er genoegen in schepte Joden in elkaar te schoppen en de man die de motor van de gaskamer bediende. Iwan wordt verantwoordelijk gehouden voor de dood van 800.000 mensen.

In Israël ziet men het proces tegen Demjanjuk als een goede gelegenheid om de jeugd van Israël, 26 jaar na het proces tegen Eichmann, weer eens te kunnen laten zien op welke verschrikkingen hun land is gebouwd. Door dit proces zal niet alleen Israël, maar de hele wereld opnieuw herinnerd worden aan de misdaden uit de concentratiekampen. Maandenlang is Jeruzalem het toneel van indringende getuigenissen. De aanwezige overlevenden zijn er zeker van dat de man in het beklaagdenbankje de beul van Treblinka is en willen en kunnen het niet opbrengen om te twijfelen aan zijn schuld. Dat andere aanwezigen dat wel doen, leidt soms tot heftige confrontaties.

Een stipje op de kaart

Ik was erbij in 1987, als verslaggever voor weekblad Vrij Nederland, en werd getroffen door de intensiteit van het proces. Getuigen die dachten eindelijk genoegdoening te krijgen. Een man in de beklaagdenbank die volhield dat hij niet was wie ze dachten dat hij was. Al met al een heel trieste en soms ook absurde vertoning.

Een van de dingen die ik me herinner, is hoe het verhaal van Demjanjuk zelf een paar keer veranderde gedurende het proces, wat hem er niet geloofwaardiger op maakte. Eerst zei hij dat hij tijdens de oorlog met de Russen had gevochten tot hij door de Duitsers krijgsgevangene werd gemaakt. Daarna zei hij dat hij in de laatste dagen van de oorlog in het leger van generaal Andrej Vlasov diende, die zij aan zij met de Duitsers tegen het Rode Leger vocht. En eerder, toen hij vlak na de oorlog naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, had hij tegen de Amerikaanse autoriteiten beweerd dat hij in de oorlog boer in Sobibor was geweest, een stipje op de kaart, maar wel een stipje waar in 1942 en 1943 een van de meest beruchte vernietigingskampen had gestaan en dat louter en alleen om die reden bekendheid kreeg. In Amerika had Demjanjuk een verblijfsvergunning gekregen, waarna hij met zijn vrouw en drie kinderen een betrekkelijk onbezorgd bestaan in Cleveland leidde en jarenlang bij de Fordfabriek werkte.

Maar het proces tegen Demjanjuk ging voor een groot deel over de herinneringen van slachtoffers uit het kamp Treblinka. Alhoewel algemeen werd aangenomen dat Demjanjuk een kwalijke rol had gespeeld in de oorlog, rees er steeds meer twijfel of hij wel de beul van Treblinka was geweest. Zo kwam bijvoorbeeld het verhaal op tafel dat Demjanjuk in Sobibor had gezeten, vanwege een bewaard gebleven identiteitskaart waarop dit zwart op wit stond aangegeven. Tragisch genoeg overleefden maar een handjevol mensen dit kamp en was er, net als van Treblinka, zo goed als niets van overgebleven. Nog tijdens de oorlog waren de documenten en de gaskamers vernietigd en verbrand, omdat de nazi’s geen enkel spoor wilden nalaten. Dus was de rechtbank aangewezen op de herinneringen van slachtoffers, aan misdaden die meer dan veertig jaar eerder waren gepleegd.

Een fragment van de veelbesproken identiteitskaart van John Demjanjuk.

Willem Wagenaar

De koers van de verdediging van John Demjanjuk was steeds: proberen aan te tonen dat het geheugen van de slachtoffers na al die tijd onvoldoende betrouwbaar was. Een van de getuigen die de advocaten van Demjanjuk hierbij zouden helpen, was de internationaal erkende Nederlandse psycholoog en geheugenexpert Willem Albert Wagenaar. Die had van begin af aan grote twijfel geuit over de manier waarop de slachtoffers Demjanjuk via foto’s moesten identificeren. Hij hekelde de procedures die waren gevolgd. Sommige getuigen hadden van tevoren met elkaar gesproken en elkaar dus beïnvloed, stelde hij. Ook de manier waarop de foto’s werden gepresenteerd deugde niet: de foto van Demjanjuk was veel groter dan die van de anderen. Logisch, zei Wagenaar, dat ze die dan aanwijzen. Bovendien waren er buiten de vijf getuigen die zeiden Demjanjuk als Ivan te herkennen, ook een paar die hem níet herkenden.

Wagenaar werd door de verdediging bereid gevonden om naar Jeruzalem te komen en daar als getuige à décharge op te treden. Hij was niet de enige met bedenkingen bij de identificatiemethode, maar collega’s hadden koudwatervrees. Niet zo vreemd, want de verdediging van Demjanjuk was, om het zacht uit te drukken, nogal chaotisch. Zijn advocaten lagen voortdurend met elkaar overhoop en wisselden regelmatig. De getuigen die zij opriepen maakten weinig indruk, zoals bijvoorbeeld de psychologe die zou aantonen dat bepaalde fotomontages niet klopten. Toen bleek dat ze helemaal geen psychologe was, viel die blamage haar zo zwaar dat ze een zelfmoordpoging deed. Dergelijke missers zorgden ervoor dat het proces steeds meer een schertsvertoning werd.

Put met bloed

Ondanks Wagenaars pleidooi voor een objectievere, meer wetenschappelijke methode bij de foto-identificatie, gingen de rechters niet mee in zijn verhaal. Waarschijnlijk was hij zijn tijd vooruit, want de identificatieprocedure verloopt tegenwoordig zorgvuldiger. Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelde na het overlijden van Wagenaar in 2011 in De Groene Amsterdammer dat Wagenaar destijds onrecht was aangedaan. Het was moedig geweest van Wagenaar om in Jeruzalem te getuigen, aldus Draaisma, en zijn boek Identifying Ivan wordt terecht als een klassieker in de rechtspsychologie gezien.1

“Ik droom iedere nacht van Iwan de Verschrikkelijke”, zei Pinhas Epstein tijdens het Demjanjuk-proces. Epstein was 17 toen hij met zijn familie in Treblinka arriveerde. Zijn ouders werden meteen vermoord, maar hij bleef leven als ‘werkjood’. Hij moest de dode lichamen wegslepen en verbranden. Huilend, zijn hoofd in zijn handen, zei Epstein de man in het beklaagdenbankje als de beul van Treblinka te herkennen.

Voormalig vernietigingskamp Treblinka is tegenwoordig een gedenkplek. Tussen de 700.000 en 900.000 Joden werden hier in 1942 en 1943 vermoord. Foto: Adrian Grycuk op Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0 PL)

Getuige Eliyahu Rosenberg, zo beschrijft Gitta Sereny in haar uitgebreide artikel voor de Sunday Times in maart 1988, werd getart door de verdediging toen hij vertelde over een groep Joden die probeerde te ontsnappen. Waarom had hij hen niet geholpen? De wanhopige Rosenberg trilde over zijn hele lichaam. “‘Wat kon ik doen?’ Hij draaide zich om naar Demjanjuk en riep toen met schorre stem: ‘Vraag hem waarom ik niet kon helpen. Ik zou in een put met bloed zijn gegooid.’ ‘Je bent een leugenaar’, riep de verdachte terug. ‘Een leugenaar.’” Het was een van de weinige keren dat Demjanjuk emotie toonde.

Episodisch geheugen

Ikzelf begon als toeschouwer bij het proces steeds meer te twijfelen of Demjanjuk wel Iwan was. Maar mijn aarzeling was voor sommige andere aanwezigen taboe. Een verslaggever van een Israëlische krant was als overlevende van Auschwitz woedend toen ik mijn bedenkingen over de zin van het proces verwoordde. Rationele argumenten hadden bij zijn pijn geen zin.

Demjanjuk zelf zweeg vooral en glimlachte af en toe, en herhaalde keer op keer dat hij zich wat zich in het verleden had afgespeeld maar moeilijk kon herinneren. Hij kon of wilde niet uitleggen waarom hij na de oorlog had beweerd boer in Sobibor te zijn geweest.

“Waarom deed u dat?”, vroeg rechter Dov Levin vriendelijk. “Waarom noemde u Warschau niet, of een andere grote plaats. Hoe kwam u op Sobibor?” “Een leugentje om bestwil”, zei Demjanjuk. Die plek zou hem zijn ingefluisterd omdat er veel Oekraïners zaten. Dat was zo: zowel Treblinka als Sobibor draaide voor een groot deel op kampbeulen uit Oekraïne die onder het bevel van de nazi’s vielen en die in opleidingskamp Trawniki waren getraind. Maar er was natuurlijk ook die bewaard gebleven identiteitskaart, waarop stond dat Demjanjuk zelf in Trawniki was opgeleid en later naar Sobibor werd gestuurd. De kaart zou een grote rol gaan spelen in het Israëlische proces en ook later nog. Hiermee werd immers aangetoond dat hij tijdens de oorlog als kampbewaker actief was geweest, niet als boer.

Ik vroeg Wagenaar in 1987 wat hij van het falende geheugen van Demjanjuk vond. Hij gaf er een rationele verklaring voor. “Het geheugen bestaat uit episodes. Iedere keer dat je een verhaal uit het verleden vertelt, maak je een reconstructie en iedere keer komt daar een ander verhaal uit. Je vult gaten op in je herinnering, soms met feiten en soms niet. Mensen weten op het laatst niet meer wat ze zich herinneren en wat ze met nieuwe verhalen opvullen. De overlevenden spreken zichzelf ook af en toe tegen, dat heeft met dat episodisch geheugen te maken.”

Nebenkläger in München

Demjanjuk werd in april 1988 door de Israëlische rechtbank ter dood veroordeeld. In 1993 werd hij in hoger beroep vrijgesproken toen, na de val van de Muur, in de KGB-archieven bewijsmateriaal gevonden was waaruit kon worden opgemaakt dat hij Iwan de Verschrikkelijke niet kon zijn. Wel bleef het Trawniki-document waaruit bleek dat hij als kampbewaker was opgeleid hem achtervolgen. In 2002 concludeerde een federaal hof van beroep in Ohio, waar Demjanjuk inmiddels weer woonde, dat hij wel degelijk kampbewaker was geweest. In dat andere kamp: Sobibor. Hij werd in 2009 aan Duitsland uitgeleverd, waar directe familie van de omgebrachten zich als partij konden voegen in het proces te München. Als zogeheten Nebenkläger, ‘hulpofficieren van justitie’, mochten zij het woord voeren, stukken overleggen, getuigen oproepen, een requisitoir houden en een straf vorderen tijdens de rechtszaak.

München 2011. Demjanjuk wordt de rechtszaal binnen gereden, waar een bed klaarstaat voor het geval hij het rechtop zitten niet vol kan houden. Foto: AFP/ANP – Sebastian Widmann

In totaal waren er meer dan dertig Nebenkläger, onder wie 23 Nederlanders. De enkele overlevenden van Sobibor die tijdens het proces aan het woord kwamen, konden zich Demjanjuk niet (meer) herinneren.

Wagenaar werd dit keer niet als getuige opgeroepen, maar hij liet zijn stem wel horen. Dit keer via een opiniestuk in NRC Handelsblad, waarin hij beweerde dat het Trawniki-document niet deugde en dat er maar één procesuitkomst mogelijk was: Demjanjuk moest worden vrijgesproken.2

Snurkend in de rechtszaal

Ik was erbij in München. Het proces verliep minder emotioneel dan dat in Israël, 22 jaar eerder. Demjanjuk, inmiddels ver in de tachtig, lag op een bed met een zonnebril op. Soms snurkte hij. Wat er door de nabestaanden werd gezegd, leek hem niet te interesseren, terwijl zijn getuigenis – wat was er nu werkelijk gebeurd in dat kamp Sobibor? – voor de meeste nabestaanden veel belangrijker was dan een eventuele straf. Maar Demjanjuk koos er helaas voor zijn herinneringen niet te delen. Dat hield hij vol, tot het allerlaatst.

De Duitse rechtbank veroordeelde Demjanjuk in 2011 tot vijf jaar gevangenisstraf. Een jaar later, nog voor het hoger beroep begon, overleed hij in een Duits verzorgingstehuis.

Over de auteur

 

Margalith Kleijwegt

Margalith Kleijwegt is zelfstandig journaliste. Ze was jarenlang verbonden aan het weekblad Vrij Nederland en schrijft nu voor De Groene Amsterdammer. Ze publiceerde meerdere boeken, waaronder Onzichtbare ouders en Familie is alles, over het isolement van allochtone ouders en kinderen in Amsterdam-West. In 2016 publiceerde ze in opdracht van het ministerie van Onderwijs het veelbesproken rapport 2 werelden, 2 werkelijkheden over maatschappelijke spanningen in de klas.


Noten

1 Willm Albert Wagenaar, De Groene Amsterdammer, 2011.
2 Demjanjuk kan alleen maar worden vrijgesproken, NRC Handelsblad, 2011.


Verder lezen

  • Willem Wagenaar, Identifying Ivan: A Case Study in Legal Psychology, Harvard University Press, 1989.
  • Yoram Sheftel, The Demjanjuk Affair: The Rise and Fall of a Show-trial, Gollancz, 1994.
  • Johannes Houwink ten Cate, De werkzaamheden van Wachmann Iwan Demjanjuk (1940-1952), 2008.

Foto bovenaan pagina

John Demjanjuk tijdens het proces in Jeruzalem in 1987. Foto: ANP