April-meistakingen
Marum, 1943
Na de bekendmaking dat Nederlandse dienstplichtige mannen krijgsgevangen worden gemaakt,
breken overal in Nederland spontane stakingen en sabotage-acties uit.
Na een incident met een paar boomstammetjes die een weg in de omgeving van Marum blokkeren,
brengen de Duitsers 16 willekeurige mannen en jongens uit de buurt bijeen die dezelfde dag nog worden doodgeschoten.

foto’s en illustraties

Op 29 april 1943 maakt Wehrmachtbevelhebber Friedrich Christiansen bekend dat Nederlandse dienstplichtige mannen krijgsgevangen worden genomen. Eerder is al door de Duitsers het Polizei-Standgericht opgericht. Dit maakte het mogelijk om zogenaamde spoedvonnissen te voltrekken om hiermee snel op onrust te kunnen reageren.

Als reactie breken in april 1943 overal in Nederland spontane, ongeorganiseerde stakingen uit. De Duitsers schrikken enorm van het protest. Mede daardoor maken ze het politiestandrecht direct openbaar bekend. Werkweigering, samenscholen en verzet bieden aan de openbare macht kunnen vanaf dat moment reden zijn voor arrestatie en zelfs voor onmiddellijke executie. Ook in Marum en omgeving vinden stakingen en sabotages plaats. Daar worden onder andere boomstammen op de weg gelegd die leidt naar de nabijgelegen Duitse radarpost ‘Löwe’, waar Duitse militairen tevergeefs op bouwmaterialen wachten.

Nadat de Duitsers de boomstammen hebben laten weghalen, liggen ze er later weer. In reactie hierop brengen de Duitsers 16 willekeurige mannen en jongens uit de buurt bijeen, de jongste is 13 jaar oud. Ze drijven hen naar de radarpost.

Loop langzaam weg

Eeuwe de Jong (redt hiermee het leven van zijn 2 zonen)

Zonder de regels van het politiestandrecht in acht te nemen worden de mannen nog dezelfde dag doodgeschoten door leden van de Ordnungspolizei. Daarna gaan zij in de kantine van de radarpost lunchen. De lichamen worden in het geheim begraven bij het moerassige militair oefengebied De Appèlbergen. Na de oorlog worden ze herbegraven.