Erkenning is heel belangrijk voor getroffenen en nabestaanden, maar niet vanzelfsprekend. Tot op de dag van vandaag vragen sommige oorlogsgetroffenen om erkenning van hun leed of het leed dat hun (groot)ouders hebben doorstaan. Voor de Indische en Molukse gemeenschap kwam er in 2017 een brede ‘collectieve erkenning’ die onder andere leidde tot de oprichting van Museum Sophiahof in Den Haag. Niet iedereen vindt deze vorm van erkenning voldoende. Een ander voorbeeld is het besluit van de NS in 2018 om schadevergoedingen te betalen aan Joden, Sinti en Roma. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdiende de NS aan het transporteren van slachtoffers naar concentratiekampen. In de treinen zaten ook politieke gevangenen. Zij en hun nabestaanden strijden nog voor een gelijke behandeling. Ook andere groepen zoeken nog naar erkenning.