De plotselinge aandacht eind jaren zestig voor de psychische gevolgen van oorlog leidde niet alleen tot zorg voor het geestelijk welzijn van de slachtoffers. De overheid erkende ook dat ze de plicht had de getroffenen financieel te ondersteunen. Via een stelsel van oorlogswetten kregen steeds nieuwe groepen oorlogsgetroffenen erkenning. De uitkeringen waren voor de getroffenen niet alleen financieel van belang. Het was vooral ook een teken van maatschappelijke erkenning voor hun oorlogsverleden. Voor sommigen duurde het lang voor ze een dergelijke vorm van erkenning kregen, anderen zijn hier nog steeds mee bezig.