Rechtsstaat en politiek tijdens bezetting

Voor het eerst sinds de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden ondergaat Nederland met de Duitse bezetting een vreemde overheersing van het eigen grondgebied en de buitenwerkingstelling van de rechtsstaat. Dit leidt tot het verdwijnen van democratische instituties en de bescherming die dit burgers geeft. Met schijnrecht, rechteloosheid en willekeur als gevolg.

Nederlands-Indië, dat een lange geschiedenis van Nederlands koloniaal gezag kent, krijgt te maken met een Japanse bezetting.

Politieke partijen

Het parlement komt in de bezettingsjaren niet bijeen, terwijl de regering naar London is gevlucht. In 1941 worden alle politieke partijen behalve de NSB (Nationaal Socialistische Beweging) verboden. De bezetter schaft hiermee de democratie af....

Duits bestuur

Nederland komt na de capitulatie niet onder een militair, maar een burgerlijk Duits bestuur te staan. De Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart wordt aangesteld als Rijkscommissaris. Als Rijkscommissaris van Nederland neemt hij alle bevoegdheden van staatshoofd, ministerraad...

Burgemeesters in oorlogstijd

Tijdens de bezetting moeten de Nederlandse burgemeesters steeds weer keuzes maken. Aan de ene kant zijn zij burgervader en moeten zij opkomen voor de inwoners van hun gemeente. Aan de andere kant moeten zij zich...

Politie en Marechaussee

De politie van Nederland moet tijdens de bezetting ook voor de bezetter werken. Bijvoorbeeld in Amsterdam tijdens de razzia’s tegen Joden en voor de buitenbewaking van de gevangenkampen. Na de bevrijding blijft de smet van...

Kabinet en Koningshuis

Met de bezetting komt er een eind aan de monarchie en democratie in Nederland. Koningin Wilhelmina vertrekt op 13 mei 1940 naar Engeland, nadat Prinses Juliana, Prins Bernard en de prinsessen Beatrix en Irene de...