Aan het einde van de crisisjaren dertig worden in Noord- en Noordoost-Nederland kampen gebouwd om werkloze mannen te huisvesten. In 1941 ontruimt de bezetter een aantal van deze kampen om plaats te maken voor Joodse werklozen. Deze kampen zijn een voorportaal van kamp Westerbork, van waaruit Joden worden getransporteerd naar de vernietigingskampen in het oosten. Over het aantal werkkampen is nog altijd weinig bekend.