
18 december 1944
Ernstige voedseltekorten in het westen van Nederland
In december 1944 is in de grote steden van het westen van het land sprake van ernstige voedseltekorten. De zuigelingensterfte neemt tijdens deze ‘Hongerwinter’ flink toe. Op 18 december maakt de burgemeester van Utrecht bekend dat ten behoeve van de zuigelingenvoeding ‘zoetemelksche of Karnemelksche pap’ kan worden verkregen. Hiervoor moet wel een aantal bonnen voor beschuitbloem, suiker en melk worden ingeleverd.
Op 23 december 1944 verandert het weer drastisch. Een strenge winterperiode valt in met zeer nadelige gevolgen voor de toch al niet rooskleurige voedselsituatie in vooral de grote steden in het westen van het land. De binnenscheepvaart , in het bijzonder over het IJsselmeer, wordt er zeer door bemoeilijkt. De aanvoer van voedsel daalt aanvankelijk met 40%, begin januari nog eens met 30% en in de week van 8 tot 14 januari tenslotte nog eens met ruim 10%. Door de schaarste aan brandstof verdwijnt menig boom uit het straatbeeld.