Op 12 april bereiken Canadese bevrijdingstroepen het Joodse doorgangskamp Westerbork. Er verbleven toen nog 876 gevangenen, waaronder driehonderd Joden die na het laatste transport in het kamp achtergebleven waren. De anderen waren opgepakte onderduikers. Kampcommandant Gemmeker en andere SS’ers zijn op de geruchten van de komst van de Canadezen de dag ervoor richting Leeuwarden vertrokken. De Canadese tanks worden feestelijk onthaald. Enige dagen later arriveert Prins Bernhard, als commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten het kamp en onderhield zich met de gevangenen.