
13 september 1944
Het laatste transport vertrekt uit Westerbork
Op 13 september 1944 vertrekt het laatste transport vanuit kamp Westerbork. In deze trein richting Bergen-Belsen zitten ook de vijftig Joodse peuters en kleuters van het kampweeshuis. Omdat van de meesten de identiteit niet duidelijk is, staan zij op de transportlijsten aangeduid als ‘Gruppe Unbekannte Kinder’. Er bleven die dag ongeveer 500 gevangenen achter. Tijdens de bevrijding van Westerbork door de Canadezen zijn er nog 876 Joodse gevangenen in het kamp aanwezig. Tussen 15 juli 1942 en 13 september 1944 worden in totaal 107.000 mensen uit kamp Westerbork gedeporteerd. Hiervan overleven slechts 5.000 de oorlog. In totaal gingen 97 treinen vanuit Westerbork naar het oosten. De meeste gevangenen kwamen aan in Auschwitz-Birkenau. Ook reden er treinen naar Sobibor, Theresienstadt, Bergen-Belsen, Buchenwald en Ravensbrück. In Berlijn bepaalden SS-ers, onder leiding van Adolf Eichmann, wanneer de trein vertrok, waarnaartoe en hoeveel mensen mee moesten. De kampcommandant van Westerbork, Albert Konrad Gemmeker, is verantwoordelijk voor de transportlijsten. Het opstellen daarvan liet hij echter over aan de Joodse kampleiding. In het begin rijden twee treinen per week weg uit Westerbork. Vanaf maart 1943 één.