De Nederlandsche Unie, opgericht in juli 1940, wil een nieuwe brede nationale beweging zijn, los van het vooroorlogse verzuilde denken en bereid om met de bezetter samen te werken. De Unie is een groot succes. In een paar maanden tijd worden achthonderdduizend Nederlanders lid. Het merendeel van hen heeft echter een andere bedoeling dan alleen de Unie te steunen. Zij zien in het lidmaatschap een middel om tegenwicht te bieden aan de NSB en de bezetter. Het dragen van het Unie lidmaatschapsspeldje wordt al snel als een uiting van protest beschouwd. De bezetter verbiedt dan ook op 6 augustus 1941 het dragen van het insigne; het zou aanzetten tot ‘wanordelijkheden’.