10 juli 1944

Uitwisseling Duitsers uit Palestina en gevangenen Bergen-Belsen

Na jaren van onderdrukking en vele ontberingen komen op 10 juli 1944 222 Joden uit concentratiekamp Bergen-Belsen aan in de stad Haifa in het Brits-mandaatgebied Palestina. De groep mocht elf dagen daarvoor het kamp per trein verlaten en was uitgewisseld voor Duitsers die in Palestina verbleven.
Het idee voor een uitwisseling kwam van de Duitsers. Zij wilden graag zogenoemde Rijksduitsers in vijandelijk gebied terughalen naar Duitsland, waaronder een groep die in Palestina verbleef. Voor en tijdens de oorlog waren veel Joden die heel graag naar Palestina wilden verhuizen. Alleen kwam je Palestina niet zomaar binnen. Zo moest je een immigratie-certificaat hebben en Palestijns staatsburger of naaste familie daarvan (vrouw en kinderen) zijn. De personen die aan deze voorwaarden voldeden stonden op de zogenoemde Istanbullijst. De Britten wilden bij eventuele uitwisseling alleen dat de personen op de Istanbullijst in aanmerking kwamen voor een uitruil met Rijksduitsers. Echter bleek tijdens de onderhandelingen dat deze personen waren vermist of overleden. De Duitsers stelden daarom voor om gevangenen uit Bergen-Belsen uit te wisselen. Officieel zijn de Britten hiermee nooit akkoord gegaan en verplichtten ze de Duitsers om de vermiste personen op te sporen. De 222 Joden uit Bergen-Belsen vullen de plekken eigenlijk slechts tijdelijk op.