Mevrouw Rosetta Musaph-Andriesse is een pittige tante. Een pittige tante van 89 jaar maar liefst! Ze woont zelfstandig en rijdt nog auto. Haar iPhone en iMac zijn perfect gesynced en ze staat om 8 uur ’s ochtends op de tennisbaan. Ze werkt regelmatig in het Joods Historisch Museum want ze wil dat mensen haar verhaal horen. Over wat er is gebeurd met haar en de 140.000 andere Joden die voor de oorlog in Nederland woonden. Maar liefst 104.000 van deze mensen zijn na de oorlog niet teruggekomen. Rosetta wel.

Het verhaal van Rosetta

Rosetta was een jong meisje toen het gezin door de Duisters van Utrecht naar Amsterdam werd gestuurd. Het gezin kwam in een vreemde stad terecht, in een klein huisje, in een vreemde wijk. Rosetta moest van school af. Ze moest maar ‘iets praktisch’ gaan leren. Dat zou van pas kunnen komen, want de eerste Joden waren al naar een kamp gestuurd en als je dan een vak had, was dat misschien beter. Rosetta vertelt met lachende ogen: ‘ik ben een hele handige elektricien geworden.’

Ontsnapt aan de Duitsers

In juni 1943 was Rosetta bijna 16. Op een dag stonden de Duitsers voor de deur om het hele gezin op te pakken en naar een werkkamp te sturen. Rosetta verstopte zich in de kruipruimte van het huis en toen de stampende laarzen van de Duitsers weg waren, met haar hele familie, kwam ze ’s ochtends tevoorschijn: ‘Ik had helemaal niets. Geen geld, geen persoonsbewijs en ik was in Amsterdam waar ik niemand kende. Dus ik heb die verschrikkelijke ster van mijn kleding gehaald en de trein naar Utrecht gepakt, waar we eerst woonden. Ik had geen geld bij me dus ik heb zwartgereden. Ik kan me niet meer herinneren dat ik bang was om gepakt te worden. Ik deed wat ik moest doen.’

Verraden

‘Via via kreeg ik een onderduikadres. Maar ik zat er nog geen week en toen kwamen ze me halen. Ik weet nog steeds niet wie me verraden heeft. Ik kwam vervolgens snel in kamp Westerbork terecht en daar kwam ik mijn ouders tegen. Die hadden zoiets van “ben jij d’r ook weer.” Daar hebben we gezeten tot januari 1944 en van daar zijn we naar kamp Bergen-Belsen gegaan.’

 

 

Albulena (nu 18) ontmoet Rosetta (18 toen Nederland bevrijd werd) in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Daar praten ze over 18 zijn in de oorlog en 18 zijn nu.

Weet u nog waarmee u erg blij was zo kort na de bevrijding?

‘panty’s Dat was een nieuwe uitvinding en ze zaten in zo’n pakket uit Amerika en ik wist: die zijn voor mij!’

Zijn er momenten geweest dat u zich wel veilig voelde?

‘Nee. De Duitsers vielen in mei 1940 Nederland binnen en we hoorden dat ze op Joden jaagden. Ik heb me tot aan de bevrijding in 1945 geen enkele keer veilig gevoeld.’

Hoe was het leven als zeventienjarige in het kamp?

‘Ik herinner me maar weinig van hoe ik de dagen doorbracht. Er was geen school, ik heb niets geleerd. Ik was verschrikkelijk ziek al die tijd. Ik vocht met TBC, dus ik lag veel in bed. Maar als de vrouwelijke bewakers kwamen – verschrikkelijke mensen, nog erger dan de mannen- mochten ze dat niet zien. Ik moest doen alsof ik gezond was, anders namen ze je mee. En de appèls… We hebben uren op appèl gestaan. En ik maar vechten tegen de koorts die steeds in golven kwam. Ik ben tot 1950 onder behandeling geweest en toen was ik pas beter. Nu ben ik 89. (lachend) ‘ Ik had ook nooit verwacht dat ik zo ver zou komen!’.

 

Ik ben nu 18. Wat vindt u van deze tijd?

‘Het is nog nooit zo lang vrede geweest. En toch gaat het verkeerd: iedereen scheldt maar op mensen die anders zijn. In alle landen zie je dat mensen rechts worden. Het lijkt op de tijd vlak voor de oorlog. Alsof al deze jaren vrede en samenwerking er niet toe doen. Mensen schelden op hoofddoekjes: nou, ik heb vroeger ook nog wel eens hoofddoekjes gedragen. Waarom doen mensen daar zo moeilijk over? Dat zijn beeldschone meisjes, met een prachtige mond met tanden, prachtig mooi opgemaakt en alle kleertjes aan die jij en ik aan hebben. Ze hebben alleen een hoofddoekje op. Nou, erg hoor!’ We hebben nu in het Joods Historisch Museum een hele mooie tentoonstelling over vooroordelen, ga daar eens kijken!’

Wat zou u de jeugd van nu mee willen geven?

‘Denk goed over na wat het betekent om in een vrij land te leven. En heb het er ook met je vrienden over, waar ze ook geboren zijn, of waar ze ook vandaan komen. Je mag hier zeggen en kiezen wat je wil, je kan gaan en staan waar je wil, je hebt een centje om uit te geven en je hebt eten zoveel als je lust. Dus zorg ervoor dat je met je stem eraan bijdraagt dat dit land een mooi evenwichtig land blijft.’
Wil je meer verhalen horen van mensen die jong waren in de Tweede Wereldoorlog? Ga naar www.4en5mei.nl/jonginoorlog

Het kamp Bergen-Belsen

Bergen-Belsen was tijdens WO2 een concentratiekamp in Duitsland. Er zaten veel Joden opgesloten, maar ook homoseksuelen, Tsjechen, Polen, Roma, Sinti en christenen die tegen de nazi’s waren. In het kamp werden meer dan 70.000 mensen vermoord.

Face it!

De tentoonstelling Face It in het Joods Historisch Museum gaat over (voor)oordelen op het eerste gezicht en is echt de moeite waard. Je kan hem bezoeken tot en met 17 april 2017. Meer info: www.jck.nl