Volgens mij ligt vrijheid in ons land vooral in het verschil tussen moeten en mogen. Het kunnen kiezen. Allerlei omstandigheden kunnen die vrijheid beperken, je hoeft niet ooit keihard gekidnapt te zijn om het verschil te snappen. Ook de afwezigheid van oorlog duidt niet automatisch op de aanwezigheid van vrijheid, al wordt die denkfout vaak gemaakt.

Je omgeving en de omstandigheden waarin je verkeert, hoe op het eerste gezicht niet-hartverscheurendschokkendschandalig ook, zijn van grote invloed op de keuzes die je maakt of misschien wel meent te moeten maken. Het maakt ieders pakket aan obstakels en privileges anders, ieders mogelijkheden om te kunnen kiezen. Daarmee is, even realistisch als onrechtvaardig, ieders vrijheid anders. In het licht van wat ik hierboven uit probeer te leggen, vind ik ‘keuzevrijheid’ dan ook altijd een beetje een gek woord. Beetje dubbel.

‘Voor mij is er ook geen vrijheid zonder gelijkheid’

Vrijheid ís het kunnen kiezen, het mogen zijn zónder toestemming of goedkeuring van anderen. Het met volle overtuiging en overgave kunnen denken, zeggen en doen wat je wilt. Trouwens, ook het laten van wat je niet wilt, zonder het gevaar van agressie, geweld of sociale uitsluiting te moeten vrezen. Voor mij is er ook geen vrijheid zonder gelijkheid. Huidskleur, geslacht, geloof, geaardheid, opleidingsniveau, intellect, portemonnee of politieke overtuiging zouden nooit een verschil in de beoordeling van ons handelen mogen vormen. Onze verschillen zijn er om van elkaar te leren, niet om verschillende rechten en plichten te hebben. Vrijheid en gelijkheid zouden niets met identiteit te maken moeten hebben, er is geen enkele context die dat rechtvaardigt.

Vandaar dat we, vandaag de dag en heel dichtbij, onze vraagtekens kunnen stellen bij de verdeling van vrijheid in de samenleving die we met elkaar delen. En zonder concrete, veel te grote vragen op te werpen die ik zelf niet beantwoorden kan, wil ik jou er eentje stellen om voor jezelf te beantwoorden.

Wie zou jij zijn als je vrij was?

De vraag aan jezelf stellen is een verborgen vraag beantwoorden. Hoe vrij ben jij van aangeleerd, aangenomen, meegekregen, afgeleerd, opgelegd, wijsgemaakt, meegedaan, nagedaan, nagepraat en voorbedacht in plaats van zelf nagedacht? In plaats van ervaren, ondervonden en meegemaakt. En dan nog: hoe ‘waar’ is jouw ‘echt’? Hoe vrij ben jij van zaken buiten jezelf, hoe vrij ben jij van jou?

De enige werkelijke verandering die we kunnen bewerkstelligen, is de verandering die we leven. Zelf probeer ik te onthouden dat mijn vrijheid eindigt waar die van een ander begint. Zelf probeer ik de vragen in de vorige alinea zo nu en dan te beantwoorden, om mezelf in check te houden. Om dan afsluiten met de vraag: wie zou ik zijn als ik vrij was? De enige die zo’n vraag voor jou kan beantwoorden, ben jij. Da’s natuurlijk geen verplichting hè. De keuze is aan jou.