De twee gezichten van Anne Frank in China en Japan

Oorlog verbeeld

door Manya Koetse – leesduur 3 minuten

Zowel in China als in Japan is Anne Frank razend populair. De afgelopen jaren is er in beide landen een hernieuwde belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog, waarbij ook volop interesse is voor het verhaal van Anne Frank. Maar die heeft in Japan en China wel totaal verschillende achtergronden.

Anne Frank in Japan

Buiten Nederland zijn er weinig landen ter wereld waar Anne Frank zo bekend en geliefd is als in Japan. Al in het eerste jaar na publicatie ging haar dagboek er 100.000 keer over de toonbank. 65 jaar later waren er meer dan 6 miljoen boeken verkocht. Het boek wordt op scholen gelezen en staat in vrijwel elke Japanse bibliotheek.

Sinds de eerste Japanse vertaling van haar dagboek in 1952 zijn er in het land ook talrijke stripboeken, tekenfilms, romans en voorstellingen verschenen die op haar verhaal zijn gebaseerd. In Japan is in het Holocaust Kenniscentrum in Fukuyama zelfs een replica van de beroemde achterkamer te vinden. Hier werd in 2011 ook een witte paardenkastanje geplant – een nakomeling van de wereldberoemde boom waar Anne vanuit het Achterhuis uitzicht op had.

Een stekje van de Anne Frank boom is gepland op het terrein van het Holocaust Kenniscentrum in Fukuyama. Foto: Holocaust Education Center, Japan

De populariteit van Anne Frank in Japan is opmerkelijk. Niet alleen omdat het verhaal van Anne in cultureel opzicht ver van Japan af staat, maar vooral ook omdat Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog een bondgenoot was van de nazi’s. Binnen Azië, en ook in China, richtte het Japanse leger onnoemelijk veel leed aan en werden zogenaamde ‘troostmeisjes’ op grote schaal verkracht.

Toch zijn de gruweldaden van het Japanse leger nooit echt onderdeel geworden van de nationale collectieve herinneringen aan de oorlog onder het Japanse volk. De oorlogswreedheden hadden zich in het buitenland afgespeeld en de uitgezonden militairen die terugkeerden zwegen. Japan had de oorlog verloren, en het volk was zwaar getroffen door de verwoestende atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.

Het nationale ‘geheugenverlies’ ging samen met een overheersend slachtoffergevoel. Toen de economie van het naoorlogse Japan weer begon te bloeien, bouwde men aan een vreedzaam nationaal imago, waarbij het agressieve karakter van de oorlog veelal werd gebagatelliseerd.

Van Anne Frank tot Hello Kitty

Hoe de oorlog in Japan herinnerd wordt, zie je goed terug in de belangrijkste Japanse oorlogsmusea. Die belichten niet de agressie van Japan, maar zoomen in op het dagelijkse leven aan het thuisfront, hoe militairen zich opofferden en het leed dat veroorzaakt werd door de atoombommen.1  De populariteit van Anne Frank als Joods meisje dat omkwam in een Duits concentratiekamp is niet zo vreemd in het licht van deze Japanse herinneringscultuur.

Japan kende, in tegenstelling tot de Duitse bondgenoot, geen nationale antisemitische ideologie2 en vervolgde Joden niet op basis van ras of religie. Naast Anne Frank wordt ook het verhaal van de heldhaftige Chiune Sugihara, de Japanse diplomaat in Litouwen die in 1940 ruim 6000 gevluchte Joden het land uit hielp, uitgelicht in Japanse musea en oorlogsliteratuur.3

Een andere reden waarom Anne Frank juist in Japan zo populair werd, is omdat haar onschuld en tragische lot resoneren met het Japanse oorlogsthema van slachtofferschap, waarbij de vergelijking tussen Hiroshima en Auschwitz vaak wordt gemaakt. In het artikel ‘Van Anne Frank tot Hello Kitty’ (2014) beschrijft de Japanse schrijver en wetenschapper Norihiro Kato hoe Anne Frank in Japan niet alleen “het ultieme slachtoffer van WO II” symboliseert, maar ook is opgenomen in een populaire cultuur die draait om lieflijkheid en “schattigheid”, waardoor het eigen agressieve oorlogsverleden een ver-van-mijn-bed-show geworden is. De verhalen van de Japanse ‘troostmeisjes’ zijn nog steeds controversieel,4 het dagboek van Anne Frank is dat juist niet.

Tot slot heeft het succes van Anne Frank in Japan ook te maken met Annes open manier van schrijven, die vernieuwend was voor lezers in het naoorlogse conservatieve Japan. Een bijzonder detail is hoe Anne schreef over haar eerste menstruatie – destijds een taboeonderwerp – en hoe dat in de jaren zestig leidde tot de marketing van een Japans tampon- en maandverbandmerk genaamd Anne.5

Vier Japanse meisjes zijn in 1965 op een zogenaamde “Anne Frankreis” en in het Anne Frankhuis in Amsterdam ontmoeten zij Otto Frank en bekijken de Japanse uitgave van het Dagboek van Anne Frank. Foto: Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief

Joodse vluchtelingen in Shanghai

In buurland China is Het dagboek van Anne Frank niet zo populair als in Japan, maar ook daar wordt haar boek vandaag de dag goed verkocht via boekwinkels en digitale kanalen. Dat het dagboek niet bij iedereen even bekend is heeft mede te maken met het feit dat door het strenge culturele beleid onder Mao een eerste Chinese vertaling pas uitkwam in 1983.

Net als in Japan is er in China vooral de afgelopen twee decennia een hernieuwde interesse in de oorlog zichtbaar. Op scholen, in musea en in de staatsmedia wordt de nationale geschiedenis van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945), die in 1941 opging in de Tweede Wereldoorlog, op de voorgrond gezet.

De overheid benadrukt hoe het Chinese volk enorme offers heeft gebracht in de oorlog tegen Japan, en zo een cruciale bijdrage leverde in de wereldwijde strijd tegen het fascisme.6 Binnen die context is er recent meer aandacht gekomen voor de relatief onbekende geschiedenis van Joodse vluchtelingen die de Holocaust ontsnapten door naar Shanghai te vluchten.

Na de Kristallnacht van 1938 kwamen ongeveer 20.000 Europese Joden naar China, waarvan de meesten per boot in Shanghai arriveerden. Voor wanhopige Joodse vluchtelingen die zonder de juiste papieren geen toegang kregen tot andere landen, was de Chinese stad de beste toevluchthaven. In het getto van Shanghai was men veilig en ver verwijderd van de verschrikkingen in Europa. Joodse kinderen gingen naar school en konden vrij op straat spelen met hun Chinese vriendjes.

Stateloze Joden in Shanghai. Foto: Leo Baeck Institute

Een nieuwe interesse in Anne Frank is onderdeel van de opleving van deze Joods-Chinese geschiedenis.7 In 2007 werd het Shanghai Joods Vluchtelingen Museum geopend, waar later ook de expositie Anne Frank: Getuige van de Geschiedenis plaatsvond. Als onderdeel van een serie oorlogsboeken uitgegeven door het Chinese ministerie van Cultuur, kwam in 2015 een hernieuwde Chinese editie van Het dagboek van Anne Frank uit. Daarmee zijn er inmiddels meer dan 120 verschillende edities van het boek uitgegeven in de Volksrepubliek.

Amsterdam, Peking, Tokio

Zowel in Japan als in China sluit de populariteit van Anne Frank aan bij de eigen collectieve herinneringen aan een oorlog, waarbij in beide gevallen slachtofferschap centraal staat.

Juist omdat Anne buiten het Japanse oorlogsverleden staat kon zij in Japan zo succesvol worden. Haar leed was niet door Japan veroorzaakt, en haar verhaal past bij de overtuiging dat Joden en Japanners gezamenlijke slachtoffers van het twintigste-eeuwse kwaad zijn.8 In China zie je een heel andere beweging: hier wordt het verhaal van Anne juist binnen de context geplaatst van het eigen oorlogsverleden en de rol die China speelde in het helpen van duizenden Joden.

Uiteindelijk laat de populariteit van Anne Frank in deze landen vooral zien hoe universeel en multidimensionaal haar verhaal is, en dat de manier waarop het verteld en vertaald wordt ons waardevolle inzichten kan geven in de verschillende wijzen waarop de Tweede Wereldoorlog herdacht wordt, van hier tot aan Peking en Tokio.

Over de auteur

 

Manya Koetse

Manya Koetse is sinoloog en japanoloog (MPhil Universiteit Leiden) en hoofdredacteur van What’s on Weibo, een nieuwssite die inzicht geeft in Chinese maatschappelijke trends en sociale media.


Noten

1 Er zijn in Japan tientallen grotere en kleinere oorlogsmusea. De bekendste musea in Nagasaki en Hiroshima zijn vooral gefocust op de verwoestende impact van de atoombommen. Het door de staat gefinancierde Showa Museum richt zich vooral op het leven van gewone Japanners tijdens de oorlog. Bezoekers aan het Yushukan Oorlogsmuseum in Tokio kunnen onder meer brieven zien die achtergelaten werden door Japanse kamikazepiloten. Voor meer over hoe verschillend de Chinese en Japanse oorlogsmusea de eigen nationale oorlogsgeschiedenis belichten, zie o.a. Manya Koetse, ‘The ‘Magic’ of Memory: Chinese and Japanese Re-Remembrances of the Second Sino-Japanese War (1937-1945)’, MPhil Thesis Leiden University (2012).

2 Hoewel antisemitisme in Japan niet wijdverspreid was of is, bestaat het wel. Dat onderwerp kreeg opnieuw veel aandacht toen er in 2014 zo’n 300 exemplaren van Het Dagboek van Anne Frank vernield werden in openbare bibliotheken in Tokio. Voor meer over antisemitisme in Japan, zie o.a.  David Goodman en Masanori Miyazawa, Jews in the Japanese Mind (Lanham: Lexington Books, 2000).

3 Sugihara wordt ook wel de ‘Japanse Schindler’ genoemd, en het verhaal over deze Japanse consul die meer dan 6000 Joden redde van de Holocaust door het verstrekken van doorreisvisums voor Japan wordt vaak samen met het verhaal van Anne Frank verteld aan schoolkinderen in Japan. In 2015 werd een speciale Japanse expositie over de Holocaust gewijd aan Anne Frank en Sugihara. Voor meer over Japan en de Holocaust, zie o.a. Meron Medzini, Under the Shadow of the Rising Sun – Japan and the Jews During the Holocaust Era (Boston: Academic Studies Press, 2016).

4 De herinnering aan het massale seksuele geweld tegen vrouwen door het Japanse leger is nog zo controversieel dat de stad Osaka de band met zusterstad San Francisco verbrak nadat daar in 2018 een monument geplaatst werd ter nagedachtenis aan de ‘troostmeisjes’.

5 Zie o.a. Ilana Sichel, ‘The Japanese Tampon Named for Anne Frank’, Jewniverse / Jewish Telegraphic Agency (5 januari 2016).

6 Voor meer over hoe de Chinezen tot 1941 praktisch helemaal alleen vochten tegen de Japanners, zie o.a. Jenny Clegg, ‘Het verzwegen begin van de Tweede Wereldoorlog’, vertaald door China Square (2015),

7 Voor meer over de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Shanghai, zie o.a. Manya Koetse, ‘Jews in Shanghai: Memories of a Nearly Forgotten Community’, What’s on Weibo (2 oktober 2016).

8 Zie ook: Ian Buruma, ‘Het kwaad de schaduw van Auschwitz en Nanking’, De Groene Amsterdammer (1994).


Foto boven aan artikel

Chinese editie in paperback uit 2018. Bron: Aquaview Co. Ltd.