In de WO2-zoekmachine Oorlogsbronnen.nl komen miljoenen bronnen uit tientallen verschillende erfgoedcollecties samen. Iedere bron kent een eigen verhaal en achter elk verhaal schuilen verschillende bronnen. Onderzoek uitgelicht licht vanaf nu elke editie een bron uit die verband houdt met het besproken thema. Dit keer in ‘Oorlogsbron uitgelicht’: de heimelijk vastgelegde Joodse Ordedienst (OD) van Westerbork. Zijn leden van de OD slachtoffers, daders of al dan niet meewerkende omstanders? De bronnen laten zien dat op deze vraag – afhankelijk van tijd, plaats en perspectief – verschillende antwoorden gegeven kunnen worden.
De OD in Amsterdam
Op de ochtend van 20 juni 1943 werden Amsterdam-Zuid en een gedeelte van stadsdeel Oost afgesloten. Philip Mechanicus schreef die dag in zijn dagboek vanuit kamp Westerbork: “[…] onverwacht zijn vannacht om twee uur twintig leden van de Fliegende Kolonne en honderd van de OD opgeroepen en naar Amsterdam gezonden”.1 Daar hielp de OD bij een razzia, waarbij duizenden Joden werden opgepakt. De enige vorm van verzet voor zover bekend werd gepleegd door omwonenden die foto’s maakten en de razzia zo heimelijk vastlegden. Op deze clandestiene foto’s is de Joodse Ordedienst te herkennen aan de witte armbanden.
Van vluchteling naar ordehandhaver
De Ordedienst van Westerbork bestond in 1943 al enkele jaren. In 1939 bouwden Joods-Duitse vluchtelingen onder eigen leiding het Centraal Vluchtelingen Kamp Westerbork. Om deze kleine samenleving draaiende te houden, ontstonden er organisaties als een brandweer, die in de oorlogsjaren steeds meer taken kreeg toebedeeld. Toen het vluchtelingenkamp in 1942 veranderde in een doorgangskamp, zijn de taken van de Joodse Ordedienst onder nazileiding verder uitgebreid en werden de leden vrijgesteld (‘gesperrt’) van deportatie. Zo groeide deze groep uit tot bewakers binnen het kamp. Door andere kampbewoners werd de Ordedienst weleens de ‘Joodse SS’ genoemd, schrijft Mechanicus in zijn dagboek.2
De beroemde Westerbork-film over het leven in het kamp toont bijvoorbeeld hoe OD’ers treindeuren sluiten. Maar ook buiten het kamp werden leden van de OD regelmatig ingezet. Zo reisden OD’ers als het ‘Kommando Amsterdam’ meerdere keren naar de hoofdstad om daar ouderen en zieken uit ziekenhuizen, bejaardentehuizen of zelfs thuis af te halen. Ook zijn de patiënten van het psychiatrische ziekenhuis Het Apeldoornsche Bosch in januari 1943 met behulp van OD’ers op vrachtwagens gezet en vervolgens in treinen richting Auschwitz vervoerd, waar ze direct zijn gedood. Verschillende OD’ers waarschuwden in de nacht voorafgaand aan de ontruiming van Het Apeldoornsche Bosch het personeel over wat er komen ging – hun eigen vorm van verzet.
Razzia van 20 juni 1943
Tijdens de razzia van 20 juni, een van de laatste die in Amsterdam plaatsvond, werden in totaal 5550 mensen opgepakt. De OD begeleidde de opgepakte mensen naar het Muiderpoortstation, vanwaar ze ’s avonds vervoerd zijn naar Kamp Westerbork.[1] Mirjam Bolle, secretaresse voor de Joodse Raad, werd die dag op straat aangehouden. In haar brievendagboek schrijft ze op 8 juli 1943 over haar aankomst op het station: “Ik keek nog steeds om me heen, om te zien of ik kon ontsnappen, maar ik zag er geen kans.” Mirjam kwam samen met 2400 anderen terecht in de ingezette ‘beestenwagens’.3
“Het baatte ons niet haar rustig te krijgen”
Ernest Frank, zelf lid van de OD, schrijft in zijn dagboek over een eerdere vergelijkbare actie waarbij hij een bejaarde Joodse vrouw moest ophalen. Een Duitser schreeuwde haar boos toe dat zij haar huis moest verlaten. “Wij waren lijkbleek, en trilden van angst en woede bij zooveel vertoon van sadisme en gebulder”, vertelt Frank, die zich realiseerde dat het aan hem en de andere OD’er was de vrouw het huis uit te helpen. Zij weigerde echter mee te gaan. Frank: “Volkomen logisch zag ze in ons ook twee vijanden en baatte het ons niet, haar rustig te krijgen.”4 Uiteindelijk droegen de OD’ers de heftig protesterende en tegenstribbelende vrouw naar beneden.
In april 1943 verviel de Sperre van de OD’ers en waren zij niet langer uitgesloten van deportatie. Ruim een kwart van de OD’ers overleefde de oorlog. Het merendeel hiervan haalde de bevrijding in Westerbork.
Vervaging van grenzen
De uitgelichte bronnen illustreren de ingewikkelde dynamiek van de Holocaust. Kijkend naar de Joodse Ordedienst van kamp Westerbork vervagen de grenzen tussen dader, slachtoffer en omstander. Vanuit hun rol als slachtoffer kwamen de Ordedienstleden voor een onmogelijke keuze te staan: in ruil voor een Sperre meewerken aan razzia’s en het symbolisch sluiten van de deportatietreindeuren in kamp Westerbork. Een simpele indeling in slachtoffers, omstanders en daders gaat hier per definitie mank.
WO2-zoekmachine Oorlogsbronnen.nl
De collectie-portal Oorlogsbronnen.nl bevat miljoenen WO2-bronnen, onder meer over en van de Ordedienst. Naast een uitgebreider overzicht van foto’s van de razzia en andere dagboekfragmenten, zijn er ook interviews te vinden met OD’ers en met mensen die op 20 juni zijn opgepakt. Ook de Westerbork-film, kranten, persoonsgegevens en objecten zijn onderdeel van Oorlogsbronnen.nl.
Over Netwerk Oorlogsbronnen
Het Netwerk Oorlogsbronnen wordt gefaciliteerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en gefinancierd door het ministerie van VWS, vfonds en VSBfonds.
Noten:
1 Philip Mechanicus, In dépôt. Dagboek uit Westerbork, Amsterdam: Atheneum, 1978, p. 48-49.
2 Philip Mechanicus, In dépôt. Dagboek uit Westerbork, Amsterdam: Atheneum, 1978, p. 148.
3 Mirjam Bolle, Ik zal je beschrijven hoe een dag er hier uitziet. Dagboekbrieven uit Amsterdam, Westerbork en Bergen-Belsen, Amsterdam: Contact, 2003, p. 144. Het oorspronkelijke handschrift is terug te vinden op http://resolver.kb.nl/resolve?urn=urn:gvn:EVDO01:MMNIOD01-244_1480-2.
4 Ernest Elie Frank, ‘Dagboek 2’, Bio (manuscript, HCKW, in beheer van Herinneringscentrum Kamp Westerbork). Geciteerd uit: Frank van Riet, De bewakers van Westerbork, p. 162-1634 Frank van Riet, De bewakers van Westerbork, Amsterdam: Boom, 2016, p.164-165.