Verdriet moet stromen

Bij het thema

door Jackie June ter Heide – leesduur 4 minuten

Documentaires over de Tweede Wereldoorlog zijn meestal niet gemaakt om je te doen glimlachen. Toch overkwam me dit laatst bij Numbered, te zien op Netflix. Een tedere documentaire, waarin de laatste overlevenden van Auschwitz geïnterviewd worden over de betekenis van hun kampnummer. De documentaire gaat niet alleen over het kamp, maar ook over terugkeer en herstel. En, tot mijn verrassing, over de liefde. Een oud echtpaar vertelt innemend over de impact van hun eerste aanrakingen, in een Israëlische kibboets na de oorlog.

– Zij: Ik omhelsde hem en zijn reactie was heel ontroerend.
– Hij: Ik viel bijna flauw. (…) Het was een schok, ik schrok me dood.
– Zij: Ik kalmeerde hem en hij stond op. En toen kusten we elkaar voor het eerst, hè schat?
– Hij: Niemand had me gekust sinds mijn kinderjaren.
– Zij: Het was zo mooi. (…) Kijk, als we de liefde bedreven, waren we niet in Auschwitz.

Praten over dergelijke persoonlijke dingen is helemaal niet zo makkelijk, maar het gaat deze oude mensen goed af. Hun herinnering is zo mooi dat ik hen, tot mijn schande, bijna benijdde.

Scène uit de documentaire Numbered op Netflix. Foto: Netflix

Zwijgen of uitspreken

Dit nummer van WO2 Onderzoek uitgelicht gaat over de invloed van oorlogsdocumentaires op individuele en collectieve herinnering. Hoe krijg je mensen op een respectvolle manier voor de camera aan het praten? En hoe interpreteer je als kijker oorlogsbeelden? In vijf artikelen worden daar vanuit heel verschillende invalshoeken antwoorden op gegeven.

Uit het boeiende interview met documentairemakers Willy Lindwer, Jessica van Tijn en Pamela Sturhoofd blijkt dat zij worstelen met bovengenoemde vragen. Documentaires worden gemaakt als bijdrage aan de collectieve herinnering en verwerking. Maar moeten ooggetuigen praten, ook als ze liever zwijgen? Het interview gaat onder meer over een iconische scène uit de documentaire Shoah. Daarin overtuigt Claude Lanzmann kapper Abraham Bomba, die in Treblinka vrouwen knipte voor ze de gaskamers binnengingen, zijn verhaal af te maken wanneer hij stokt.

Eind jaren negentig wilde ik het negen uur durende Shoah graag helemaal zien en bracht toen een aantal middagen door in een klein televisiekamertje in het Joods Historisch Museum. Nu vond ik de scène met de kapper terug op YouTube. Hij knipt en vertelt tot hij niet meer verder kan. “Go on then,” zegt Lanzmann, “you must go. You have to. Please. We have to do it, you know it.”

De film van Lanzmann dient het collectief. Hij brengt schokkende ervaringen aan het licht. Maar is wat goed is voor het collectief, ook goed voor de kapper? Ook ik dring als therapeut bij patiënten erop aan dat ze hun verhaal vertellen, al is het niet publiekelijk. Verdriet moet stromen, anders maakt het je psychisch kapot. Maar anders dan Lanzmann heb ik er geen belang bij dat ze vertellen. Ik maak geen film en ik klaag niemand aan. Ik dien het belang van de patiënt, die wil kunnen leven met de herinneringen. En dat belang is primair individueel.

De missie van de filmmaker keert terug in het artikel van Roma Sendyka. Zij bespreekt hoe Lanzmann Poolse ooggetuigen in een mal drukte, nog versterkt door onzorgvuldigheid in de vertaling. Veel kijkers waren destijds geschokt door het latente Poolse antisemitisme dat uit Shoah sprak. Pools taalkundig onderzoek zal moeten uitwijzen of zij een andere indruk hadden gekregen als de getuigenissen zorgvuldiger vertaald waren.

Kritisch kijken

Ook geïnterviewden hebben hun missies. Het gesprek met historicus Stefanie Rauch behandelt onder meer de vraag hoe medeplichtigen zich presenteren wanneer ze voor de camera bevraagd worden over hun verleden. Hoe behouden ze een beeld van zichzelf als goed en integer? Onder andere door verantwoordelijkheid af te schuiven, zo blijkt.

Zo wordt iedereen ter verantwoording geroepen in dit nummer: filmmakers, gefilmden, vertalers en onderzoekers. En uiteindelijk ook kijkers. Documentaires en films over de Tweede Wereldoorlog willen de kijker aanzetten tot emotie – ontroering, verontwaardiging, respect. In de rubriek ‘Oorlogsbron uitgelicht’ wordt beschreven hoe Loe de Jong als scenarioschrijver bewondering wilde opwekken voor het Nederlandse verzet. Frank van Vree beschrijft hoe Duitse propagandabeelden, ooit gemaakt om de publieke opinie te manipuleren, nog steeds leidend zijn in de beeldvorming over de oorlog. Maar in wiens verhaal wordt de kijker dan eigenlijk meegenomen: dat van het slachtoffer of van de dader?

Geen avondje buizen op de bank dus, maar kritisch kijken. Toch wil ik dat niet altijd. Kritisch kijken is zo cerebraal. Het is ook fijn om gewoon mee te leven met het oude Joodse echtpaar en te geloven dat liefde zelfs de diepste wonden heelt.

Over de auteur

 

Jackie June ter Heide

Jackie June ter Heide werkt als klinisch psycholoog en senior onderzoeker bij ARQ | Centrum ’45.


Foto bovenaan artikel

Interview met Abraham Bomba (rechts). Scène uit de documentaire Shoah. Bron: United States Holocaust Memorial Museum