Belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog: wie en waarom?

Onderzoeksresultaten

door Sabrina de Regt – leesduur 8 minuten

Welke rol speelt de Tweede Wereldoorlog in de huidige Nederlandse samenleving? Het is deze vraag die centraal staat in het recent gepubliceerde Doelgroepenonderzoek waar ik als onderzoeker aan meewerkte. Geen nieuwe vraag natuurlijk, en dus hebben we bestaand onderzoek goed bestudeerd voordat we overgingen tot het verzamelen van nieuwe gegevens. Al snel werd duidelijk dat op dit gebied weliswaar al behoorlijk veel onderzoek is gedaan, maar toch ook enkele duidelijke hiaten bestaan. Zo kon het nieuwe Doelgroepenonderzoek verder graven waar eerdere studies ophielden.

Je kunt de belangstelling van de bevolking voor de Tweede Wereldoorlog natuurlijk op verschillende manieren onderzoeken. Je kunt nagaan in hoeverre mensen geïnteresseerd zijn. Je kunt uitvragen welke betekenis de oorlog voor hen heeft. Of je brengt in kaart of ze actief iets doen met de oorlogsgeschiedenis, bijvoorbeeld door deelname aan herdenkingen of door het bezoeken van oorlogsmusea. Eerdere onderzoeken focusten vaak op een van deze aspecten. In het Doelgroepenonderzoek onderzochten we ze alle drie in samenhang met elkaar.

Om de interesse in de oorlog te meten, vroegen we aan de hand van 25 deelthema’s wat Nederlanders exact interessant vinden aan deze oorlog en wat oninteressant. De bevrijding en het verzet blijken de thema’s die de meeste interesse opwekken. De interesse in de rol van Marokko, de Nederlandse Antillen, Suriname en Turkije tijdens de Tweede Wereldoorlog is daarentegen klein

Wat betreft de betekenis die men aan de oorlog hecht, vonden we dat veel Nederlanders menen dat er lessen te trekken zijn uit de oorlog en dat deze invloed heeft gehad op hun denken over vrijheid en mensenrechten. Ook vinden veel Nederlanders dat de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse identiteit gevormd heeft.

De oorlog leeft ook in de activiteiten die mensen ondernemen. Een groot percentage Nederlanders doet mee aan 4 en 5 mei, en meer dan een kwart gaf in het onderzoek aan dat zij in de afgelopen twee jaar een monument, museum, tentoonstelling of begraafplaats gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog hebben bezocht. Ook thuis blijken Nederlanders op verschillende manieren bezig met de oorlog. Ongeveer de helft bekeek in de afgelopen twee jaar thuis een film of documentaire over de oorlog en ongeveer een kwart las een boek over het onderwerp.

‘Nostalgisten’ interesseren zich vooral voor het verzet. Deze doelgroep komt goed aan zijn trekken bij de tentoonstelling ‘Het Netwerk’, die het Airborne Museum Hartenstein ter gelegenheid van het Jaar van Verzet 2018 maakte over het verzet tijdens de Slag om Arnhem.

Wie en waarom

Toch is dit cijfermatige inzicht in de mate van betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog niet de grootste winst van het Doelgroepenonderzoek. Belangrijker is dat we ook gezocht hebben naar verklaringen voor deze betrokkenheid. Wie vindt de oorlog belangrijk en waarom? Wie participeert er in activiteiten en waarom?

Eerder onderzoek dat aandacht besteedde aan de wie-vraag, richtte zich vooral op ‘klassieke’ doelgroepen zoals geformeerd aan de hand van bijvoorbeeld verschillen in leeftijd, etniciteit en opleiding. In het Doelgroepenonderzoek hebben we een belangrijke andere factor meegenomen: het waarden- en leefstijlprofiel van verschillende groepen Nederlanders. Het kan immers goed zijn dat mensen van gelijke leeftijd, opleiding en woonplaats toch zeer uiteenlopende opvattingen en gedragingen tentoonspreiden. Waarden maken inzichtelijk waarom mensen ambiëren wat ze ambiëren, kopen wat ze kopen en zien wat ze zien, en waarom zij zich bijvoorbeeld bij verschillende media thuis voelen. Oftewel: het waardenprofiel van mensen kan helpen verklaren wat hun interesses en keuzes zijn.

Wie? Vijf leefstijlgroepen

Waar het gaat om betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog, heeft Motivaction op basis van de eerste resultaten van het Doelgroepenonderzoek vijf verschillende groepen onderscheiden, te weten: geëngageerden, comfortzoekers, nostalgisten, relativisten en statusgerichten.

Geëngageerden zijn maatschappelijk betrokken burgers met een coöperatief-kritische houding. Mensen die tot deze groep behoren hebben een sterke voorliefde voor ontwikkeling en ontplooiing. Ze hebben veel belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn zowel buitenshuis als thuis relatief vaak bezig met de oorlog. Ze vinden vaak dat we kunnen leren van de oorlog en dat de oorlog impact heeft gehad op hoe wij nu met elkaar omgaan. Ook geven zij relatief vaak aan dat de oorlog van invloed is geweest op hun identiteit. Vooral de Jodenvervolging heeft hun belangstelling.

• Comfortzoekers zijn burgers die vooral op hun eigen leven en gezin zijn gericht. Comfortzoekers hechten veel belang aan gemak, plezier, vermaak en humor. Ze gaan er relatief weinig op uit om activiteiten gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog te ondernemen. Ze bezoeken bijvoorbeeld minder vaak een museum of monument dat gelieerd is aan een oorlogsthema. Gemiddeld toont deze groep beduidend minder belangstelling voor de Holocaust dan andere Nederlanders.

Nostalgisten zijn moralistische plichtsgetrouwen die vasthouden aan tradities en materiële bezittingen en moeite hebben met modernisering en complexiteit. Zij hangen vaker de vlag halfstok op 4 mei dan andere Nederlanders. Vooral het verzet vinden zij bijzonder interessant. Het spelen van games over de oorlog is aan deze groep niet besteed.

‘Statusgerichten’ hebben vaak meer interesse in oorlog elders in de wereld dan in de Tweede Wereldoorlog. Wat hen betreft  zou er meer aandacht moeten zijn voor actuele conflicten zoals die in Mali, waar Nederland momenteel deelneemt aan een VN-missie. Foto: Ministerie van Defensie

Relativisten zijn pioniers van de beleveniscultuur, waarin het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden. Zij zijn altijd op zoek naar iets nieuws. De Tweede Wereldoorlog speelt voor deze groep niet echt een bijzondere rol: relativisten vinden het een relatief oninteressant onderwerp. Er zijn ook geen specifieke thema’s die hen bijzonder aanspreken. Ze doen net zo vaak mee aan 4 mei als andere Nederlanders, maar zijn verder niet echt veel bezig met deze oorlog.

Statusgerichten zijn carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. Deze groep heeft de minste belangstelling voor de oorlog en vindt het minst vaak dat er lessen getrokken kunnen worden uit de Tweede Wereldoorlog. Zij vinden vaker dat er meer aandacht besteed zou moeten worden aan recente oorlogen en minder aan de Tweede Wereldoorlog. Tot slot is deze groep minder gericht op Nederland: statusgerichten hebben relatief weinig interesse in de oorlog in Nederland en relatief veel interesse in de oorlog elders in de wereld.

Door het in kaart brengen van deze verschillende groepen en hun bijbehorende leefstijlen en waarden, laat het Doelgroepenonderzoek zien wie de oorlog interessant vindt en wat de oorlog betekent voor verschillende soorten burgers.

Waarom? Zes motivaties

Om betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog te verklaren, is ook het beantwoorden van de waarom-vraag noodzakelijk. We hebben daarom allereerst, daarbij geïnspireerd door wetenschappelijke literatuur, verschillende motivaties in kaart gebracht voor het wel of niet actief bezigzijn met de Tweede Wereldoorlog. Willen mensen bijvoorbeeld vooral iets leren? Gaan ze vooral voor de inhoud (het ‘verhaal’ van de oorlog) of voor de vorm (de activiteiten zijn gewoon leuk)? Of doen mensen vooral mee om bijvoorbeeld dankbaarheid en respect te tonen, en is het voor hen dus vooral een kwestie van symboliek? Vinden mensen het deelnemen aan activiteiten misschien een goed moment om stil te staan bij wat echt belangrijk is in het leven (reflectie)? Of zijn ze van mening dat de Tweede Wereldoorlog een belangrijk deel is van het nationale verleden en voelen ze daarom een plicht om zo de herinnering levend te houden?

Het onderzoek laat zien dat er voor veel Nederlanders een symbolische betekenis vastzit aan participatie: Nederlanders willen zo stilstaan bij oorlogsslachtoffers en dankbaarheid tonen voor de personen die voor hun vrijheid gevochten hebben. Ook reflectie is belangrijk: voor veel Nederlanders is het bezoeken van een bijvoorbeeld een oorlogsmuseum of het bijwonen van een herdenking een moment om na te denken over de kwetsbaarheid van vrijheid. Tot slot geven veel Nederlanders aan actief bezig te zijn met de oorlog om zo de herinnering aan een belangrijk deel van het verleden door te geven. De belangrijkste reden om geen activiteiten te ondernemen die gerelateerd zijn aan de Tweede Wereldoorlog, is dat mensen de vorm van de activiteiten niet aansprekend vinden. Niet deelnemen is dus meestal níet het gevolg van een gebrek aan interesse in de oorlog.

‘Relativisten’ zijn niet erg met het oorlogsverleden bezig, maar doen wel net zo veel als andere Nederlanders mee aan 4 mei-herdenkingen. Op de foto de kransen- en bloemenzee na een de herdenking in Dronten.

Voorspellers van betrokkenheid

Om de waarom-vraag nog beter te kunnen beantwoorden, hebben we vervolgens een onderzoekstechniek gebruikt waarin we verschillende verklaringen in gezamenlijkheid hebben onderzocht. Dit heeft twee zeer belangrijke voordelen. Ten eerste verschaft dit beter zicht op het waarom van groepsverschillen. Stel: onderzoek toont dat oudere Nederlanders meer betrokken zijn bij de Tweede Wereldoorlog dan jongere Nederlanders. Is dit een leeftijdseffect of komt dit bijvoorbeeld doordat oudere Nederlanders gemiddeld lager opgeleid zijn en vaker autochtoon zijn? Dergelijke belangrijke vragen kunnen met deze techniek beantwoord worden. Zo weet je uiteindelijk aan welke knoppen je exact moet draaien om betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog te verhogen.

Ten tweede kunnen we met deze techniek inzicht krijgen in de sterkste voorspellers van en belangrijkste verklaringen voor betrokkenheid bij de oorlog. Zo kwamen we erachter dat generatieverschillen en verschillen naar etnische afkomst vaak overschat werden in eerder onderzoek. Belangrijker blijken directe en indirecte oorlogservaring: zelf een oorlog hebben meegemaakt of iemand kennen die een oorlog heeft meegemaakt. Dat, en niet leeftijd of etnische afkomst, bleek een van de belangrijkste verklaringen voor interesse in de Tweede Wereldoorlog bij de respondenten in het Doelgroepenonderzoek.

Een begin, geen einde

Terugkijkend heeft het Doelgroepenonderzoek de kennis over verklaringen voor betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog verhoogd. Wat mij betreft was dit Doelgroepenonderzoek daarmee een mooie eerste stap, maar niet de laatste. Ik hoop dat toekomstige onderzoekers vaker niet alleen beschrijven, maar ook proberen te verklaren. Onderzoekers moeten niet enkel kijken naar usual suspects zoals opleiding, leeftijd en etnische achtergrond, maar ook naar normen, waarden, voorkeuren en ervaringen. Het gaat immers ook om de waarom-vraag. Kortom: laat dit onderzoek toekomstige onderzoekers aanzetten tot een verdiepende aanpak, die maakt dat we de rol van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse samenleving in de toekomst nog beter zullen begrijpen.

Over de auteur

Sabrina de Regt

Sabrina de Regt is universitair docent bij de afdeling Sociologie van de Universiteit Utrecht. Haar onderzoekexpertises zijn democratische waarden, nationale herdenkingen en nationale verbondenheid. Ze voert regelmatig onderzoek uit voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto bovenaan artikel: zogenaamde ‘geëngageerden’ hebben vooral veel belangstelling voor de Jodenvervolging. Zij zijn geïnteresseerd in het bezoeken van plekken als voormalig Kamp Westerbork, waar sinds 2015 een goederenwagon van voor 1945 te zien is (foto: Dage – Looking For Europe op flickr.com – (CC BY 2.0).

Meer informatie

Alle uitkomsten van het Doelgroepenonderzoek treft u hier:
Doelgroepenonderzoek 2018
Analyse onderzoeken 2007-2017
Samenvattingen onderzoeken 2007-2017