WO2 in 100 foto’s: een terugblik

Reflectie

door Erik Somers en Laurien Vastenhout – leesduur 6 minuten

Steeds vaker vormt publieksparticipatie een uitgangspunt voor projecten, tentoonstellingen en museuminrichtingen, zowel in Nederland als elders. Hierbij draait het erom het publiek uit te dagen om kritisch mee te denken. Maar in de praktijk blijkt het flink ingewikkeld het grote publiek ertoe te bewegen een actieve bijdrage te leveren. Bij het project De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s (www.in100fotos.nl) lukte het wel. Belangstellende burgers bepaalden mede welke 100 foto’s de oorlog in Nederland, Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen het beste weergeven.

In de week van 11 november 2019 ging de campagne voor De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s van start. Een belangrijke invalshoek voor ons als projectleiders was dat we inwoners uit het hele land persoonlijk wilden betrekken bij de zoektocht naar foto’s, om zo meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van oorlog en bezetting in Nederland.

Daarnaast wilden we mensen aansporen na te denken over de zeggingskracht van beeld. In de huidige samenleving, die steeds meer op visualisering is gericht, spreken foto’s sterk tot de verbeelding. We legden het publiek de vraag voor: met welke foto’s vertel je nu het beste het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Nederland?

Hoe effectief foto’s associaties oproepen, wordt niet alleen duidelijk in het eindresultaat van De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s. We zagen het ook terug in de videocampagne ‘Dit is mijn foto van de oorlog’ die we al improviserend vanwege de coronacrisis ontwikkelden. Hierin lieten we ‘Bekende Nederlanders’ één foto belichten in een zelf opgenomen video. Dit resulteerde in een reeks indrukwekkende, persoonlijke verhalen.

Zo zag journalist en muziekkenner Leo Blokhuis in een jonge man op een van de foto’s een gelijkenis met zijn vader, en vroeg televisiepresentatrice Dieuwertje Blok zich af hoe solidair zijzelf zou zijn bij het zien van het bord ‘Voor Joden Verboden’. Het geeft aan hoe beelden het verleden voorstelbaar maken en eraan kunnen bijdragen dat de geschiedenis van de oorlog levend wordt gehouden.

Vooraanstaande Nederlanders geven via zelf opgenomen thuisvideo’s een toelichting op de foto die ze hebben gekozen. Radiopresentator Leo Blokhuis spreekt over zijn foto. Foto: Stuurman Producties

Presentator Dieuwertje Blok licht haar keus toe. Foto: Stuurman Producties

Hotel de Wereld

Vanuit de gedachte dat omgang met de lokale geschiedenis – ‘de oorlog om de hoek’ – het historisch bewustzijn bevordert en publieksparticipatie stimuleert, kozen we in de honderd foto’s-campagne voor een regionale en provinciale benadering. Door provinciale werkgroepen werd musea, archiefinstellingen, historische verenigingen en andere belangrijke lokale en regionale instellingen gevraagd hun eigen collecties door te nemen en aansprekende oorlogsfoto’s aan te dragen. Daarnaast werd het publiek opgeroepen om foto’s uit eigen bezit in te sturen.

De verzameling beelden die dit in elke provincie opleverde, werd vervolgens voorgelegd aan het publiek, dat de meest aansprekende foto’s mocht aanwijzen voor inzending op nationaal niveau. Elke provincie bracht zo 25 foto’s in. Een veelzijdig samengestelde jury onder leiding van Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib koos tijdens een bijeenkomst in Hotel de Wereld in Wageningen uit de totale collectie de definitieve honderd. Vanuit de provincies werd het hele proces met grote betrokkenheid gevolgd. Welke foto’s zouden de honderd halen?

Overijssel,  Markelo, begin april 1945. Een moeder zoekt samen met haar 4-jarige zoontje bescherming tegen beschietingen in een duiker onder de weg, op enkele honderden meters van het Twentekanaal bij Markelo. Foto: M.J. Hartgerink / Privécollectie familie Varenhorst-Kooymans.

In onze ogen is de lokale insteek essentieel geweest voor het succes van het project, hoe verschillend de manieren ook zijn waarop de diverse provincies hieraan invulling hebben gegeven. Het proces van de zoektocht naar beelden was voor ons als projectleiders dan ook belangrijker dan het eindresultaat. Dankzij de inspanningen van de provinciale werkgroepen en de samenwerking met de regionale omroepen was het mogelijk het publiek deelgenoot te maken.

De verschillende oproepen om foto’s in te sturen, hebben uiteindelijk tot ruim 800 inzendingen door particulieren geleid. Daarnaast stuurden archieven en andere instellingen foto’s in óf gingen de provinciale werkgroepen zelf op zoek naar oorlogsfoto’s uit de provincie. De werkgroepleden werden vrijgelaten om dit op hun eigen manier in te vullen. De tientallen publieksbijeenkomsten die vervolgens op lokaal, regionaal en provinciaal niveau zijn georganiseerd, waren heel belangrijk.

Bij deze bijeenkomsten, bedoeld om de provinciale keuzes te bepalen, was steevast veel ruimte voor discussie en interactie. Zo werd het aanwezige publiek aangespoord om samen met een andere aanwezige de foto’s te bekijken en in gesprek te gaan over het belang van beeld. Dit leverde boeiende gesprekken en discussies op.

Noord-Brabant, Vught, begin september 1944. Achter het prikkeldraad van Kamp Vught staat de burgemeester van Son, Robert Schoepp, in gevangeniskleren. Hij is op 31 december 1943 door de bezetter gegijzeld na een politiek geïnspireerde moord in zijn gemeente. Schoepp zou de oorlog overleven. Foto: Fotograaf onbekend / Particuliere collectie

Publiekskeuzes

We hebben lang nagedacht over onze sturing ‘van bovenaf’ in de inbreng van foto’s. We wilden voorkomen dat de stem van het publiek beperkt werd, maar vonden ook dat alle belangrijke facetten van de oorlog gerepresenteerd moesten worden. In onze ogen zou het pijnlijk en ongewenst zijn als ongemakkelijke aspecten zoals collaboratie met de Duitse bezetter nauwelijks of niet aan bod zouden komen, of wanneer onderwerpen zouden ontbreken die destijds lastiger vast te leggen waren, zoals het verzet.

Hoewel we ons ervan bewust waren dat de keuze van het publiek hiermee onvermijdelijk enige richting kreeg, besloten we tot een indeling in vijf thema’s: 1) militaire strijd, oorlogsgeweld en bevrijding, 2) overheersing, collaboratie en aanpassing, 3) uitsluiting en vervolging, 4) verzet en repressie en 5) dagelijks leven.

Wat opviel aan de ingediende foto’s, was dat ‘aangename’ beelden van de bezetting, zoals die van de bevrijding, de boventoon voerden. Foto’s van collaboratie – met uitzondering van het opbrengen van ‘landverraders’ tijdens de Bevrijdingsdagen – waren duidelijk ondervertegenwoordigd. Bij de definitieve samenstelling van de honderd foto’s in Hotel de Wereld viel op dat de voorkeur van de jury vooral uitging naar beelden die onverholen de confronterende en harde gebeurtenissen van de oorlog weergeven.

Natuurlijk kwam dat mede doordat zij anders dan het publiek op provinciale bijeenkomsten een totaaloverzicht hadden van de uiteindelijk overgebleven foto’s en vervolgens uitvoerig de gelegenheid kregen met elkaar in discussie te gaan over het beeld van de oorlog. Zij konden daardoor een afgewogen keuze maken en in samenhang bepalen welke foto’s niet mochten ontbreken. De jury koos uiteindelijk voor maar één feestelijke opname van de bevrijding – een kleurenfoto van de bevrijding in Purmerend – en verder voor foto’s die het geweld tonen dat ermee gepaard ging.

Illustratief hiervoor is de keuze voor het aangrijpende beeld van het gewonde meisje in Groningen dat begin mei 1945 wezenloos voor zich uitkijkt. Haar naam en verhaal waren tot voor kort onbekend. Inmiddels weten we wie dit meisje is en welk tragisch familieverhaal er achter deze foto schuilgaat.

Groningen, Ten Boer, mei 1945. Tijdens de geallieerde opmars richting het gefortificeerde Delfzijl vallen veel burgerslachtoffers. In de openbare lagere school van Ten Boer richt het Academisch Ziekenhuis van Groningen een Rode Kruispost in. De 6-jarige Betsy Wieringa is getroffen door een granaatscherf. Haar 3-jarige broertje liep eveneens verwondingen op en zou even later overlijden. Foto: Willem van de Poll / Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo

Nieuwe deportatiebeelden

Bijzonder is dat de zoektocht naar foto’s die we met dit project aanwakkerden, ook tot opmerkelijk nieuw beeldmateriaal heeft geleid. Met name de foto’s van de deportatie van Joden búíten Amsterdam zijn in dit opzicht noemenswaardig. De nu opgedoken beelden vormen een belangrijke getuigenis dat de Jodenvervolging in heel bezet Nederland plaatsvond. Dergelijke opnames dragen bij aan inzicht in de allesomvattende omvang van de vervolging in bezet Nederland en van de wijze waarop deze werd uitgevoerd.

Overijssel, Zwolle, 2 oktober 1942. Een groep Joodse vrouwen en kinderen op de voormalige Keersluisbrug worden onder het mom van gezinshereniging naar Westerbork gebracht, waar hun mannen vanuit werkkampen ook naartoe kwamen. Op hun jassen is nog vaag de davidster herkenbaar. Een zeldzaam beeld van de deportatie van Joden buiten Amsterdam. Foto: Jan Anthonie Eelsingh / Historisch Centrum Overijssel

Met het boek De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s, de nationale tentoonstelling van de 100 foto’s en de provinciale pop-uptentoonstellingen – die door de coronacrisis niet konden plaatsvinden – beoogden wij de blik op de Nederlandse geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te verruimen. Beelden zijn bij uitstek geschikt als uitgangspunt voor een kritische reflectie op dit verleden.

De vele reacties die dit project inmiddels al heeft opgeroepen, hebben ons gesterkt in het idee dat een aanpak als deze, waarin de betrokkenheid van het publiek centraal staat en doelgericht aangewakkerd wordt, een aansprekende manier is om de herinnering aan de jaren van oorlog en bezetting levend te houden.

Over de auteurs

 

Erik Somers (rechts) en Laurien Vastenhout

Op 4 mei 2020 zond de NOS naar aanleiding van het project het tv-programma ‘De oorlog in 100 foto’s uit’. Erik Somers (rechts) en Laurien Vastenhout (midden) zijn beiden werkzaam bij het NIOD, en geven leiding aan het project.


Over het project

De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s is een project in het kader van 75 jaar vrijheid, dat op verzoek van Platform WO2 door het NIOD is uitgevoerd en mede mogelijk is gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het vfonds.


Foto boven aan artikel

Purmerend, 5 mei 1945. Op 5 mei 1945, toen de Duitsers al waren weggetrokken, werd er in heel Purmerend gevlagd. De komst van de Canadese troepen in Purmerend zou nog even op zich laten wachten. Dit is een van de weinige kleurenfoto’s uit die tijd. Foto:: Dirk Bakker / Collectie Vereniging Historisch Purmeren