Afgaande op de vele verhalen over de Tweede Wereldoorlog die ieder jaar in de aanloop naar 4 en 5 mei in kranten en tijdschriften verschijnen, is er nog volop aandacht voor die zo bepalende periode uit onze nationale en Europese geschiedenis. Uit onderzoek blijkt ook telkens weer dat veel – ook jonge – Nederlanders waarde hechten aan het herdenken en vieren en de rituelen die daarbij horen.
Tegelijkertijd staan de opiniepagina’s – en inmiddels ook de socialemediatijdlijnen – ieder jaar bol van discussies over wie en wat er op de Dam herdacht moet worden, wiens vrijheid gevierd moet en of we die oorlog die ruim 75 jaar terug eindigde überhaupt nog moeten herdenken. “Er is in onze tijd toch allerlei leed dat onze aandacht meer verdient?”, zo klinkt het regelmatig. Afgaande op de felle meningsverschillen op dit gebied kun je gerust stellen dat een maatschappelijke consensus over de invulling van 4 en 5 mei ver te zoeken is.
Sterker nog: onze samenleving raakt steeds meer verscheurd door de prominente plek die geschiedenis en thema’s als identiteit en inclusie in het publieke debat innemen. Hoe is onze samenleving die zo getroffen is door de oorlog, hierin terechtgekomen? En belangrijker nog: is deze kluwen rondom herdenken en vieren te ontwarren? Deze vragen houden mij al jaren bezig.
Theater Na de Dam
Een van de misverstanden, in mijn ogen, is de gedachte dat mensen zich alleen ergens mee kunnen verbinden als zij zich gerepresenteerd voelen. Op 4 mei zijn vanuit die aanname vaak referenties naar de slachtoffers van de Holocaust omzeild, werd er in meer abstracte termen gesproken over oorlog en vrijheid of werden hedendaagse conflicten aangehaald.
Dit in de hoop dat jongere generaties, bi-culturele Nederlanders en mensen met een migratieachtergrond zich gemakkelijker zouden kunnen identificeren en zich meer bij 4 en 5 mei betrokken zouden kunnen voelen. Het gevolg hiervan was dat de Nationale Dodenherdenking zijn historische kader verloor en zo van een moreel ijkpunt een maatschappelijk strijdpunt werd.
Het is daarom van groot belang elkaar te blijven vertellen over die zo onvoorstelbare tijd, en nu het nog kan door mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt. Bij de theatermanifestatie Theater Na de Dam gebeurt dat volop, bijvoorbeeld door jongeren die in gesprek gaan met ouderen over hun herinneringen aan de oorlog, om dit vervolgens op 4 en 5 mei overal in Nederland theatraal te delen met publiek. De kracht van een goed verteld verhaal is dat iedereen zich daardoor in iemand anders kan verplaatsen, ongeacht afkomst, tijd en plaats.
Bombardement
Zo maakten in 2019 leerlingen van een Internationale Schakelklas uit Rotterdam voor Theater Na de Dam een voorstelling met als enige tekst de letterlijke gesprekken die zij voerden met ouderen over hun oorlogsherinneringen.
In één scène reageerde een Syrisch meisje op haar medespeler, die net had verteld over het bombardement op Rotterdam, door met hem haar herinneringen te delen aan het bombardement waar zij en haar familie ternauwernood aan waren ontsnapt. Dit was niet een vergelijking in leed, maar een blijk van toenadering, vanuit empathie, door jonge vluchtelingen die zich hadden verplaatst in ouderen die zij daarvoor niet eerder hadden gesproken. En juist daardoor konden wij als publiek ons weer verplaatsen in deze jonge mensen.
Theater laat ons al eeuwen zien dat wij hiertoe in staat zijn. Het is de plek bij uitstek waar wij – geholpen door de verbeelding – kunnen meeleven met lotgevallen van mensen uit andere tijden of met mensen die denkbeelden hebben die haaks op de onze staan. Door rondom herdenkingen via theater uiteenlopende historische verhalen te beleven over uitsluiting, vervolging en verzet, en meer nog over onverschilligheid, collaboratie en daderschap, houden wij een open geest, behoeden wij ons voor gemakkelijk zwart-witdenken en realiseren wij ons dat ook wíj tot misdaden gebracht zouden kunnen worden.
Deze oefeningen in het samenleven lijken mij voor onze onoverzichtelijke tijd van onschatbare waarde.
Over de auteur
Jaïr Stranders is theaterdocent, theatermaker en filosoof. In 2010 initieerde hij samen met anderen de landelijke manifestatie Theater Na de Dam, waarvan hij artistiek leider is. Hij is bestuurslid van de Amsterdamse Kunstraad en als bestuurslid betrokken bij een aantal theatergezelschappen
Foto boven aan artikel
Voorstelling van Internationale Schakelklas in Rotterdam in het kader van Theater Na de Dam in 2019.