“Als publieke instelling kun je niet de moral high ground nemen”

Drieluik

door Nienke van Leverink – leesduur 6 minuten

Hoe gaan musea en onderwijsinstellingen in andere Europese landen in het kader van Holocausteducatie om met het huidige Israëlisch-Palestijnse conflict? Nienke van Leverink vroeg het aan medewerkers van de Berlijnse Gedenk- und Bildungsstätte Haus der Wannsee-Konferenz, het Londense UCL Centre for Holocaust Education en het in Vlaanderen gevestigde Kazerne Dossin. Het resultaat: een kort drieluik dat de doorwerking van het conflict in internationaal perspectief plaatst.  

Jakob Müller

‘Dat er een splijting is ontstaan tussen educatie over de Holocaust en over racisme in het algemeen, vind ik een gevaarlijke ontwikkeling’

Dr. Jakob Müller, wetenschappelijk medewerker van de afdeling onderzoek en educatie van het Haus der Wannsee-Konferenz

‘Hier in Wannsee merken we geen verandering op bij bezoekers. Ik denk dat er meer gaande is op het maatschappelijk vlak, zoals antisemitisme in de openbare ruimte. De situatie voor Joden is veel onveiliger: kun je nog Hebreeuws praten, of een Davidster dragen? Dat doet iets met de sfeer. We hebben het er achter de schermen over en hebben workshops gehad om de aandacht te vestigen op anti-Israëlische vormen van antisemitisme. De Duitse herinneringscultuur is in wezen terughoudend. Toch voelen we dat het noodzakelijk is ons duidelijker uit te spreken: de oorlog in Gaza is vreselijk en sommige aspecten van de Israëlische oorlogsvoering – zoals het tegenhouden van humanitaire hulp – zijn niet te verdedigen, maar dat rechtvaardigt niet de reacties op straat en op sociale media.

We hebben onlangs een kleine rel gehad rond de tentoonstelling The Vicious Circle, samengesteld door het Nationaal Holocaustmuseum in het Verenigd Koninkrijk, die vijf historische pogroms laat zien: die in Berlijn in 1938, in Bagdad in 1941, in het Poolse Kielce in 1946, in het Jemenitische Aden in 1947 en in kibboets Kissufim op 7 oktober 2023. De leiding van de Freie Universität wilde de expositie niet tonen hoewel het historisch instituut dat wel wilde, en gaf daar niet echt een reden voor. Wij vonden dit een verkeerd signaal op een moment waarop Joodse studenten zich niet meer veilig kunnen voelen. Als zo’n expositie niet meer kan, dan hebben we een probleem. En dat heeft niets te maken met je positie in het Israëlisch-Palestijns conflict. Wij vinden het belangrijk dat zoiets getoond wordt, zodat je het met elkaar erover kunt hebben.

In de laatste tien jaar zie je een splijting ontstaan tussen Holocausteducatie en educatie over racisme in het algemeen. Dat vind ik een gevaarlijke ontwikkeling. De Holocaust is een specifieke misdaad met specifieke vraagstellingen, maar desondanks is er natuurlijk een rechtstreeks verband met discriminatie en racisme. Een jaar of tien geleden was er grote consensus dat Holocausteducatie tot de kern van onze identiteit behoort. Daar was weinig conflict over. Nu moeten we veel meer nadenken: wat houdt het in, waar moeten we heen? Of dat productief is, zullen we zien.’

Rebecca Hale

‘Het Arabisch-Israëlische conflict maakt in principe geen deel uit van Holocausteducatie’

Rebecca Hale, onderzoeker bij het Centre for Holocaust Education van het University College London

‘De Holocaust maakt al dertig jaar deel uit van het Engelse nationale curriculum. De overheid heeft nooit precies voorgeschreven wat binnen dit curriculum moet worden gedoceerd en welke betekenis de studenten aan de Holocaust zouden moeten toekennen. Het lijkt erop dat de meeste scholen de Holocaust behandelen als een historische gebeurtenis, vaak als onderdeel van de Tweede Wereldoorlog. Daarbij gebruiken veel leraren de Holocaustgeschiedenis als een mogelijkheid om bredere morele lessen over burgerschap en moraliteit te bespreken.

Na de aanval van 7 oktober 2023 hebben we overlegd met de docenten in ons landelijke netwerk. Leerkrachten meldden dat scholieren van slag waren door het nieuws over zowel de aanval van Hamas als de oorlog in Gaza en dat ze gevallen van antisemitisme, islamofobie en xenofobie zagen toenemen. Ook maakten ze zich zorgen over de blootstelling van scholieren aan desinformatie op sociale media, en over scholieren en ouders die op ongepaste wijze verbanden leggen tussen de Holocaust en actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten.

Het Arabisch-Israëlische conflict maakt in principe geen deel uit van Holocausteducatie. Dat komt door de complexiteit van het onderwerp – je er zorgvuldig in verdiepen vraagt meer tijd dan docenten hebben – en door het beperkte aantal uren dat er voor Holocausteducatie staat. Die schaarse uren besteden docenten liever aan het zorgvuldig onderwijzen over deze geschiedenis. Voor zover we kunnen zien lijken scholieren, ondanks de actuele ontwikkelingen, over het algemeen net zo positief betrokken bij Holocausteducatie als in eerdere jaren.’

Tomas Baum. Fotograaf: Tim Dirven

‘Wat er gebeurt in Gaza ontslaat ons niet van de verplichting met de Holocaust bezig te zijn’

Tomas Baum, directeur Kazerne Dossin in Mechelen, memoriaal, museum en onderzoekscentrum over Holocaust en mensenrechten

‘Het aantal bezoekers blijft bij ons vrij constant, en bij de bezoekers zelf is er niet zo veel veranderd. Je merkt eerder in je netwerk dat niet iedereen er op dezelfde manier mee omgaat. Mensen willen toch graag dat je kleur bekent. Als organisatie zijn wij resoluut hierover: als individu of academicus kun je daarin positie nemen, als publieke instelling kun je niet de moral high ground nemen. Dat betekent niet dat we zwijgen: we erkennen de feiten van de mensenrechtenschending in Gaza. Wij willen hier bewustzijn creëren, maar hebben ruimte voor nuance en ambiguïteit.

Wij gaan dit onderwerp niet zelf agenderen. Wij vertrekken vanuit de geschiedenis en als mensen over de actualiteit willen spreken, is dat prima. We hebben onze gidsen opgeleid om dan niet in een reflex in de geschiedenis te vluchten, maar het gesprek aan te gaan. Erken die vragensteller, vraag waarom dit onderwerp belangrijk voor diegene is. Maar: zo’n gesprek moet niet de historische plek vervangen. Wat er gebeurt in Gaza ontslaat ons niet van de verplichting met de Holocaust bezig te zijn. Het is geen zero sum game.

Ik heb wel een grote zorg over de ‘strijd tegen antisemitisme’. Vroeger ging die over mensen, maar inmiddels is die strijd de bescherming van de belangen van een staat geworden. Problematisch is nu voor ons museum het verband tussen de Holocaust en mensenrechten. Een centraal aspect van de Holocaust is de miskenning van menselijke waardigheid. Om die menswaardigheid voor iedereen te erkennen en mogelijk te maken zijn mensenrechten als criterium ontwikkeld. Maar kunnen we die koppeling nog maken wanneer de Holocaust ook een politiek instrument wordt?

We moeten eerlijk en ernstig spreken over de volgende twee vragen. Nooit meer wat? En nooit meer met wie?’

Over de auteur

Nienke van Leverink. Fotograaf: Veerle Haan.

Nienke van Leverink is buitenpromovendus moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden, waar ze onderzoek doet naar de representatie van de Shoah in het oeuvre van Marcel Möring.


Foto bovenaan artikel

Bezoekers van de expositie “The Vicious Cirle” in Berlijn, februari 2025. Bron: Sebastian Christoph Gollnow/dpa/Alamy Live News.