“Dwarsverbanden zijn niet productief”

Tweegesprek

Door Sophie van den Bergh – leesduur 10 minuten

Hoe beïnvloedt de actualiteit in Israël-Palestina de (beleving van de) oorlogsherinnering binnen Joodse gemeenschappen in Nederland? Een tweegesprek met hulpverlener Esti Cohen en onderzoeker Channa Zaccai.

De impact van de oorlog in Gaza en de voorafgaande aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023, raakt beide geïnterviewden Esti Cohen en Channa Zaccai persoonlijk én professioneel. Esti Cohen werkt sinds 1998 als maatschappelijk werker bij Joods Maatschappelijk Werk (JMW) en sinds een paar jaar ook als meewerkend teamleider van de afdeling hulp- en dienstverlening. Cohen: “Het is een behoorlijke klus. Zeker sinds 7 oktober 2023.”

Wat is er veranderd?

Cohen: “De doelgroep waarmee ik bij JMW werk bestaat sinds een paar jaar hoofdzakelijk uit tweede generatie Joodse oorlogsslachtoffers, de kinderen van hen die de oorlog hebben meegemaakt. Dit komt doordat de eerste generatie overlijdt, maar ook doordat de tweede generatie ouder wordt – het besef van transgenerationele overdracht komt vaak pas later in je leven. Cliënten vinden het ook vaak lastig om hun psychische klachten in verband te brengen met het oorlogsverleden van hun ouders. In de gespreksgroepen voor de naoorlogse generatie spreken we altijd over de rol van de herinnering aan de Holocaust tijdens de opvoeding in relatie tot de Joodse identiteit: heb je veel verhalen over de oorlog gehoord of werd er juist veel gezwegen? En als er gezwegen werd, heb je in het verleden dan op een andere manier dingen meegekregen? Bijvoorbeeld de impliciete boodschap om wantrouwig en op je hoede te zijn.

We horen van deelnemers ook vaak dat ze niet religieus zijn opgegroeid. Veel ouders wilden dat niet na de oorlog – Jood zijn was alleen maar naar en gevaarlijk –en hebben daarmee die angst doorgegeven. Maar tegen de cliënten die vertelden dat ze niet met hun Magen David rond durfden te lopen, konden we altijd zeggen: ‘Hoe realistisch is dat? Heb je iets meegemaakt wat heel naar is?’ En dan kwamen ze toch wel gauw tot het besef dat die dreiging niet zo groot was. En toen kwam 7 oktober. Dat was een golf van angst die er altijd al onder de oppervlakte was, maar die weer helemaal terug was.”

Esti Cohen (links) en Channa Zaccai (rechts)

Komen mensen nu met een andere (hulp)vraag bij JMW?

Cohen: “De vragen naar afkomst en identiteit blijven, maar er zijn een hoop andere vragen en zorgen bij gekomen. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb een niet-Joodse partner en de relatie loopt moeizaam.’ Of: ‘Mijn dochter is elf en is bezig met haar Joodse identiteit, maar ik vind dat moeilijk.’ Dat soort vragen hadden wij normaliter nooit. Mensen voelen zich minder vrij, dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Ik denk weleens: is JMW weer terug bij af, is onze Joodse doelgroep weer terug bij af?”

Channa Zaccai werkt sinds 2022 aan de Universiteit van Amsterdam aan een proefschrift over de migratiegeschiedenis van Israëlische Joden in Nederland tussen 1950 en 2025. Ze onderzoekt wanneer de eerste Israëliërs naar Nederland kwamen en hoe deze aantallen in de loop der tijd veranderden. Ze kijkt naar Israëlische diasporavorming, Joodse identiteitsbeleving en integratie in lokale Joodse gemeenschappen en de samenleving. In opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei coördineert ze een studie naar de vorming van herinneringsprocessen en familieverhalen over de Holocaust binnen zes Joodse families, onderdeel van een groot overkoepelend onderzoek naar de doorwerking van de Tweede Wereldoorlog in drie generaties.

Speelt die angst die Esti signaleert ook in jouw werk, Channa? En zo ja, hoe dan?

Zaccai: “Wat ik kan zeggen als medewerker van de UvA is dat voor mensen die zich bezighouden met Joodse thema’s of de regio 7 oktober er flink heeft ingehakt. Veel medewerkers en studenten met een Nederlands-Joodse of Israëlische achtergrond hebben familie en vrienden in Israël. De dreiging van verlies kwam toen heel dichtbij, met de oorlog die daarop volgde. Tegelijkertijd hebben veel UvA-medewerkers ook collega’s aan Israëlische universiteiten met wie ze samenwerken, mensen die ze goed kennen en die degelijke wetenschap bedrijven. We merken dat studenten en medewerkers zich machteloos en moe voelen door de gepolariseerde verhoudingen. Sommige groepen blijven hangen in die polarisatie, terwijl de meeste mensen voorbij willen gaan aan die verdeeldheid. Dat heeft invloed op het welzijn van studenten en medewerkers, op het leerklimaat en de onderlinge verhoudingen tussen studenten en tussen medewerkers, op de sfeer in de lessen en op de werkvloer.”

Cohen: “In een recent verschenen rapport van het Britse Institute for Jewish Policy Research wordt geconcludeerd dat Britse Joden de maatschappij waarin zij leven sinds 7 oktober in toenemende mate als vijandig ervaren. Incidenten die niet per definitie strafbaar zijn, zoals het verscheuren van posters met de foto’s van Israëlische gegijzelden erop, leiden tot een gevoel van onveiligheid en vijandigheid vanuit de bredere maatschappij dat de onderzoekers ‘ambient antisemitism’ noemen. Hoewel ik de gevoelens van angst in de spreekkamer soms ook wat probeer te nuanceren, praten we vooral door over die gevoelens van onveiligheid: wat voor effect hebben die op je dagelijkse leven?”

Zaccai: “Wat je ziet, is dat er veel gedebatteerd wordt over wat antisemitisme wel en niet is. Maar ook als iets niet onder antisemitisme valt, kunnen uitspraken kwetsend, beledigend of intimiderend zijn.”

Cohen: “Als je zegt dat je Israëlisch bent, wordt ervan uitgegaan dat je pro-Israël bent. Oftewel: je bent Joods, je zal wel pro-Israël zijn. Dat is een aanname. Je weet helemaal niet wat ik denk of wat mijn mening is.”

Zaccai: “Dat je identiteit wordt gereduceerd tot hoe je denkt over of wat je voelt bij het Israël-Palestina conflict en de huidige oorlog én dat hier een morele betekenis aan wordt gekoppeld, is teleurstellend en doet Joden tekort. Ook mis ik doorgaans de begripsanalyse en -uitleg van vaak gebruikte termen: wat bedoelen mensen precies met pro-Israël? Het onderzoek naar de impact van de Holocaust binnen Joodse families laat juist zien dat voor veel Joden de verbondenheid met of de steun voor het bestaan van Israël naast – mogelijke – kritiek op Israëlisch regeringsbeleid bestaat.”

In hoeverre hebben die angst en waakzaamheid met het oorlogsverleden en de herinnering aan de Holocaust te maken?

Zaccai: “Die alertheid en angst die vaak geassocieerd worden met het oorlogsverleden, kunnen in tijden van maatschappelijke verharding in alle volheid weer terugkomen. Door de gebeurtenissen van 7 oktober 2023 in Israël en de daaropvolgende oorlog in Gaza, en de spanningen die deze teweegbrengen in de Nederlandse samenleving, zoeken Joden meer toenadering tot Joodse gemeenschappen, ongeacht of zij een religieuze of liberale Joodse achtergrond hebben. We zien dat er een groeiende cohesie is binnen Joodse gemeenschappen. Joden weten elkaar meer te vinden, en bezoeken nu soms synagogediensten waar ze dit normaal gesproken niet of minder deden. Je zou dan kunnen spreken van een herverbinding met de eigen gemeenschap. Daar hoeven ze hun positie niet uit te leggen of te verdedigen en kunnen ze met elkaar in gesprek over de situatie.

Voor mijn proefschrift doe ik nu onderzoek naar in hoeverre 7 oktober Israëlische en Nederlandse Joden in Nederland al dan niet dichter bij elkaar heeft gebracht. Daarin betrek ik ook 7 november 2024, de datum van de Maccabi-Tel Aviv-rellen. Deze dag heeft er aan bijgedragen dat onder Israëliërs de behoefte is ontstaan om meer over de Nederlands-Joodse geschiedenis te leren en zo de Nederlandse samenleving beter te begrijpen.”

Cohen: “Het effect van de Maccabi-Tel Aviv-rellen was inderdaad gigantisch. Het beeld van Israëliërs die zo op de vlucht gingen doet natuurlijk ontzettend denken aan dat wat er al is gebeurd. Dat versterkte de angst en zorgde er bijvoorbeeld voor dat ouders geen Hebreeuws meer spraken op straat met hun kinderen. Ik wil niet zeggen of het wel of niet terecht is, maar dit zijn wel de gevolgen hiervan.”

Hoe kun je dan wel een gesprek hierover aangaan?

Cohen: “Als iemand iets zegt waar je het niet mee eens bent, duik er niet meteen bovenop. Sta stil en vraag gewoon: wat bedoel je dan? Kan je mij vertellen waarom je zo boos bent of waarom je zo verdrietig bent? Dan blijf je weg van de politieke discussie, die alleen maar polariserend kan werken.

Er is geen andere keuze dan met elkaar in gesprek te gaan, maar wel met de juiste beschermlaag en afspraken hoe we dat het beste kunnen doen. Ik had hier in de spreekkamer een man die zei: “Ik doe een vreugdedansje voor elke bom die op Palestina valt.” Ik vind dat zo heftig, maar ik hoor daaronder alleen maar angst en onwetendheid. En dan probeer je dat aan te raken, want dat is waar hulpverlening over gaat. Deze man had bijvoorbeeld een heel goede Palestijnse vriend. Ik vroeg hem: ‘Vraag eens hoe het met hem en zijn familie gaat.’ Nou, nadat hij maandenlang geen contact had, nam hij dan toch op mijn advies weer contact met hem op.”

Zaccai: “Joden voelen zich in hun bestaan bedreigd. Dat is historisch en systemisch gezien een centraal thema, dat overal op in grijpt en dwars door alles heen gaat.”

In hoeverre heeft dit invloed op hoe Joodse gemeenschappen herdenken?

Cohen: “Ik was op 7 november bij de Kristallnachtherdenking in de Portugese sjoel. Er was ontzettend veel politie – en ik werk bij JMW, dus ik ben wel wat gewend. Maar ik vond dat heel heftig. Ik ga altijd met mijn moeder naar de Hollandsche Schouwburg op Jom Hasjoa, maar ik zie wel voor de eerste keer in mijn leven op tegen deze herdenking. Ik vind gewoon dat ik moet kunnen gaan, en ik ben niet bang, maar ik heb wel mijn moeder van 88 mee.”

Zaccai: “Ik denk dat de Nationale Dodenherdenking op 4 mei sinds 7 oktober meer beladen is geworden en dat herdenkingsdagen gepolitiseerd worden: 4 en 5 mei zijn van de hele samenleving, maar door vergelijkingen te maken en de herdenking te verbreden, worden groepen buitengesloten.”

Er worden inderdaad veel dwarsverbanden gelegd tussen toen en nu. Roept de oorlog in Gaza nieuwe vragen op over de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog?

Zaccai: “Ik vind de dwarsverbanden die nu worden getrokken niet productief, omdat ze ons niet helpen de situatie in het Midden-Oosten (beter) te analyseren en te begrijpen. Met een dergelijke vergelijking worden groepen en mensen weggezet en tegen elkaar uitgespeeld. De Holocaust en de oorlog in Gaza worden hiermee eendimensionaal gemaakt, zonder oog voor tijd en plaats, mensen en verhoudingen van beide gebeurtenissen. Historische kennis en ontwikkelingen worden hiermee genegeerd en complexe narratieven gesimplificeerd. In de omgang met de herinnering aan de Holocaust zijn juist bedachtzaamheid en wijsheid nodig.”

Cohen: “Ik herken veel van wat je zegt. En het gaat er ook om welke woorden je gebruikt. Ik vind het ingewikkeld dat het gaat over genocide, en ik vind het ingewikkeld als er gesproken wordt over pogroms en Jodenjacht. Ik vind die parallellen in de weg staan. We snappen allemaal dat dezelfde gevoelens en angsten kunnen opleven. Maar het zijn zulke verschillende zaken die met elkaar worden vergeleken.”

Jullie pleiten beiden voor nuance, kennis en wijsheid.

Zaccai: “Als onderzoeker pleit ik voor het blijven investeren in kennisontwikkeling en kennisdeling. Kennis is nodig om de complexiteiten en gelaagdheden van de geschiedenis, de verhalen en de herinneringen te begrijpen.”

Cohen: “Iedereen wil graag zichzelf zijn. En hoeveel Jodenhaat er ook is, er is net zoveel moslimhaat of homohaat. Maar wat je ook vindt, we voelen in dat opzicht vaak wel allemaal min of meer hetzelfde. We zijn allemaal bang en allemaal verdrietig, onzeker en gefrustreerd over wat er gebeurt. En we voelen ons machteloos omdat we niet precies weten hoe we dit kunnen veranderen.”


Oorlog en vrijheid in drie generaties

In deze meerjarige studie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei bevragen we verschillende generaties binnen families over de herinneringen, verhalen en beelden van het Tweede Wereldoorlogverleden die bij hen leven, en vragen we hoe zij vrijheid en onvrijheid beleven. We richten ons daarbij in meerdere deelstudies op families uit verschillende herinneringsgemeenschappen. De resultaten van de deelstudies naar dwangarbeid, Indië/Indonesië, Sinti en Roma en Joodse families zijn al te lezen op de website.

Joods (over)leven

In de podcast Joods (over)leven gaat journalist en onderzoeker Ronit Palache in gesprek met Nederlandse Joden van verschillende generaties, die zich allemaal op hun eigen, unieke wijze verhouden tot de Holocaust. De 16-delige podcastserie, gemaakt in samenwerking met JMW, is op meerdere podcastkanalen te beluisteren.


Over de auteur

Sophie van den Bergh

Sophie van den Bergh is hoofdredacteur van WO2 Onderzoek uitgelicht en werkt op de afdeling Onderzoek en educatie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Aan de Universiteit Gent werkt ze aan een proefschrift over herdenkingstheater.


Foto bovenaan artikel

1969: Jaarlijkse herdenking van nazi-slachtoffers in de Hollandsche Schouwburg, georganiseerd door de Joodse jeugd en studentenorganisaties. Bron: Anefo/Rob Mieremet.