Een museum over mensen

Column

door Annemiek Gringold – leesduur 4 minuten

Tot niet zo heel lang geleden was het in sommige musea gebruikelijk om de vervolging van en moord op Joden tijdens de Shoah uit te beelden met gereedschappen van uitsluiting en deportatie en met foto’s van industriële moordpartijen. Onzinnig en onwaardig, meent curator Annemiek Gringold. Hoe herdenk je slachtoffers op een waardige manier en laat je mensen tegelijkertijd proeven van de rijkdom van het Joodse leven?

Zo’n vijftien jaar geleden had een oorlogsmuseum in het oosten van Nederland nog een ‘Joodse vitrine’, zoals deze door een rondleider werd genoemd. De vitrine was ingericht met onder meer een Jodenster, een persoonsbewijs met de gewraakte letter ‘J’ en een foto met daarop dode lichamen, gemaakt in een bevrijd concentratiekamp.

Los van het feit dat zo’n presentatie onwaardig is voor de nagedachtenis aan de slachtoffers, draagt hij ook niet wezenlijk bij aan effectieve educatie over de Shoah. De Shoah is namelijk geen gebeurtenis waarbij kennis over moordmethoden het meest relevant is. Toch krijgt dat soort kennis al decennialang relatief veel aandacht.

Als curator Shoah van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam zoek ik – naast een waardige herdenking van de slachtoffers – naar een manier om de geschiedenis van de Shoah aan te wenden voor een betere toekomst. Dat kan met educatie over de geschiedenis én met educatie over het belang van de rechtsstaat. En daarnaast met kennis over mensen die toen leefden en met inzicht in de waardering van de diversiteit in de samenleving ten tijde van de Shoah. Ik ben ervan overtuigd dat geen museumbezoeker zich zal herkennen in de stoffelijke resten van slachtoffers op foto’s, of oprechte verbondenheid met hen zal voelen. Het zal blijven bij medeleven en afschuw.

In mijn ogen is iets anders nodig en moet museale educatie over de Shoah nieuwsgierigheid stimuleren en bijdragen aan maatschappelijke betrokkenheid en een kritische houding over hoe deze genocide kon gebeuren. Dit kan alleen bereikt worden wanneer de Shoah wordt gepresenteerd als een geschiedenis van herkenbare en invoelbare mensen; mensen met verschillende perspectieven die handelden en keuzes hadden, zij het soms heel beperkt. Lessen over de Shoah gaan ook over verschilligheid – als tegenhanger van onverschilligheid – en over verantwoordelijkheid jegens elkaar, en over de impact die deze genocide ook nu nog op onze maatschappij heeft.

Ontwerp van het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum. Foto: Nationaal Holocaustmuseum

Trouwjurk

In de vaste tentoonstelling van het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum die nu in ontwikkeling is, staat de ontmanteling van de Nederlandse rechtsstaat onder de nazibezetting centraal. Het gaat over het ontrechten van Joden, waarbij hun uiteindelijk na ruim twee jaar vernedering en uitsluiting ook het letterlijke bestaansrecht werd ontnomen.

Daarnaast is er veel ruimte om het Joodse leven in het licht te zetten. In de eerste zaal van de vaste tentoonstelling, die in 2023 opent, wordt een trouwjurk getoond die is gedragen aan de vooravond van de Duitse invasie. In maart 1940 trouwde een jong Joods paar in Amsterdam, vastbesloten een lang leven samen op te bouwen.

Elke bezoeker herkent de vreugde van een bruiloft, en tegelijk hangt vrees voor de toekomst in de lucht. Die combinatie van emoties nodigt uit om de mensen om wie het in deze tentoonstelling gaat, beter te leren kennen. Zij zijn immers veel méér dan de slachtoffers die de nazi’s van hen maakten. De Joden die in Nederland woonden tijdens de nazibezetting, leefden in alle opzichten levens zoals wij.

De keuze van objecten en verhalen die in de hele tentoonstelling ‘Joods leven tijdens de Sjoa en erna’ illustreren, zal bezoekers verbazen, herkenning bij hen oproepen en nieuwe informatie geven over de grote diversiteit onder Joden in Nederland en de wijze waarop zij omgingen met de brute vervolging. Bovendien garandeert de inbedding van het nieuwe museum binnen het Joods Cultureel Kwartier een voortdurende dialoog tussen bezoekers en museum over Joods leven, niet alleen toen maar ook nu. Want Joods leven in Nederland tegenwoordig is veerkrachtig, divers en op veel plekken aanwezig.

Choepa van een onbekend echtpaar (vermoedelijk uit de familie Monas), ca. 1940. Dit is niet de trouwjurk die is opgenomen in de tentoonstelling. Foto: Joods Cultureel Kwartier

Stereotypen ontkrachten

Al ruim twintig jaar werk ik voor het Joods Cultureel Kwartier, en in die tijd heeft de organisatie een grote ontwikkeling doorgemaakt. Vanuit de overtuiging dat in het Joods Museum de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Nederland nooit gereduceerd mag worden tot die vijf catastrofale jaren, nam de Shoah in de tentoonstellingsprogrammering lange tijd een marginale rol in.

Onder het credo ‘onbekend maakt onbemind’ droeg het Joods Museum wel al die tijd impliciet bij aan de strijd tegen antisemitisme met kennisoverdracht over het Jodendom, en door Joodse geschiedenis en de Joodse gemeenschap positief te belichten. Dat is een bekend standpunt van veel Joodse musea. In het Nationaal Holocaustmuseum zal expliciet aandacht zijn voor antisemitisme, zowel vroeger als nu. Het Joods Cultureel Kwartier maakt dit dus mogelijk door het realiseren van een nieuw museum.

Met de beelden van Joods leven naast die van Jodenhaat in één museum, ontkracht je antisemitische stereotyperingen en laat je zien dat Joden niet anders zijn dan niet-Joden. Lesgeven over Joods leven en educatie over de Shoah zijn voor mij dus onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Over de auteur

 

Annemiek Gringold

Annemiek Gringold is conservator Shoah bij het Joods Cultureel Kwartier.


Foto boven aan pagina

Foto van onbekend bruidspaar, gefotografeerd bij huis, circa 1940. Bron: Joods Cultureel Kwartier