De omstander in het museum

Expositievragen

door Larissa Pans – leesduur 8 minuten

Op welke wijze verbeeld je ‘de omstander’? Zijn omstanders bij begane misdaden in de geschiedenis toevallige ooggetuigen, onschuldige passanten of medeplichtigen? Het zijn lastige maar urgente vragen voor conservatoren en andere professionals bij musea en herinneringscentra. Bij het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) zijn ze zelfs leidend bij de inrichting van exposities. Larissa Pans verdiepte zich in de aanpak van het USHMM en maakte daarnaast een rondgang langs een aantal Nederlandse en Belgische experts.

“Om de Holocaust te kunnen begrijpen, moet je de verschillende rollen zien, te beginnen bij de omstander, alsook die van de dader en van het slachtoffer.” Holocaustoverlevende Elie Wiesel zei dit bij de oprichting van het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) in Washington in 1979. Curator Susan Bachrach van het USHMM nam het citaat op in haar bijdrage aan de bundel Probing the Limits of Categorization. The Bystander in Holocaust History, dat recent verscheen. Zij memoreert hierin hoe belangrijk de eerste directeur van het museum, Jeshajahu Weinberg, het vond om bezoekers deze fundamentele les mee te geven over de Holocaust: omdat omstanders verzuimden in te grijpen, werden ze medeplichtigen van de daders. Dat is door te trekken naar deze tijd, vindt Bachrach. “Alleen door interventie van de omstander kan een samenleving meer humaan worden.”

Just doing my job?

Bachrach stond aan de basis van de expositie Some Were Neighbors: Collaboration and Complicity in the Holocaust (2013-2017), die de rol van ‘gewone mensen’ bij de vervolging en massamoord op Joden en andere slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog onderzocht. Haar doel hierbij was om ook de complexiteit van de rollen van verschillende actoren beter te belichten – een ‘redder’ kon er immers ook antisemitische denkbeelden op na houden of niet enkel uit altruïsme handelen. Ook het idee dat een hele groep (waaronder een regering of de politie) een omstander kan zijn verwerkte ze in de expositie, in een themagedeelte met de prikkelende vraag ‘Just doing my job?’.

Van 2013 tot 2017 bracht het United States Holocaust Memorial Museum in Washington DC de tentoonstelling Some Were NeighboursFoto: United States Holocaust Memorial Museum

Het Amerikaanse museum heeft van het begin af aan oog gehad voor de positie van de omstander, stelt Bachrach. De vaste collectie omvat verschillende foto’s waarop ooggetuigen te zien zijn, zoals mensen die uit hun raam hingen op het moment van een razzia. Ook heeft het museum een permanente tekstzuil waarin de rol van de omstander wordt beschreven: ‘De Europese bevolking die onder nazibewind was gekomen en die toekeek en grotendeels niet ingreep toen de Jodenvervolging plaatsvond.’ Daarnaast besteedt het USHMM expliciet aandacht aan de Amerikaanse omstander. Het Amerikaanse publiek was natuurlijk vooral buitenstaander bij het Europese proces van de Holocaust, geen deelnemer. In de tentoonstellingssectie ‘De Amerikaanse regering en de samenleving’ wordt stilgestaan bij de vraag hoe de toenmalige regering eind jaren dertig omging met de ‘Joodse vluchtelingencrisis’. Bachrach haalt hierbij het beroemde gedicht aan waarin de Duitse theoloog, en verzetsstrijder Martin Niemöller schetst wat er gebeurt als niemand voor een ander opkomt. De eerste zin van dit gedicht: “Eerst kwamen ze voor de socialisten, en heb ik gezwegen – ik was immers geen socialist.”

Meerdere perspectieven

In Nationaal Monument Kamp Vught hangt een foto waarop een meisje tussen haar ouders in op straat staat. De foto is in de Tweede Wereldoorlog illegaal uit een dakraam genomen terwijl het eerste transport met gevangenen door Vught liep, aan beide kanten bewaakt door Wehrmacht-soldaten. In 2010 bracht ‘Vught’ de expositie Zichtbare Herinneringen, gekoppeld aan een historische wandelroute langs beladen plekken waarbij ooggetuigen uit die tijd vertelden wat zij gezien hadden. Voor die expositie werd het meisje van de foto opgespoord, vertelt collectiebeheerder Brigitte de Kok. Als omstander van toen vertelde zij de bezoekers over haar herinneringen aan dat moment.

Bij het eerste transport van gevangenen naar het net gebouwde Kamp Vught keken inwoners van Vught lijdzaam toe. Het meisje dat in een van de voortuinen tussen haar ouders in stond te kijken, deed in 2010 haar verhaal in de tentoonstelling Zichtbare HerinneringenFoto: Nationaal Monument Kamp Vught

Door de ligging van Kamp Vught, aan de rand van het dorp, is het thema omstanders altijd al een onderwerp geweest in Vughtse exposities, al werd het nooit expliciet zo benoemd. “Omstanders waren bijvoorbeeld de bouwvakkers die met de gevangenen aan het kamp bouwden en soms hun brood met hen deelden, dorpelingen die voedselpakketten brachten, maar ook bewoners die gordijnen en ramen sloten als er een transport door de straat trok”. De Kok: “Al die verschillende verhalen vertellen we aan de hand van voorwerpen. Dat sluit aan bij de landelijke en misschien ook wel mondiale trend om historische gebeurtenissen vanuit meerdere perspectieven te bekijken.”

Momenteel zit De Kok als collectiebeheerder van Nationaal Monument Kamp Vught middenin de ontwikkeling van een nieuwe, permanente tentoonstelling waarin het thema ‘omstanders’ (nog) prominenter wordt verwerkt. Deze expositie zal eind 2019 geopend worden. “Ik wil hierin het voortschrijdende inzicht verwerken dat mensen in een oorlog meerdere rollen kunnen hebben. We zijn nog bezig om een soort reflectiemoment in te bouwen hierover. We waken voor het opgeheven vingertje, mensen moeten zelf een oordeel formuleren. Ik wil vooral de dilemma’s weergeven.”

De meest complexe rol

“Wanneer het over de Shoah gaat, staat in onze musea de Joodse ervaring centraal”, zegt Annemiek Gringold van het Amsterdamse Joods Cultureel Kwartier, waaronder ook het Nationaal Holocaust Museum in oprichting valt. Maar ook deze conservator Shoah en Hollandsche Schouwburg benadrukt dat de rollen van de betrokkenen bij de Shoah niet rigide zijn. “Er wordt vaak gedacht: het slachtoffer wordt vervolgd en hem wordt zijn vrijheid ontnomen, die zit dus in een vast stramien. Maar met die benadering ontneem je het slachtoffer wel dat beetje handelingsvrijheid dat hij had, ook al was de context waarin hij opereerde maar zeer beperkt. Auschwitz-overlevende Victor Frankl zei bijvoorbeeld dat een gevangene wel kon kiezen wat voor soort gevangene hij was, hoe hij in gedachten met zijn ervaringen omsprong of hoe hij omging met zijn medegevangenen. Zelfs de rol van slachtoffer is dus niet eenduidig.”

Nadat was besloten dat de Hollandsche Schouwburg een herdenkingsplaats moest worden, werd in 1960 begonnen met de eerste werkzaamheden: puinruimen in de grote zaal. Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Anefo/Joop van Bilsen

Wel ziet Gringold de rol van de omstander als de meest complexe, omdat die zo’n breed spectrum van handelen kon hebben. “Hij of zij kon profiteur worden, of facilitator. Hij kon wegkijken, uit angst of omdat hij thuis monden moest voeden. Hij kon ook actief in verweer komen. Heel duidelijk zichtbaar is dat bij het personeel van de Kweekschool tegenover de Hollandsche Schouwburg, dat voor een groot deel bestond uit omstanders die redder werden van Joodse kinderen. Maar hoe kijk je naar de positie van de trambestuurder die stilhield voor de Hollandsche Schouwburg en soms een redder met een Joods kind de tram in liet rennen? En wat te denken van de mensen in de tram, waarvan velen net als de trambestuurder snapten wat er gebeurde en die hun mond hielden?”

Het originele onderschrift bij deze foto: Een van de tientallen trams waarmee opgepakte Joden onder bewaking van de Groene Politie naar het Muiderpoortstation gebracht worden om op transport gesteld te worden. Foto: Beeldbank WO2 – Verzetsmuseum Amsterdam

Gringold wil in het Joods Cultureel Kwartier de “authenticiteit van de gebouwen en de lading die ze dragen” zichtbaar maken in een nieuwe vaste tentoonstelling en daarbij de rol van de toeschouwer nadrukkelijk toelichten. “Wij willen onze bezoekers ervan bewust maken dat mensen onder moeilijke omstandigheden toch nog ruimte hebben voor keuzes, al is het alleen maar in gedachten – ook in tijden van terreur, bezetting en geweld. Er zijn mogelijkheden om te handelen, al kleven daar risico’s aan. Daarmee is het museum een pleidooi tegen onverschilligheid.” Het motto voor de nieuwe tentoonstelling komt uit de Talmoed: “Zien leidt tot gedenken, en gedenken leidt tot doen.” In deze zin ligt het besef besloten dat omstanders ook actief hadden kunnen handelen.

We zijn allemaal omstanders

Marjan Verplancke, hoofd Publiek bij Kazerne Dossin in Mechelen, ontwikkelde in 2015 een workshop getiteld Van bystander tot upstander. Hierin worden mensen aangezet tot actie in ‘noodsituaties’, zoals bij racisme of zinloos geweld, zodat ze van omstander transformeren tot helper. Tientallen schoolklassen, bedrijven, docenten en deelnemers aan de Vlaamse Vredesweek volgden Verplanckes workshop al. De workshop wordt zowel in Kazerne Dossin aangeboden – al dan niet in combinatie met een bezoek aan de expositie – als daarbuiten. Verplanckes uitgangspunt is dat educatie meer moet zijn dan een geschiedenisles tot je nemen. “Het gaat erom wat je ermee doet in je eigen context. We kunnen niet ontkennen dat we allemaal omstanders zijn.”

Kazerne Dossin in Mechelen was de verzamelplaats voor vele duizenden Joden uit België, alvorens zij werden gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen elders in Europa. Foto: Wikimedia Commons – JMDV – Fonds Kummer – (CC BY 3.0)

Zo verwoordt zij een van de aantrekkelijke aspecten van het thema ‘omstanders’ voor musea en herinneringscentra: iedereen kan een omstander zijn en het onderwerp is goed in ieders narratief te plaatsen. Nu de groep ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog steeds kleiner wordt en daarmee de directe overlevering van oorlogsverhalen en -herinneringen aan nieuwe generaties stopt, maakt bijvoorbeeld het verhaal van een omstander op een foto de oorlogssituatie beter voorstelbaar voor (potentiële) bezoekers.

’Bystander-effect’

Verplancke laat haar cursisten nadenken over de vraag wat hun rol is in het hele complexe samenspel van actoren en factoren die tot een gebeurtenis leidt. “Als je je in een omstanderspositie bevindt in een noodsituatie, bijvoorbeeld een racisme-incident in een trein of bus, zijn er talloze obstakels die ervoor zorgen dat je niet tot actie overgaat. Die obstakels moet je eerst kennen en begrijpen om ze te kunnen overwinnen. De hamvraag is steeds: ‘hoe zou je willen reageren in een noodsituatie?’, niet: ‘hoe zou je reageren?’ – want dat laatste weet je niet.”

Een belangrijk thema in de workshop is het ‘bystander-effect’. Het is een bekend verschijnsel: hoe meer mensen aanwezig zijn bij een noodsituatie, hoe kleiner de kans dat een van die mensen ingrijpt. Maar soms is één persoon die ingrijpt genoeg om het bystander-effect te doorbreken. “Ik geef deelnemers aan mijn workshop concrete tips hoe ze een actieve bystander kunnen worden en hoe ze bystander-interventie kunnen stimuleren. Dat spreekt alle leeftijden en niveaus aan en maakt veel gesprek los. Liefst zie ik dat mijn cursisten de workshop koppelen aan een bezoek aan Kazerne Dossin, zodat ze ook de historische context zien.” De boodschap die Verplancke op deze manier wil overdragen? “Je handelingen zijn niet zomaar onschuldig. Elke handeling of niet-handeling heeft een effect of gevolg. Dus ook als omstander draag je een verantwoordelijkheid.”

Over de auteur

 

Larissa Pans. Foto: Merlijn Doomernik

Larissa Pans is journalist en historicus en schrijft als freelancer voor diverse magazines en websites. Tevens is zij auteur van Onbeperkt vruchtbaar. Een zoektocht naar de maximale houdbaarheidsdatum van het moederschap (De Bezige Bij, 2018).


Foto bovenaan pagina

Op een muur in het United States Holocaust Memorial Museum staat het beroemde gedicht van Martin Niemöller, over mensen die zich stilhouden bij de vervolging van medemensen. United States Holocaust Memorial Museum