Jaar van Verzet

Column

door Puck Huitsing  – leesduur 4 minuten

Wat is verzet? Waarom heeft het verzet van toen voor ons nu betekenis? Zou ík in verzet gaan en zo ja, waarom? Maar kan ik die vraag eigenlijk wel beantwoorden wanneer ik nooit oorlog heb ervaren? Het zijn vragen die centraal staan in dit eerste volledig digitale nummer van Onderzoek uitgelicht, en die ook leidend zullen zijn tijdens het ‘Jaar van Verzet’ in 2018. Organisaties binnen Platform WO2 geven volgend jaar zelf en samen aandacht aan het verzet. Ook u kunt meedoen! Tijdens het jaarcongres van Platform WO2 op 3 oktober a.s. trappen we gezamenlijk het themajaar af.

In een wereld vol oorlog en onvrijheid wordt het steeds relevanter om te reflecteren op de Tweede Wereldoorlog. Relevanter, maar ook moeilijker, omdat nieuwe generaties verder van de oorlog afstaan. Voor hen geldt, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen: ‘the past is a foreign country’. Om die reden is Platform WO2 opgericht. Door de krachten te bundelen willen we helder laten zien dat ons verleden een actuele relevantie heeft en het daarom voor de toekomst moet worden verankerd.

 

Oorlog en vrede
In het aankomende themajaar werpen we nieuwe vragen op rond het verschijnsel verzet. Nu ons nieuws dagelijks wordt bepaald door oorlogen is het niet alleen een oud, maar ook een actueel thema – en een thema dat volop voor verwarring kan zorgen. Want wat voor de één een terrorist is, kan voor de ander zomaar een verzetsheld blijken en andersom. In Nederland associëren veel mensen ‘verzet’ automatisch met de Tweede Wereldoorlog, wat ons perspectief op het verschijnsel verzet steevast kleurt. Maar hoe er nu naar te kijken?

 

Motieven toen en nu
De rode draad van dit themanummer is de vraag wat de betekenis is van verzet toen, voor ons nu. Waar verzet vaak als een collectief heroïsme wordt neergezet, onderzoeken auteurs hier vooral de individuele motieven. Waarom gingen mensen in verzet en wat kunnen we daarvan leren voor de wereld van vandaag? Zo vraagt Gabriël van den Brink zich aan de hand van een studie naar het Franse verzet af of ‘in verzet gaan’ wel zo’n rationele beslissing is. Hij pleit ervoor verzet niet alleen vanuit sociale en politieke motieven te verklaren, maar ook vanuit een gedrevenheid voor hogere idealen.

Onno Sinke laat in zijn artikel over Erik Hazelhoff Roelfzema – de ‘Soldaat van Oranje’ – zien wat de impact was en is van diens verhaal op de beeldvorming rond verzet. Het rechttoe- rechtaan verhaal over een klassieke verzetsheld was welkom in de jaren zeventig, een tijd waarin het verzet een steeds minder centrale plaats in ging nemen in de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.

De impact van Hazelhoff Roelfzema’s boek lijkt oneindig, nu ook de musical Soldaat van Oranje al bijna zeven jaar volle zalen trekt. Een van de muzikale hoogtepunten van de musical is het kenmerkende lied Als wij niets doen, wie dan?. Frank van Vree reflecteert op de vraag die daar vlakbij ligt, namelijk ‘Wat zou ík in zo’n situatie doen?’. Voor mensen die alleen vrede kennen een moeilijk te beantwoorden vraag, maar in Van Vree’s ogen in feite een te makkelijke vraag.

Hij wijst erop dat er vele motieven zijn en waren om in verzet te komen. Want in oorlogs- én vredestijd geldt dat het begint bij de vraag hoever je vindt dat je eigen verantwoordelijkheid gaat, als je ziet dat de waardigheid van een ander in het geding is. En daarmee zijn we bij de column van Ismee Tames aanbeland. Ook zij vraagt ons: pleit je voor medemenselijkheid of sla je al snel oorlogstaal uit? Waarbij er een wezenlijk verschil is tussen verzet in oorlog en protest anno nu.

 

Waar ligt mijn grens?
‘Vrijheid is niet vanzelfsprekend’ benadrukt ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Vrijheid vereist verantwoordelijkheid en betrokkenheid van iedereen. Reflectie op ‘het verzet’ en op de vraag waar de grens voor jezelf ligt, is daarom meer dan ooit actueel. De hamvraag, zo wordt me eens te meer duidelijk na lezing van de artikelen in deze Onderzoek uitgelicht, is ‘Wat doe ik nú?’. En dat leidt bij mij tot veel nadenken, want wat doe ik eigenlijk? Ik hoop en verwacht dat dit nummer bij u eenzelfde uitwerking heeft.

 

Puck Huitsing is programmadirecteur van het Netwerk Oorlogsbronnen.