In de eerste maanden na de inval in Oekraïne verschenen er tal van lesbrieven om docenten handvatten te geven om die plotselinge oorlog bespreekbaar te maken in de klas. Hoe praat je met leerlingen over zo’n ‘disruptieve gebeurtenis’? En welke informatie geef je ze over de oorzaken die eraan ten grondslag liggen? Jonathan Even-Zohar, oud-directeur van de Europese vereniging van geschiedenisdocenten EuroClio, onderzocht welke kenniskaders de verschillende lesbrieven aanreiken om het conflict in historisch perspectief te plaatsen.
“Papa, we moeten niet naar vakantie in Oekraïne. Daar is oorlog. Zeker nog 1000 jaar.” Uit het niets deed mijn dochter van 7 jaar deze duit in het zakje bij het bespreken van onze vakantieplannen. Het deed me beseffen hoezeer deze oorlog al ‘normaal’ geworden is. Hoe anders was dit eind februari 2022, toen we plots via liveverbindingen geconfronteerd werden met bombardementen, vluchtelingen, tanks, vliegtuigen en scheepskanonnen. Een disruptief moment, zo stelden de leermiddelenontwikkelaars van TerInfo, een project vanuit de Universiteit Utrecht.
Meerdere leermiddelenmakers brachten in de tien weken die volgden op de invasie van het Russische leger in Oekraïne lesbrieven uit die op de gebeurtenissen inhaakten. In dit stuk neem ik zeven lesbrieven onder de loep die werden ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs (VO). Dit vanuit interesse voor de vraag hoe actuele conflicten kunnen worden besproken in de klas en in hoeverre historische kennis en inkadering daarbij behulpzaam of wenselijk zijn.
Titel |
|
Organisatie |
|
Toelichting lesbrieven VO-leerlingen |
|
|
|
|
|
Oorlog in Oekraïne |
|
Amnesty |
|
Bedoeld om de oorlog bespreekbaar te maken, met nadruk op vluchtelingen. |
|
|
|
|
|
Oekraïne & Rusland – de oorsprong en gevolgen van een complex conflict |
|
Atlantische Commissie |
|
Lesbrief voor docenten en leerlingen, met nadruk op historische en actuele achtergronden. |
|
|
|
|
|
Borders and Self-determination: Crimea |
|
EuroClio |
|
Online bronnenverzameling, met name bedoeld voor docenten om werkvormen mee te ontwikkelen. |
|
|
|
|
|
Informatie-oorlog / Stelling nemen / Wie is wie |
|
ProDemos |
|
Lesbrief over (1) de manier waarop informatie en feiten gemaakt, gedeeld en verspreid worden in de context van de oorlog, (2) debat voeren over Nederlands beleid en (3) achtergrondinformatie (tijdlijn, perspectieven en docentenhandleiding) over de verschillende actoren in dit conflict. |
|
|
|
|
|
Lesbrief naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne |
|
TerInfo |
|
Lesbrief voor docenten (inclusief kenniskader en pedagogische handvatten) om docenten en leerlingen direct na de inval van het Russische leger in staat te stellen om te gaan met het disruptieve moment. |
|
|
|
|
|
Oorlog in Oekraïne, Westerse wereld eensgezind |
|
Uitgeverij Deviant; #Trending |
|
Lesbrief met werkblad, PowerPoint-presentatie en docentenhandleiding |
|
|
|
|
|
Oorlog in Oekraïne |
|
Uitgeverij Neo; Methode M |
|
Onderdeel van een online lesmethode voor Mens & Maatschappijvakken |
Oorzaken en aanleidingen
De zeven lesbrieven over de invasie van Oekraïne die ik onder de loep nam, vragen om te beginnen allemaal aandacht voor de leef- en gevoelswereld van de leerling. Ze stimuleren docenten om aandacht te besteden aan de menselijke, alledaagse aspecten van het conflict, zoals vluchten, het leven met tekorten en de omgang met desinformatie. De makers van de lesbrieven bieden docenten ook manieren (werkvormen, type vragen, etc.) om in de klas met gevoeligheden en emoties om te gaan.
Maar een oorlog moet ook verklaard worden, want waarom is deze uitgebroken? Deze vraag omvat tal van dimensies die te maken hebben met het verschil tussen oorzaken en aanleiding, en raakt aan veel verschillende zienswijzen en perspectieven. De lesbrieven bieden informatie hierover soms als achtergrond aan. Ook worden docenten met tijdlijnen, kenniskaders en extra bronnen geholpen om het conflict in historisch perspectief te plaatsen.
Ik bestudeerde de wijze waarop de verschillende lesbrieven historische (kennis)kaders inzetten. In mijn bespreking hieronder focus ik op drie aspecten daarbij: het instrument van de tijdlijn, het opvallende gebrek aan multiperspectiviteit en de nadruk op politiek-militaire dimensies.
Waar begint de tijdlijn?
De chronologische tijdlijn is misschien wel het meest voor de hand liggende instrument waarmee (historische) kennis aangereikt wordt. Maar klip en klaar is een tijdlijn niet bij voorbaat. Want welke gebeurtenissen zet je erop en welke niet? Is er sprake van één lijn of van meerdere lijnen naast elkaar? Wat voor details geef je bij een gebeurtenis? En in welke vorm presenteer je zo’n lijn? Wat vooral in het oog springt is het verschil in de lengtes van de tijdlijnen in de verschillende lesbrieven, en daarmee in de duiding van de oorzaken van en aanloop naar de invasie.
De lesbrief van TerInfo maakt geen gebruik van een fysieke tijdlijn, maar biedt wel historische context vanuit een chronologische insteek. Hij stelt vragen vanuit de actualiteit en beantwoordt sommige daarvan chronologisch. Op deze manier wordt een veelheid aan (chronologische) gegevens op een behapbare manier gepresenteerd. Het hoofdstuk ‘Historische context en duiding’ is met vier pagina’s tekst behoorlijk uitgebreid en gedetailleerd. Zo geeft dit hoofdstuk, vanuit de vraag naar Poetins redenen voor de invasie van Oekraïne, informatie over de extreemrechtse groepen die tegen pro-Russische separatisten vochten na de bezetting van de Krim in 2014. Ook wordt verwezen naar de onafhankelijkheid van Oekraïne als gevolg van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. Met betrekking tot het schenden van internationaal recht verwijst deze lesbrief naar een aantal belangrijke verdragen als sleutelmomenten.1 De andere vragen en antwoorden gaan over de historische band tussen Oekraïne en Rusland en de directe aanleiding voor het conflict. De nadruk ligt met name op de moeizame relatie in de 20e eeuw2 en de politiek-militaire ontwikkelingen sinds 2008.3
De lesbrief van de Atlantische Commissie staat eveneens uitvoerig stil bij het verleden, maar wel in de vorm van een tijdlijn. Hij geeft als leerdoel mee dat leerlingen zullen leren over “het gedeelde verleden van Oekraïne & Rusland” en “de complexe relatie tussen Oekraïne & Rusland”. In vergelijking met de lesbrief van TerInfo geeft deze lesbrief een meer verfijnde uiteenzetting van de geschiedenis, vanaf het ontstaan van het Kievse Rijk tot aan de Sovjet-Unie. Hij staat stil bij de verschillende ontwikkelingen die het gebied wat betreft taal en religie over een langere periode verdeeld hebben. Ook geeft hij een inkijk in zienswijzen van Russische historici op de complexe historie in vergelijking met die van westerse historici.
De ‘Wie is wie’-lesbrief van ProDemos biedt een tijdlijn in de vorm van een tabel aan, maar deze begint pas in 1991. Hij spoort leerlingen aan kennis te nemen van de verschillende spelers en posities in het conflict. Deze lesbrief verwijst ook naar een vier minuten durend NOS-nieuwsitem uit januari 2022 over Poetins stellingname dat de NAVO te ver naar het Oosten is uitgebreid. Zowel in de lesbrief als in het filmpje is de historische inkadering beperkt tot de periode na 1991, met een sterke nadruk op de afgelopen vijftien à twintig jaar. De video schetst dat de uitbreiding van de NAVO door Rusland als bedreigend is ervaren, en benoemt ook het dieperliggende historische aspect dat Poetin telkens inbrengt: dat er geen sprake is van een Oekraïens volk, aangezien de Russische cultuur in Kiev zou zijn ontstaan. Ook de aanwezigheid van de Russische taal, cultuur en religie in Oekraïne wordt aangedragen als argument voor Poetins positie.
Screenshot uit de video van de NOS uit januari 2022 over Poetins positie dat de NAVO te ver naar het Oosten is uitgebreid. Bron: NOS
De geboden tijdlijn en de achtergrondvideo bieden samen een duidelijk beeld van oplopende geopolitieke spanningen. De tijdlijn geeft veel details over de politieke ontwikkelingen, door bijvoorbeeld het verloop van de Maidan-revolutie en de verschillende verkiezingen in Oekraïne met exacte data aan te bieden. De focus op de afgelopen vijftien à twintig jaar sluit goed aan bij de manier waarop er in de media over dit conflict gesproken wordt.
In 2022 hebben een aantal methodeontwikkelaars ook speciale opdrachten ontwikkeld met betrekking tot deze oorlog, en deze bieden eveneens historische kaders aan. Zo worden leerlingen in de keuzeopdracht ‘Oorlog in Oekraïne: de achtergrond’ van Methode M gevraagd om te kijken naar een zeer beknopte video over de geschiedenis van het communisme en de Sovjet-Unie. Voor een specifiek op Oekraïne gericht kader wordt opnieuw een beroep gedaan op de NOS én op Poetin, dit keer voor een acht minuten durend item over het wereldbeeld van Poetin. Dit item neemt de Koude Oorlog en de dreiging van een nucleaire wereldoorlog als vertrekpunt, om vervolgens in te zoomen op het leven van Poetin, zijn tijd als Sovjet-spion in de DDR en zijn visie op het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en haar militaire macht als een catastrofe. Het item geeft aan dat de uitbreiding van de NAVO en de Europese Unie, de installatie van raketsystemen nabij Rusland en de Europese steun en associatie met Oekraïne Poetin een doorn in het oog zijn.
De overige lesbrieven, zoals ‘Oorlog in Oekraïne’ van #Trending, focussen net als die van ProDemos op recente politieke ontwikkelingen die leidden tot het conflict.
Rusland versus het Westen
Een ander aspect dat opvalt bij het bestuderen van de lesbrieven, is dat de historische kaders die de lesbrieven aanbieden hoofdzakelijk een conflict tussen twee partijen schetsen: Rusland en het Westen. Een aantal lesbrieven biedt wel een beknopte achtergrond van de Oekraïens-Russische relatie, maar veelal in relatie tot het wereldbeeld van Poetin, en minder in relatie tot andere historische lijnen (zoals de Ottomaanse geschiedenis, of de Europese, of de Amerikaanse). Omdat de lesbrieven gemaakt zijn om snel in te haken op de actualiteit, ligt het behandelen van veel verschillende perspectieven natuurlijk ook niet voor de hand. De lesbrief van TerInfo biedt desondanks – als enige – een breder perspectief op het conflict door de aanval op Oekraïne te vergelijken met kolonialisme in Afrika, zoals ook de Keniaanse VN-ambassadeur Martin Kimani onlangs deed.
Wat ook opvalt is dat de meeste lesbrieven die de nadruk leggen op ‘Rusland versus het Westen’ geen verdieping bieden in het ‘westerse’ perspectief. Daar waar men aangeeft dat er in Rusland verschillende zienswijzen zijn op de oorlog (bijvoorbeeld Poetin, gewone Russen, het leger, etc.), en dat ook in Oekraïne het geval is (Maidan-demonstranten, Janoekovitsj, Zelensky, Russisch-sprekenden, de zogeheten volksrepublieken, etc.), blijft het Westen vaak als een moloch gepresenteerd worden. Door geen variëteit in perspectieven en stemmen aan de westerse zijde aan te brengen – denk aan het verschil tussen Oost- en West-Europa of tussen EU-lidstaten die in meer of mindere mate afhankelijk zijn van Russische gasleveranties – lijkt te worden meegegaan in de eenheid die het Westen wil voorwenden in dit conflict.
Een eveneens ontbrekend perspectief is dat waarbij gerefereerd wordt aan westerse invallen in andere landen, zoals je wel tegenkomt in de online comments onder bijvoorbeeld de YouTube-links naar de NOS-video’s of op Twitter. Hier verschijnen met enige regelmaat opmerkingen die aandacht vragen voor de recente westerse invallen in Afghanistan, Irak en Libië, of voor de wijze waarop het Westen Israël van steun voorziet. Het bespreekbaar maken van een perspectief waarbij de NAVO en westerse landen niet ‘automatisch’ de good guys zijn, zou leerlingen mogelijk kunnen helpen om een complexer beeld van de wereld te ontwikkelen. Tegelijk is het maken van versimpelde vergelijkingen natuurlijk ook een valkuil, en een ingewikkelde operatie voor docenten gezien de mogelijk emotionele lading.
Politieke en militaire focus
Bij het bespreken van een conflict is aandacht voor het gevecht aan de frontlinie(s) niet vreemd. Maar kijken de lesbrieven ook naar andere relevante contexten en ontwikkelingen? Een opvallende lesbrief in dit verband is die van Amnesty, die bijzondere aandacht vraagt voor de impact die oorlog heeft op het leven van kinderen en gezinnen. Deze focus wordt gebruikt om leerlingen bewuster te maken van de context met betrekking tot vluchtelingen, opvang, regelgeving en mensenrechten. Dit zet aan het denken: hadden de geboden historische kaders in andere lesbrieven ook niet meer kunnen doen dan ‘slechts’ politieke en militaire contexten bieden?
Het is zeer begrijpelijk dat veel lesbrieven kozen voor een bepaalde focus, omdat meer aspecten toevoegen ten koste zou gaan van de ‘behapbaarheid’ van het materiaal. Toch blijft de vraag hangen waarom geen van de lesbrieven aandacht gaf aan bijvoorbeeld de rol van energie en gas in dit conflict. Juist omdat het gasknooppunt van Groningen een belangrijke rol heeft gespeeld in de Russisch-Europese energiehandel, maar ook omdat Shell veel Russische velden en infrastructuren heeft ontwikkeld, zou een historisch kader hierover nut kunnen hebben. Ook cultuurhistorische aspecten zoals taal en religie komen niet aan bod.
Wat een aantal lesbrieven heel goed probeert te doen, is leerlingen zicht geven op vrede. Zo wordt veelvuldig verwezen naar een bijdrage van Clingendael-expert Bob Deen, die in een kort video-item bij de NOS toelicht hoe Nederland, als onderdeel van de EU en de NAVO, zoekt naar diplomatieke uitwegen, en ook aangeeft hoe verschillende diplomatieke platforms (zoals de OVSE) historisch ontwikkeld zijn.
De lesbrief van Amnesty met aandacht voor vluchtelingen en kinderen. Bron: Amnesty International
De actualiteit en de achteruitkijkspiegel
Het inbrengen van de actualiteit in het geschiedenisonderwijs is een vak op zich. Andersom geldt dit ook: hoeveel geschiedenis heb je nodig om de actualiteit te begrijpen?4
Aan de ene kant biedt de actualiteit een kans om, in het geval van een conflict, ‘geschiedenis in wording’ met leerlingen te bestuderen. Wat gebeurt er? Wat zien we? Wat weten we, en hoe menen we dat te weten? Hoe zal hier later op worden teruggekeken? Helpt het ons om conflicten in andere plaatsen en/of andere tijden te beschouwen? Het klaslokaal is de facto een publieke plek die niet in isolatie bestaat. Grote gebeurtenissen, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen er ruimte krijgen. Aan de andere kant lijkt het mij belangrijk dat aanbieders van lesbrieven bewust omgaan met de spaarzame tijd, energie en aandacht die docenten hebben om af te wijken van hun bestaande lesstof, curriculum en planning.
Op algemeen niveau zouden we ons kunnen afvragen of ons geschiedenisonderwijs de geopolitieke aspecten verder zou kunnen thematiseren. Kunnen we ons indenken dat we met betrekking tot de 20e en 21e eeuw het belang van de feitenkennis van de twee wereldoorlogen, de Koude Oorlog, de diverse verdragen, conferenties en akkoorden loslaten, en meer vanuit bredere vragen werken aan (historische en tegenwoordige) cases? Vragen waaraan ik dan bijvoorbeeld denk:
- Hoe zijn nationale staten ontstaan en welke rol spelen de taal en het verhaal van een natie daarbij?
- Hoe is de internationale rechtsorde tot stand gekomen en tegen welke problemen loopt deze aan bezien vanuit verschillende machtsblokken?
- Welke rol speelt geschiedenis zelf in het denken (van politici, en andere mensen met macht) over de toekomst?
- Hoe ontstaan verdeelde samenlevingen en in welke omstandigheden komt het tot geweld, oorlog en genocide?
Zulke vragen kunnen aan de hand van de actualiteit telkens opnieuw met andere casuïstiek worden behandeld.
Een school in Velyka Kostromka is op 8 augustus 2022 zwaar beschadigd door Russische artillerie. Bron: State Emergency Service of Ukraine op Wikimedia Commons (CC BY 4.0)
Bij de laatste vraag doemt ook een specifieke gedachte op in relatie tot Holocaust- en genocideonderwijs. Een duidelijk aspect van het huidige conflict is het etnische kader dat door Poetin ingebracht is als legitimering van het geweld. In Nederland gaat normaliter relatief veel aandacht uit naar begrip van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Zou het niet interessant zijn om etnocentrische politiek, en de cultuur van (extreem) nationalisme en imperialisme die daarmee gepaard gaat, veel breder te bestuderen in het onderwijs? Leerlingen kunnen dan leren over de gevaren van etnische geweldspolitiek en deze kennis toepassen in diverse conflicten, zo ook ten aanzien van Poetins retoriek.
Er groeien nu duizenden Oekraïense kinderen en jongeren op in het Nederlandse onderwijs. Voorlopig gaan ze niet terug, en zo blijft de oorlog aanwezig in de klaslokalen. En dit is het geval voor meer conflicten waar kinderen en jongeren, direct of indirect, onderdeel van zijn. In het werken aan een vreedzame wereld zijn onze klaslokalen de radertjes.
Over de auteur
Jonathan Even-Zohar. Bron: Nike Liscaljet
Jonathan Even-Zohar is oud-directeur van EuroClio, European Association of History Educators en onderzoeker aan de Reinwardt Academie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten).
Meer lesmateriaal
De bronnencollectie die door EuroClio wordt aangeboden op het platform Historiana biedt tientallen (schriftelijke) bronnen, en daarmee een brede verscheidenheid aan perspectieven op de status van de Krim. Deze verzameling wordt aangeboden als een kans voor docenten en leerlingen om te oefenen met multiperspectiviteit, en minder als een noodzakelijke oefening om het huidige conflict te begrijpen.
Noten
1. Deze zijn: het VN-handvest van 1945, het Verdrag van Boedapest van 1994 en het Akkoord van Minsk van 5 september 2014.
2. Met nadruk op de Onafhankelijkheidsverklaring van Oekraïne in 1917, opname in de Sovjet-Unie en speciale status van de Krim, de taalpolitiek van Lenin en Stalins rol in het organiseren van de genocidale hongersnood ‘Holodomor’.
3.. De lesbrief beschrijft de afscheiding van Zuid-Ossetië en Abchazië van Georgië in 2008, en gaat dieper in op de Euromaidan-revolutie (2013-2014) en de inlijving van de Krim door Rusland. Het noemt de neergeschoten MH17 op 17 juli 2014 en vermeldt hier het specifieke aantal van 298 slachtoffers, onder wie 196 Nederlanders.
4. De lesbrief van TerInfo was zelf al voorzien van een enquête gericht op de docenten die de lesbrief zouden gebruiken. De makers van deze lesbrief slaagden er mede hierdoor in om in oktober 2022 een evaluatie te kunnen publiceren. In het vakblad Dimensies (oktober 2022) kwamen een aantal docenten aan het woord met betrekking tot het vraagstuk ‘kennis’. “23 respondenten vonden dat er belangrijke informatie of bepaalde perspectieven in de lesbrief ontbraken”, en “zeven respondenten misten belangrijke historische feiten en waren van mening dat de lesbrief een te eenzijdige lezing gaf van de geschiedenis”. Het onderzoek geeft aan dat dit aansluit op “eerder onderzoek waaruit bleek dat docenten bij disruptieve momenten behoefte hebben aan ingekaderde informatie (Wansink et al., 2021). Het blijkt effectief om bij een disruptief moment uit te zoomen en te kijken naar parallellen met de geschiedenis.”
Foto boven aan artikel
Een school in Serhiivka (in de Donetsk regio) werd op 30 juni 2023 door een Russische raket getroffen. Een leraar en accountant kwamen bij deze aanslag om het leven. Bron: National Police of Ukraine op Wikimedia Commons (CC BY 4.0)