Project & publicteit
Het project was een initiatief van en financieel mogelijk gemaakt door het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Er is samenwerking gezocht met de Stichting Musea en Herinneringscentra 40–45, de Kunsthal en het vfonds. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is verantwoordelijk voor de Nationale Herdenking en de Nationale Viering van de Bevrijding. Het is verder een taak van het Nationaal Comité 4 en 5 mei om bij te dragen aan het borgen van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei doet dit graag in samenwerking met de oorlogs- en verzetsmusea die immers zelf mede vorm geven aan deze herinnering. De tentoonstelling was het resultaat van een uitstekende en unieke samenwerking.
Tien Nederlandse musea en herinneringscentra die zich richten op de periode 1940 -1945 werken samen binnen de Stichting Musea en Herinneringscentra 40 – 45. De musea zijn niet alleen beheerders van historische collecties die verschillende aspecten van de Tweede wereldoorlog belichten, zij zijn vooral ook vertellers van verhalen over de Tweede Wereldoorlog in Nederland, Nederlands-Indië of elders in de wereld. De musea ontsluiten belangrijke, vaak lokale historische informatie. Liesbeth van der Horst, directeur Verzetsmuseum Amsterdam, is tot voorzitter benoemd van het bestuur dat bestaat uit de directeuren van de deelnemende musea.
Een bezoek aan de Kunsthal is een boeiende tocht langs oude meesters, vergeten culturen, fascinerende foto’s, vernieuwend design en hedendaagse kunst. Omdat er altijd meerdere tentoonstellingen tegelijk te bezichtigen zijn, biedt de Kunsthal een avontuurlijke reis door verschillende werelddelen en kunststromingen. De Kunsthal is met overtuiging en plezier partner geworden van het project De Tweede wereldoorlog in 100 voorwerpen. Ze heeft daarvoor haar mooiste en grootste expositieruimte ter beschikking gesteld. De Kunsthal verzorgt tevens het educatieve programma rondom de tentoonstelling.
Het vfonds (het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg) zet zich in voor de erkenning en waardering van geüniformeerden die in dienst zijn van de Nederlandse overheid waar ook ter wereld. Het vfonds wil, met voorlichting, educatie en publiciteit, respect en waardering van de maatschappij krijgen voor alle personen die betrokken zijn geweest bij internationale vredesoperaties. Het vfonds heeft een financiële bijdrage geleverd aan de tentoonstelling waardoor de prachtige fotowanden gerealiseerd konden worden. Daarnaast heeft het vfonds een financiële bijdrage geleverd aan de Kunsthal voor onder andere het educatieve programma en de publiciteit.
Unieke samenwerking
Het is voor het eerst dat 25 musea naar buiten komen met een gezamenlijke campagne en tentoonstelling. De musea en instellingen die meededen houden met elkaar de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend. Ook zien ze de meerwaarde van samenwerken, namelijk: het beter positioneren van de sector bij het Nederlandse publiek en daarmee het bezoek aan deze musea vergroten.
Publiciteit
Rondom de opening
De opening van de tentoonstelling en het nieuws dat de knikkers van Anne Frank in de tentoonstelling tentoongesteld zouden worden heeft de nationale en internationale pers gehaald (klik om de afbeelding om naar het bericht te klikken).
![]() Oogtv.nl |
||
Voortraject
Op 15 augustus maakte het Nationaal Comité 4 en 5 mei bekend dat de tentoonstelling ‘De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen’ vanaf februari in de Kunsthal te bezichtigen was. Vanaf die datum is er veel over deze unieke samenwerking tussen 25 oorlogs- en verzetsmusea en herinneringscentra in de media verschenen. Ook de oproep van Ad van Liempt om de laatste vijf voorwerpen aan te dragen kon op grote belangstelling rekenen. Hieronder vindt u een greep uit de nieuwsberichten.
Exposure
Naast veel media-aandacht was het project ook op andere plaatsen goed zichtbaar.