De politiek van de Holocaust-herinnering in Wit-Rusland

Onderzoek

door Anne-Lise Bobeldijk – leesduur 11 minuten

In het dwangarbeidskamp Maly Trostenets en de omliggende bossen net buiten Minsk vermoordden de nazi’s tussen de 60.000 en 90.000 mensen tussen 1942 en 1944. Een groot deel van hen waren Joden uit Wit-Rusland en uit Midden- en West-Europa. Anne-Lise Bobeldijk doet onderzoek naar de geschiedenis van Maly Trostenets en de complexe herinneringscultuur die rond deze plek is ontstaan.

In het Haus der Geschichte Österreich in de Hofburg in Wenen, het gebouw waar Hitler 81 jaar eerder de Anschluss tussen Duitsland en Oostenrijk uitriep, werd in oktober 2019 het boek Das Massiv der Namen gepresenteerd. Het zogenaamde ‘massief der namen’ is een monument dat in maart 2019 werd onthuld in Minsk. Het gedenkt de Oostenrijkse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vermoord bij Maly Trostenets, een klein dorpje vlak buiten de hoofdstad van Wit-Rusland.

Tijdens de Duitse bezetting werd een kolchoz-terrein in het dorpje gebruikt als dwangarbeidskamp. Er werkten Sovjet krijgsgevangen, Wit-Russische burgers (zowel Joods als niet-Joods), maar ook West-Europese Joden uit wat nu Oostenrijks, Duits en Tsjechisch grondgebied is. De laatste groep was relatief klein, omdat slechts een zeer klein deel van de circa 33.000 naar Minsk gedeporteerde Joden in het Maly Trostenets-kamp terechtkwam. Het overgrote deel werd tussen 1942 en 1943 direct na aankomst in Minsk vermoord in gaswagens of doodgeschoten en begraven in twee bossen dichtbij het kamp, Blagovshina en Shashkova.

Maly Trostenets bleef lang onbekend in West-Europa. Pas eind jaren negentig ontstond er mondjesmaat aandacht voor deze plek, waar naar schatting 60.000 tot 90.000 mensen werden vermoord door de nazi’s. Sinds 2010 neemt de interesse zienderogen toe. In Minsk zijn verschillende monumenten onthuld en een Duits-Wit-Russische tentoonstelling over Maly Trostenets reist langs verschillende steden in Duitsland, Oostenrijk en Wit-Rusland. Bij Maly Trostenets zelf werden in 2015 en 2018 twee staatsmonumenten geopend: eentje in het voormalige kamp en eentje in Blagovshina, waar de meeste Joden vermoord werden.

Laveren

Wat opvalt bij alle herdenkingen en evenementen die rond Maly Trostenets worden georganiseerd, is dat betrokken hoogwaardigheidsbekleders graag benadrukken dat Maly Trostenets een Europese plek is en hoezeer de Europese herinnering aan deze plek van belang is. Zo gaf de projectdirecteur van het nieuwe monumentencomplex in Minsk in 2013 aan dat deze “deel uitmaakt van een gedeelde Europese herinneringscultuur”. En werd Maly Trostenets bij de recente boekpresentatie in Wenen een Europees Vernichtungsort genoemd.

Maly Trostenets is daarmee meer dan alleen een herdenkingsplek. Ze wordt – vrij openlijk – door zowel Duitsland en Oostenrijk als door Wit-Rusland ingezet om de banden tussen de landen te versterken.

Wit-Rusland is een van de meest geïsoleerde landen van Europa. Het land wordt sinds 1994 door Aleksandr Loekasjenko geregeerd en staat bekend als de laatste dictatuur van Europa. Sancties door de Europese Unie, die in de eerste plaats het doel hebben om de afschaffing van de doodstraf te bewerkstelligen en het ondemocratische klimaat in het land te veranderen, maken Wit-Rusland sterk afhankelijk van Rusland.

Maar sinds de bezetting van de Krim in 2014 door Rusland is een politieke koersverandering zichtbaar. President Loekasjenko is in het openbaar in het Wit-Russisch gaan spreken – voorheen sprak hij alleen Russisch – en in 2014 en 2015 trad hij op als onderhandelaar in het conflict tussen Oekraïne en Rusland door twee topontmoetingen te organiseren. Met deze stap in de richting van Europa is het voor Wit-Rusland wenselijk om ook deel uit te maken van een Europese geschiedenis.

De monumentalisering en musealisering van Maly Trostenets laten echter zien dat het lastig is voor Wit-Rusland om te laveren tussen een Europese Holocaustherinnering en het eigen nationale narratief over de Grote Patriottische Oorlog, zoals de periode tussen 1941 en 1945 in de voormalige Sovjet-Unie werd genoemd.

Het museum voor de Grote Patriottische Oorlog in Minsk. Foto: Anne-Lise Bobeldijk, juni 2018

Sovjet-burgers

In juni 2015 hield Loekasjenko een toespraak bij het hoofdmonument voor Maly Trostenets, de Poort der Herinnering. In zijn toespraak sprak hij over andere landen die “de pijn van Trostenets” delen met de Wit-Russen, terwijl hij tegelijkertijd de prestaties van het Rode Leger prees en de “grootheid van het Sovjetvolk wiens nakomelingen wij zijn”. De verwijzing naar de grootsheid van het Sovjetvolk valt niet uit de toon in Wit-Rusland.

Enerzijds werd Wit-Rusland tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen door de terreur van de nazi’s; circa een vierde van de bevolking stierf als gevolg van de Duitse bezetting of werd door de nazi’s vermoord. Anderzijds is in Wit-Rusland ook de felle strijd van grote groepen partizanen van belang binnen de nationale geschiedenis.

Zij vochten, net als het Rode Leger, tegen het naziregime. Het nationale narratief dat werd omarmd tijdens de Sovjettijd, dat dus zowel het heldendom als het persoonlijk leed van het Sovjetvolk benadrukte, werd ook na de onafhankelijkheid van Wit-Rusland in ere gehouden en is ook nu nog altijd het belangrijkste onderdeel van de geschiedenis van de Grote Patriottische Oorlog.

De verwijzing naar de gedeelde pijn met andere Europese landen is ongebruikelijker. Hiermee wordt namelijk gerefereerd aan de Holocaust, en dat is niet vanzelfsprekend. Het laatste Sovjet-monument voor Maly Trostenets, dat in 1963 werd geplaatst, herdenkt alleen de vreedzame Sovjet-burgers die hier werden vermoord. Het feit dat een groot deel van deze burgers Joods was, valt nergens uit op te maken, net zomin als het feit dat een derde van de slachtoffers gedeporteerde West-Europese Joden waren.

In de Sovjet-Unie was dit een vrij gebruikelijke omgang met het verleden. Er was er weinig tot geen ruimte om Holocaust-slachtoffers te herdenken, omdat de Joodse slachtoffers slechts als Sovjet-burgers werden herdacht. Hetzelfde gold voor leden van andere minderheidsgroepen en hen die als Sovjet-krijgsgevangene of partizaan het doelwit waren van de nazi’s.

Hoewel het idee om iedereen als Sovjet-burger te beschouwen het herdenken van verschillende groepen onder dezelfde noemer mogelijk maakte, resulteerde het meestal in het onzichtbaar maken van de Holocaust en in onverschilligheid ten aanzien van het lot van mensen die vervolgd werden voor het feit dat ze Joods waren. Hoewel er iets meer ruimte voor komt, wordt deze geschiedenis nog altijd niet volledig erkend. Een vrij directe verwijzing naar de Holocaust is dus hoogst ongebruikelijk.

De Poort der Herinnering. Foto: Anne-Lise Bobeldijk

‘Kl. Trostenets’

Het benoemen van het gedeelde Holocaust-verleden heeft verschillende effecten. Een daarvan is dat er zo een plek voor een gemeenschappelijk toekomstbeeld ontstaat. Zoals James E. Young in Textures of Memory schrijft: “Door het creëren van gemeenschappelijke ruimten voor het geheugen propageren monumenten de illusie van een gemeenschappelijk geheugen. […] Door het creëren van een gevoel van een gedeeld verleden, zoals bijvoorbeeld nationale gedenkdagen, bevorderen zij het gevoel van gemeenschappelijkheden en zelfs een gevoel van een gedeelde nationale bestemming.”

Het ontwerp van het monumentencomplex in Minsk geeft een poging weer om de geschiedenis binnen het kader van het Europese geheugen van de Holocaust te plaatsen.

Het Maly Trostenets monumentencomplex ligt aan de rand van Minsk, op de grens met het kleine dorpje Maly Trostenets, en staat in schril contrast met de omgeving. Hoge appartementengebouwen en een supermarkt omringen het complex, terwijl een bord de bezoekers naar de verschillende monumenten op het terrein leidt: ‘de weg des doods’, de ‘ruïnes van het vernietigingskamp’ en de ‘plek waar 6500 gevangenen zijn verbrand’.

De appartementen kijken uit op het hoofdmonument, de ‘Poort der Herinnering’, en op de ‘Weg der Herinnering’ die ernaartoe leidt. Grote stenen blokken met herdenkingsplaten waarop alle plaatsen staan waar de nazi’s in Wit-Rusland misdaden hebben gepleegd, bevinden zich aan weerszijden van de weg. Deze eindigt bij een tien meter hoge bronzen sculptuur van een groep menselijke figuren die uit twee zeer hoge poorten tevoorschijn komen.

De figuren zijn slechts half gekleed, de meeste in lompen of in gestreepte outfits, en hebben een blik van wanhoop op hun gezicht. De bronzen deuren lijken een houten kamppoort en zijn gewikkeld in prikkeldraad. Op een van de poorten staat een bordje met daarop ‘Kl. Trostenets’.

Het bord op de Poort der Herinnering. Foto: Anne-Lise Bobeldijk, september 2017

Het is duidelijk dat hier wordt verwezen naar diverse iconen die ingebed zijn in de Europese herinnering aan de Holocaust. De gestreepte kleding bijvoorbeeld herinnert de bezoeker direct aan de kleding die de gevangenen in veel concentratiekampen moesten dragen. Het ‘Kl. Trostenets’-bordje roept een associatie op met de afkorting KL (Konzentrationslager), dat stond voor de namen van de concentratiekampen: KL Dachau, KL Buchenwald, KL Auschwitz…

Holocaust-iconografie

Monumenten zijn nooit een letterlijke weergave van het verleden. Maar in zijn toespraak bij de onthulling van het monument benadrukte president Loekasjenko dat de architecten de lastige taak hadden gehad om “de historische waarheid te bewaren en een volledig beeld te geven van het lijden van de mensen”.

De projectdirecteur en hoofdarchitect van het monumentencomplex, Anna Aksjenova, benadrukte dit eveneens en stelde dat “het monumentencomplex is gecreëerd met het doel de slachtoffers van het nationaalsocialistische regime te herdenken en de historische authenticiteit van de locatie te waarborgen”.

Als men het monument in het licht van deze opmerkingen bekijkt, ontstaat er een probleem met de ‘authenticiteit’ van de ‘historische waarheid’ die wordt verbeeld. In zijn studie over Holocaust-iconen herinnert Oren Baruch Stier ons eraan dat “Holocaust-symbolen een zekere mate van historische authenticiteit moeten uitstralen, willen ze gebruikt worden om de waarheid van de gebeurtenissen die ze moeten weergeven over te brengen.” In het geval van de herdenkingspoort van de Trostenets wordt de ‘historische waarheid’ echter niet in zijn geheel weerspiegeld.

In het monumentencomplex wordt de indruk gewekt dat Maly Trostenets een concentratie- of vernietigingskamp was. Dit is echter niet het geval, ondanks dat er ook in de media recentelijk veel gesproken wordt over Maly Trostenets als vernietigingskamp. Het kamp werd in 1942 gebouwd door Eduard Strauch, commandant van de Sicherheitspolizei in Minsk (KdS Minsk).

Het werd voornamelijk gebruikt als agrarisch kamp voor de KdS Minsk en bestond uit een aantal barakken, werkplaatsen voor arbeiders en een landhuis. Het merendeel van de mensen die bij Maly Trostenets werden gedood, werd direct na hun deportatie vermoord in het bos van Blagovshina en is nooit in het kamp terechtgekomen.

Hoewel er zeker overeenkomsten zijn tussen Maly Trostenets en andere kampen in het nazi-kampsysteem stond het, in tegenstelling tot de meerderheid van de concentratiekampen (KL’s) in het Duitse Rijk en bezette gebieden, niet onder het gezag van de Inspektor der Konzentrationslager. In plaats daarvan werd het gerund door de SS Minsk. De ‘Kl. Trostenets’-inscriptie op het monument verwijst in dit geval niet naar het kamp zelf, maar naar een bord dat tijdens de oorlog bij de ingang van het dorp Maly Trostenets hing en dat de Duitse naam van het dorp droeg: Klein Trostenets.

De uniformen van de mensen die op het monument zijn afgebeeld zijn ook niet geheel waarheidsgetrouw. De gevangenen van Trostenets droegen namelijk niet de gestreepte kleding die de gevangenen van concentratiekampen droegen en die op het monument zijn afgebeeld. Voor een monument dat is opgericht “om de historische waarheid te bewaren”, lijkt het enigszins problematisch dat deze historische elementen niet helemaal authentiek zijn.

Het intrigerende is dat er aan de ene kant geprobeerd wordt om door middel van deze Holocaust-iconografie dichter bij de Europese herinnering aan de Holocaust te komen, terwijl er anderzijds heel terughoudend wordt omgegaan met het expliciet benoemen ervan.

Bij de ingang van het monumentencomplex staat een bord met daarop deze tekst: “Het Trascianec-kamp is een nazistisch centrum voor de uitroeiing van inwoners van Minsk en inwoners van andere Wit-Russische steden en dorpen, leden van de antifascistische ondergrondse strijd, de partizanenbeweging, de krijgsgevangenen van het Rode Leger, burgers die uit Europa zijn gedeporteerd.” Nergens, ook niet in het geval van de West-Europese burgers, wordt het feit genoemd dat een aanzienlijk deel van deze mensen Joods was, terwijl dit wel de enige reden was dat ze vermoord werden.

Bilaterale verhoudingen

Een vergelijkbare omgang met Maly Trostenets is te vinden in het Museum voor de Grote Patriottische Oorlog in Minsk. Het museum, dat in 2014 heropend werd in een nieuw gebouw en met een nieuwe tentoonstelling, wijdt een volledige ruimte aan Maly Trostenets.

De zaal in het Museum voor de Grote Patriottische Oorlog over Maly Trostenets. Foto: Anne-Lise Bobeldijk, september 2017

Op een bordje valt te lezen wat er gebeurd is: “In drie jaar tijd werden hier meer dan 200.000 burgers uit de Sovjet-Unie en bezette West-Europese landen vermoord.1 Qua het aantal doden komt het kamp op de vierde plaats na Auschwitz, Majdanek en Treblinka.” Ook hier worden de slachtoffers alleen burgers genoemd, terwijl er tegelijk een verbinding met de Holocaust wordt gelegd door te verwijzen naar kampen die doorgaans direct geassocieerd worden met de Holocaust.

De Europese herinnering aan Maly Trostenets staat momenteel nog in de kinderschoenen. Doordat deze nog jong is, is ze ook behoorlijk aan verandering onderhevig. In de afgelopen vijf jaar zijn er veel spelers bijgekomen die graag een aandeel hebben in de herinnering en hoe deze wordt vormgegeven. In de catalogus van de reizende tentoonstelling over Maly Trostenets spreekt de Duitse ambassadeur in Minsk over de verantwoordelijkheid om gezamenlijk te herdenken.

De Oostenrijkse ambassadeur in Minsk geeft in het boek Das Massiv der Namen toe dat een van de pijlers van de bilaterale verhoudingen tussen Wit-Rusland en Oostenrijk de gezamenlijke herinnering aan Maly Trostenets is. Ondanks de mogelijke achterliggende agenda’s om deze plek te omarmen en samen met de Wit-Russen te herdenken, heeft de aandacht ook invloed op het discours in Wit-Rusland. Het tweede deel van het Trostenets Memorial Park werd in 2018 geopend in het bos van Blagovshina.

Het monument somt op wie er vermoord zijn in het bos: “leden van de antifascistische ondergrondse strijd en de partizanenbeweging, de krijgsgevangenen van het Rode Leger, de gevangenen van het getto van Minsk en de Joodse bevolking gedeporteerd uit Oostenrijk, Duitsland, Tsjechië, Polen en andere Europese landen”. Hoewel de Wit-Russische Joden – hier op omslachtige en dubbelzinnige wijze beschreven als de “gevangenen van het getto van Minsk” – nog niet openlijk erkend en benoemd worden, verschuift de retoriek stukje bij beetje naar een openlijke erkenning van alle Joodse slachtoffers in Maly Trostenets.

Dit artikel bouwt voort op A.C. Bobeldijk, ‘Holocaust symbolism in Belarusian Memory of Maly Trostenets’, ACCESSING CAMPSCAPES no. 4 (2019) 36-45.

Over de auteur

 

Anne-Lise Bobeldijk

Anne-Lise Bobeldijk is promovendus aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocide Studies en de Universiteit van Amsterdam, waar ze de geschiedenis en de internationale herdenkingscultuur van Maly Trostenets onderzoekt.


Noot

1. Direct na de bevrijding van Minsk werd er onderzoek gedaan bij Maly Trostenets door de Buitengewone Staatscommissie voor het vaststellen en onderzoeken van misdaden gepleegd door de Duits-fascistische indringers en hun medeplichtigen. Zij stelden vast dat er 206.500 mensen vermoord werden bij Maly Trostenets. Historici hebben dit later bijgesteld en momenteel wordt er vanuit gegaan dat er 60.000 tot 90.000 mensen zijn vermoord. Van de West-Europese Joden valt er vrijwel exact vast te stellen wie er vermoord zijn omdat de deportatielijsten nog bestaan. Wit-Russische Joden, Sovjet krijgsgevangenen en andere lokale slachtoffers stierven anoniemer omdat hiervan geen lijsten werden gemaakt. In Wit-Rusland wordt nog altijd uitgegaan van de Sovjet-aantallen.


Verder lezen

James E. Young, The texture of memory : Holocaust memorials and meaning (New Have: Yale University Press, 1993).

Oren Baruch Stier, Holocaust icons: Symbolizing the Shoah in history and memory (New Brunswick: Rutgers University Press, 2015).


Foto bovenaan artikel

Wegwijzer bij het herinneringscomplex Maly Trostenets. Foto: Anne-Lise Bobeldijk, september 2017