Tot barstens toe

Bij het thema

door Sophie van den Bergh – leesduur 4 minuten

“Tot barstens toe kan je je hersens afpijnigen of er een beeld wil opdoemen dat die schande en dat leed bij benadering zou kunnen weergeven.” Zo beschreef kunstenaar en schrijver Jan Wolkers de “onmogelijke taak” waar hij voor stond: het vormgeven van een Holocaustmonument voor de Oosterbegraafplaats in Amsterdam.

In 1977 wordt Jan Wolkers’ inmiddels welbekende Spiegelmonument ‘Nooit meer Auschwitz’ onthuld: liggende gebroken spiegels die de hemel erboven weerspiegelen. Hij heeft toch een vorm gevonden, maar niet een die “dat leed bij benadering” simpelweg weergeeft. Als we omhoog kijken zien we de blauwe lucht, maar weerspiegeld in het monument worden we eraan herinnerd dat die lucht voorgoed geschonden is.

Wolkers’ monument werd geplaatst over de urn met as uit de crematieovens van Auschwitz. Waar de urn direct verwijst naar de slachtoffers doordat het een deel van hun stoffelijke resten bevat, functioneert het Spiegelmonument als metafoor. Het monument kan niet de verschrikkingen uit het verleden weergeven, maar wél laten zien hoe wij nu tegen dat verleden aankijken én hoe het ons heden voor altijd heeft gekleurd.

Het monument werd in 1993 vergroot en verplaatst naar het Wertheimpark, volgens Wolkers’ biograaf Onno Blom omdat er een crematorium in het Oosterpark zou worden gebouwd. Dit zou een te confronterende verbeelding van de concentratiekampen opleveren: “In de glasplaten zou niet alleen de hemel ongeschonden worden weerspiegeld, maar ook de rook uit het crematorium.”

Het Auschwitz-monument in het Amsterdamse Wertheimpark werd in 1993 vlak voor de onthulling ernstig vernield door onbekenden. Uit protest kwamen honderden mensen bloemen leggen op het monument. Foto: Cor Mulder/ANP

Reflectie

De vraag hoe dit gebarsten verleden weer te geven stond ook centraal tijdens de WO2 Onderzoek uitgelicht Live-bijeenkomst die op 12 december plaatsvond in het Nationaal Holocaust Museum i.o. Voor het eerst brachten we een verdiepend programma bij een uitgave van WO2 Onderzoek uitgelicht. De online editie en de bijeenkomst richtten zich specifiek op de rol van documentaires bij het in beeld brengen van de geschiedenis van de Holocaust, en het belang daarbij van gefilmde ooggetuigenissen.

Zo spraken Jessica van Tijn en Pamela Sturhoofd over de documentaire die ze momenteel maken over verzetsvrouw Truus Wijsmuller. Ze interviewden daarvoor drieëntwintig van haar ‘kinderen’, nu allen op hoge leeftijd, die door Wijsmuller gered zijn vlak voor de Tweede Wereldoorlog in de zogenoemde kindertransporten. Zo’n tienduizend, voornamelijk Joodse, kinderen wist Wijsmuller per schip of trein in veiligheid te brengen.

Ze heeft tot nu toe niet de erkenning gekregen die ze verdient, betoogden de makers tijdens de bijeenkomst. Wie meer wil weten over hun werk kan doorlezen in de vorige uitgave van WO2 Onderzoek uitgelicht, waarin een dubbelinterview met hen en documentairemaker Willy Lindwer is opgenomen.

Impressie van WO2 OU Live in het Nationaal Holocaust Museum i.o., met Tjitske Mussche als moderator. Foto: Lucia Hoenselaars

Huidig nummer

Laten we blijven proberen met een onderzoekende blik in het spiegelglas van de geschiedenis te kijken, hoe geschonden ook. Ook in dit nieuwe jaar informeert de redactie u graag weer over recent onderzoek naar (het herdenken van) de Tweede Wereldoorlog.

In dit speciale nummer van WO2 Onderzoek uitgelicht aandacht voor de omgang met de herinnering aan de Holocaust, 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz. Dit doen we in de vorm van twee langere artikelen.

Journalist Marlies Dinjens ging in gesprek met historicus en Cleveringahoogleraar Katja Happe, en adviseur bij de International Holocaust Remembrance Alliance Wichert ten Have. Ze spraken over hedendaagse herdenkingscultuur en Holocausteducatie: hoe houden we de herinnering aan de Holocaust levend? En hoe kan kennis over de geschiedenis van de Holocaust worden overgedragen aan volgende generaties?

Een tweede artikel zoomt in op een tot nog toe onderbelicht gebleven geschiedenis. Promovendus bij het NIOD /UvA Anne-Lise Bobeldijk schrijft over haar onderzoek naar de geschiedenis en de complexe herdenkingscultuur rond Maly Trostenets, een dorpje net buiten Minsk, Wit-Rusland. Tussen de 60.000 en 90.000 mensen werden in en om het dwangarbeiderskamp in Maly Trostenets door de nazi’s doodgeschoten of vermoord in gaswagens.

Een groot deel van hen waren Joden uit Wit-Rusland en uit Midden- en West-Europa. Bobeldijk houdt ons een spiegel voor door te laten zien dat het gangbare beeld van de Holocaust, de gaskamers in Auschwitz, voor veel gebieden in Oost-Europa niet opgaat. Tegelijkertijd heeft dit beeld wél invloed op de manier waarop herdenkingen en monumenten rond Maly Trostenets worden vormgegeven.

Over de auteur

Sophie van den Bergh is hoofdredacteur van WO2 Onderzoek uitgelicht en werkt op de afdeling Onderzoek en educatie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Aan de Universiteit Gent werkt ze aan een proefschrift over herdenkingstheater.


Foto bovenaan artikel

Het Auschwitz-monument van Jan Wolkers werd in 1993 door onbekenden vernield, vlak voor de onthulling in het Wertheimpark. Bij de vernieling ging de glasplaat met de tekst ‘Nooit meer Auschwitz’ aan diggelen. Bron: Herman Pieterse/ANP