Een wanhoopsdaad van liefde

Oorlogsbron uitgelicht

door Janneke Jorna (Netwerk Oorlogsbronnen) – leesduur 5 minuten

In de WO2-zoekmachine Oorlogsbronnen.nl komen miljoenen bronnen uit honderden verschillende erfgoedcollecties samen. Iedere bron kent een eigen verhaal en achter elk verhaal schuilen verschillende bronnen. Dit keer in ‘Oorlogsbron uitgelicht’: het grote aantal bruiloften onder Joodse Nederlanders in maart 1942. Je verder verdiepen in dit onderwerp? Zoek dan naar meer foto’s, archieven, krantenartikelen, objecten et cetera via Oorlogsbronnen.nl.

Achteraf lijkt het soms alsof tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven in bezet Nederland haast stil kwam te staan. Voor een deel van het maatschappelijk leven ging dat ook op, maar zeker niet voor de liefde. Die ging ook in tijden van oorlog haar eigen gang. Terwijl er slachtoffers vielen door oorlogsgeweld, vervolging en onderdrukking werden mensen verliefd op elkaar, werden er huwelijken gesloten en werden er kinderen geboren. Ook in Joodse kring.

Net als andere Nederlanders dat deden, probeerden Joodse burgers onder de Duitse bezetting verder te gaan met het leven. Sterker nog: tegen de achtergrond van toenemende anti-Joodse maatregelen werd er juist binnen de Joodse gemeenschap veel getrouwd. De NSB-krant Het Nationale Dagblad beschreef deze ontwikkeling op 21 maart 1942 in een zeer suggestief bericht met een onmiskenbaar antisemitische strekking als volgt:

“Vanwaar deze vlucht in het huwelijk? Wij gelooven het niet ver mis te hebben, als wij verklaring zoeken in een of ander joodsch listigheidje. (..) Afgescheiden van het ongewenschte van een dergelijke grootscheepsche trouwerij, lijkt het ons, dat indien een en ander geschiedt om bepaalde reeds genomen of verwachte maatregelen te ontduiken, er nog tijdig een stokje voor gestoken kan en moet worden” 1

Een Joods huwelijk in Den Haag. De datum is onbekend, maar het moet vóór mei 1942 zijn geweest, vanwege de afwezigheid van de Jodenster. De identiteit van het echtpaar is onbekend. Foto: NIOD, fotograaf onbekend

Tewerkstelling

In de tweede week van maart 1942 werden er in Amsterdam 74 Joodse huwelijken gesloten. Van deze 74 huwelijken ging het in elf gevallen om gemengde huwelijken. Een week later was het aantal trouwerijen nog vele malen groter. Toen werden er maar liefst 283 Joodse huwelijken gesloten, waarvan 22 gemengd. Het lijkt erop dat men hoopte dat het huwelijk enige veiligheid zou bieden tegen de dreiging van deportatie en de maatregelen die Joden in toenemende mate uitsloten van de Nederlandse samenleving. Waarschijnlijk bevorderde het grote aantal oproepen tot keuring voor en vertrek naar de werkkampen onder ongehuwde Joodse mannen de vele huwelijken in maart 1942.

Tal van gasten woonden op 22 maart 1942 het huwelijk van Maurits van Kollem (1914-1944) en Selma van der Sluis (1917-1943) in de Nieuwe Synagoge in Amsterdam bij. Beiden doken kort daarna samen onder en werden op 30 september 1943 na verraad gearresteerd. Van Selma is bekend dat zij overleed in Auschwitz. Foto: Joods Historisch Museum, Fotobureau Actueel

In maart 1942 traden ook Philip Flesschedrager (1920-1943) en Elisabeth Appelboom (1921-1945) in het huwelijk, in de synagoge aan de Amsterdamse Rapenburgerstraat. Ze doken onder, maar werden verraden – beiden stierven in Auschwitz. Foto: Verzetsmuseum Amsterdam, fotograaf onbekend

De dreiging van de werkkampen was al eerder begonnen, in januari 1942, toen de Joodse Raad werd gedwongen om ruim 1400 werkloze Joodse Amsterdammers te leveren als werkkracht voor werkkampen in Groningen en Drenthe. Langzaam werden het aantal oproepen en het aantal kampen steeds verder uitgebreid. In maart 1942 kregen ook werkende, ongehuwde Joodse mannen tussen de 18 en 40 jaar te maken met oproepen. Gehuwde werkende mannen werden nog even gespaard. Zo vormde het huwelijk een manier om tewerkstelling in Joodse werkkampen (voorlopig) te ontwijken.

Toenemende repressie

De Duitse maatregelen perkten de vrijheden van Joden steeds meer in, ook op het gebied van de liefde. Het grote aantal huwelijken in de tweede en derde week van maart was de Duitse bezetter een doorn in het oog. Vanaf 25 maart 1942 werden gemengde huwelijken daarom verboden. Joden mochten niet meer trouwen met zogenaamde ‘Ariërs’. Ook de huwelijksvoltrekking zelf werd gereguleerd. Amsterdamse Joden moesten vanaf dat moment voor hun burgerlijk huwelijk verplicht naar de Hollandsche Schouwburg in plaats van naar het stadhuis.

31 maart 1942: huwelijksvoltrekking van Ephraïm Content (1912-onbekend) en Maria Leever (1917-2006) in de synagoge aan de Amsterdamse Rapenburgerstraat. Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf onbekend

Huwelijksgasten verlaten op 31 maart 1942 de Hollandsche Schouwburg na de voltrekking van het burgerlijk huwelijk tussen Ephraïm Content en Maria Leever. Links lopen de ouders van de bruidegom. Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf onbekend

Hierna volgen de anti-Joodse maatregelen elkaar in hoog tempo op. De meest zichtbare is de invoering van de Jodenster op 3 mei 1942. Ook op de trouwfoto’s zien we dit terug. Na deze datum dragen zowel het bruidspaar als de gasten de verplichte Jodenster. De aanwezigheid van de sterren verandert de foto’s. Ze maken de gebeurtenissen die ze verbeelden pijnlijk en duidelijk herkenbaar als Joodse bruiloft ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en droegen zo bij aan de isolatie zoals beoogd door de nationaalsocialisten.

Groepsfoto voor de Hollandsche Schouwburg bij het huwelijk van Deborah de Lange en Jonas Alexander Romijn. De foto is gemaakt tussen 13 en 17 juli 1942, vlak voordat de Hollandsche Schouwburg in gebruik werd genomen als verzamelplaats voor deportatie. Het echtpaar heeft de oorlog overleefd. Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf Abraham Stein

De anti-Joodse maatregelen stopten niet bij de Jodenster. Met het eerste transport van Kamp Westerbork naar Auschwitz-Birkenau op 15 juli 1942 startten de grootscheepse deportaties van Nederlandse Joden naar de concentratie- en vernietigingskampen in Oost-Europa. De Hollandsche Schouwburg speelde hierin een belangrijke rol. Deze plek werd vanaf maandag 20 juli 1942 gebruikt als verzamel- en deportatieplaats. Vanaf hier werden Joden gedeporteerd naar Kamp Westerbork en Kamp Vught, waarna verreweg de meesten van hen vrij snel werd doorgevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen.

Huwelijk van Emanuel Swaab (1920-1948) en Margaretha van Witsen (1920-2009), ergens in 1942 (maar zeker na 3 mei 1942, gezien de Jodensterren). Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf G. Leefmans

Huwelijk van Nico de Vries (1919-1943) en Amalia Blitz (1919-1943) op 19 mei 1943, thuis in de Retiefstraat te Amsterdam. Ze werden getrouwd door opperrabbijn Levisson uit Leeuwarden. Op 4 juni 1943 werden beiden vermoord in Sobibor. Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf onbekend

Bruiloft in Westerbork

Het nationaalsocialistische orgaan Storm. Blad der Nederlandsche SS was goed op de hoogte van hetgeen waarmee de Joodse gemeenschap werd geconfronteerd. Op 17 juli 1942 verschijnt op de voorpagina een artikel met de titel ‘Volksgenoot en jood’. Hierin werd niet alleen gerefereerd aan de deportaties, maar ook aan de pogingen om via het huwelijk (tijdelijk) te ontkomen aan deportatie. “De situatie is dan ook zoo,” schrijft de krant, “dat van nu af aan regelmatig transporten van joden naar het Oosten zullen gaan en wel in zoodanig tempo, dat op 1 Juni 1943 geen jood meer in Nederland zal worden aangetroffen.”2 De krant benadrukt dat het huwelijk en andere pogingen aan deportatie te ontkomen hen niet zal redden. “Het jodendom zal dan ook ervaren, dat de nationaalsocialistische voorhoede niet om den tuin te leiden is. Geen spoed- en schijnhuwelijken, geen ijldoopfeestjes en kerkbriefjes zullen baten”.

Het weekblad kreeg niet helemaal gelijk. Op het moment dat Amsterdam eind september 1943 ‘jodenvrij’ werd verklaard, bevonden zich door heel Nederland verspreid Joodse onderduikers. Dat neemt niet weg dat de meeste Joodse Nederlanders uiteindelijk werden gedeporteerd. En waar veel Joodse Nederlanders het huwelijk in de eerste maanden van 1942 nog aangrepen als een poging om Joodse mannen uit werkkampen te houden, werd het in de maanden en jaren daarna vooral een wanhopige poging om tijdens de deportatie bij elkaar te mogen blijven. Dat valt te zien aan de vele huwelijken die nog in doorgangskamp Westerbork werden gesloten. Deze vlucht in het huwelijk was een wanhoopsdaad van liefde, die bitter genoeg uiteindelijk weinig tot geen verschil maakte bij het lot dat volgde op de deportatie.


Over Netwerk Oorlogsbronnen

Het Netwerk Oorlogsbronnen wordt gefaciliteerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en gefinancierd door het ministerie van VWS, vfonds en VSBfonds.


Noten

1 Het Nationale Dagblad: Voor het Nederlandsche volk, 21-3-1942.
2 Storm. Blad der Nederlandsche SS, 17-7-1942.
3 Storm. Blad der Nederlandsche SS, 17-7-1942.


Foto bovenaan artikel

Het laatste huwelijk in de met hakenkruizen bekladde synagoge aan de 2e De Carpentierstraat 141d in Den Haag, voordat deze op last van de Duitsers in mei 1942 werd gesloten. De identiteit van het echtpaar is onbekend. Foto: Joods Historisch Museum, fotograaf onbekend