Een wanhoopsdaad van liefde

Liefde in tijden van oorlog

door Janneke Jorna (Netwerk Oorlogsbronnen) – leesduur 5 minuten

Oorlogsbronnen.nl is het startpunt voor iedereen die meer wil weten over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In deze WO2-zoekmachine komen miljoenen bronnen uit honderden verschillende erfgoedcollecties samen. Iedere bron kent een eigen verhaal en achter elk verhaal schuilen verschillende bronnen. Janneke Jorna van Netwerk Oorlogsbronnen schrijft over het grote aantal bruiloften onder Joodse Nederlanders in maart 1942. Je verder verdiepen in dit onderwerp? Zoek dan via Oorlogsbronnen.nl naar meer foto’s, archieven, krantenartikelen, objecten, of verdiep je in de oorlogslevens van mensen.


Dit artikel werd in 2019 gepubliceerd in een themanummer van WO2 Onderzoek uitgelicht over Liefde in tijden van oorlog.


Achteraf lijkt het soms alsof tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven in bezet Nederland haast stil kwam te staan. Voor een deel van het maatschappelijk leven ging dat ook op, maar zeker niet voor de liefde. Die ging ook in tijden van oorlog haar eigen gang. Terwijl er slachtoffers vielen door oorlogsgeweld, vervolging en onderdrukking werden mensen verliefd op elkaar, werden er huwelijken gesloten en werden er ook kinderen geboren. Ook in Joodse kring.

Net als andere Nederlanders dat deden, probeerden Joodse burgers onder de Duitse bezetting verder te gaan met het leven. Sterker nog: tegen de achtergrond van toenemende anti-Joodse maatregelen werd er juist binnen de Joodse gemeenschap veel getrouwd. De NSB-krant Het Nationale Dagblad beschreef deze ontwikkeling op 21 maart 1942 in een suggestief bericht met een antisemitische strekking zo:

“Vanwaar deze vlucht in het huwelijk? Wij gelooven het niet ver mis te hebben, als wij verklaring zoeken in een of ander joodsch listigheidje. (..) Afgescheiden van het ongewenschte van een dergelijke grootscheepsche trouwerij, lijkt het ons, dat indien een en ander geschiedt om bepaalde reeds genomen of verwachte maatregelen te ontduiken, er nog tijdig een stokje voor gestoken kan en moet worden.”1

Trouwfoto met de Duitse Joden Gerd Sperber en Anna Sperber-Chlebowski (1920-1945), die in werkdorp Wieringermeer verbleven; foto vermoedelijk in Alkmaar genomen, 24 juli 1942. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

Een Joods huwelijk in Den Haag. Vanwege de rantsoenering van brandstof wordt de auto aangedreven door een paard. Foto: Beeldbank WO2 – NIOD

Tewerkstelling

In de tweede week van maart 1942 werden er in Amsterdam 74 Joodse huwelijken gesloten. Van deze 74 huwelijken ging het in elf gevallen om gemengde huwelijken. Een week later was het aantal trouwerijen nog vele malen groter. Toen werden er maar liefst 283 Joodse huwelijken gesloten, waarvan 22 gemengd.

Het lijkt erop dat men hoopte dat het huwelijk enige veiligheid zou bieden tegen de dreiging van deportatie en de maatregelen die Joden in toenemende mate uitsloten van de Nederlandse samenleving. Waarschijnlijk bevorderde het grote aantal oproepen tot keuring voor en vertrek naar de werkkampen onder ongehuwde Joodse mannen de vele huwelijken in maart 1942.

Tal van gasten woonden op 22 maart 1942 het huwelijk van Maurits van Kollem (1914-1944) en Selma van der Sluis (1917-1943) in de Nieuwe Synagoge in Amsterdam bij. Beiden doken kort daarna samen onder en werden op 30 september 1943 na verraad gearresteerd. Van Selma is bekend dat zij overleed in Auschwitz. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

Huwelijk van Emanuel Swaab en Margaretha van Witsen ná de invoering van de Jodenster op 1 mei 1942. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

De dreiging van de werkkampen was al eerder begonnen, in januari 1942, toen de Joodse Raad werd gedwongen om ruim 1400 werkloze Joodse Amsterdammers te leveren als werkkracht voor werkkampen in Groningen en Drenthe. Langzaam werden het aantal oproepen en het aantal kampen steeds verder uitgebreid. In maart 1942 kregen ook werkende, ongehuwde Joodse mannen tussen de 18 en 40 jaar te maken met oproepen. Gehuwde werkende mannen werden nog even gespaard. Zo vormde het huwelijk een manier om tewerkstelling in Joodse werkkampen (voorlopig) te ontwijken.

Toenemende repressie

De Duitse maatregelen perkten de vrijheden van Joden steeds meer in, ook op het gebied van de liefde. Het grote aantal huwelijken in de tweede en derde week van maart was de Duitse bezetter een doorn in het oog. Vanaf 25 maart 1942 werden gemengde huwelijken daarom verboden. Joden mochten niet meer trouwen met zogenaamde ‘Ariërs’.

Ook de huwelijksvoltrekking zelf werd gereguleerd. Amsterdamse Joden moesten vanaf dat moment voor hun burgerlijk huwelijk verplicht naar de Hollandsche Schouwburg in plaats van naar het stadhuis.

Groepsfoto ter gelegenheid van het huwelijk van zuster Deborah de Lange en broeder Alexander Romijn voor de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, juli 1942. Amsterdamse Joden moesten in 1942 voor burgerlijke huwelijken naar de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan. Deborah de Lange en Alexander Romijn werkten beiden in het Ned. Israelietisch Ziekenhuis. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

Het huwelijk van Amalia Blitz (1919-1943) met Nico de Vries (1919-1943) tijdens de bezetting, thuis in de Retiefstraat in Amsterdam-Oost, april 1943. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

Hierna volgden de anti-Joodse maatregelen elkaar in hoog tempo op. De meest zichtbare was de invoering van de Jodenster op 3 mei 1942. Ook op de trouwfoto’s zien we dit terug. Na deze datum droegen zowel het bruidspaar als de gasten de verplichte Jodenster. De aanwezigheid van de sterren verandert de foto’s. Ze maken de gebeurtenissen die ze verbeelden pijnlijk duidelijk herkenbaar als Joodse bruiloft ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en droegen zo bij aan de isolatie zoals beoogd door de nationaalsocialisten.

De anti-Joodse maatregelen stopten niet bij de Jodenster. Met het eerste transport van Kamp Westerbork naar Auschwitz-Birkenau op 15 juli 1942 startten de grootscheepse deportaties van Nederlandse Joden naar de concentratie- en vernietigingskampen in Oost-Europa.

De Hollandsche Schouwburg speelde hierin een belangrijke rol. Deze plek werd vanaf maandag 20 juli 1942 gebruikt als verzamel- en deportatieplaats. Vanaf hier werden Joden gedeporteerd naar Kamp Westerbork en Kamp Vught, waarna verreweg de meesten van hen vrij snel werden doorgevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen.

Het laatste huwelijk in de synagoge Carpentierstraat in Den Haag, die met hakenkruizen beklad was, 1942. Foto: Beeldbank WO2 – Collectie Joods Museum

Bruiloft in Westerbork

Het nationaalsocialistische orgaan Storm. Blad der Nederlandsche SS was goed op de hoogte van hetgeen waarmee de Joodse gemeenschap werd geconfronteerd. Op 17 juli 1942 verscheen op de voorpagina een artikel met de titel ‘Volksgenoot en jood’. Hierin werd niet alleen gerefereerd aan de deportaties, maar ook aan de pogingen om via het huwelijk (tijdelijk) te ontkomen aan deportatie.

“De situatie is dan ook zoo,” schrijft de krant, “dat van nu af aan regelmatig transporten van joden naar het Oosten zullen gaan en wel in zoodanig tempo, dat op 1 Juni 1943 geen jood meer in Nederland zal worden aangetroffen.” De krant benadrukte dat het huwelijk en andere pogingen aan deportatie te ontkomen hen niet zal redden. “Het jodendom zal dan ook ervaren, dat de nationaalsocialistische voorhoede niet om den tuin te leiden is. Geen spoed- en schijnhuwelijken, geen ijldoopfeestjes en kerkbriefjes zullen baten”.2

Het weekblad kreeg niet helemaal gelijk. De meeste Joden in Nederland zijn uiteindelijk gedeporteerd. Maar op het moment dat Amsterdam eind september 1943 ‘jodenvrij’ werd verklaard, bevonden zich door heel Nederland verspreid Joodse onderduikers.

En waar veel Joden het huwelijk in de eerste maanden van 1942 nog aangrepen als een poging om Joodse mannen uit werkkampen te houden, werd het in de maanden en jaren daarna vooral een wanhopige poging om tijdens de deportatie bij elkaar te mogen blijven. Dat is te zien aan de vele huwelijken die nog in doorgangskamp Westerbork werden gesloten. Deze vlucht in het huwelijk was een wanhoopsdaad van liefde, die bitter genoeg uiteindelijk nauwelijks verschil zou maken bij het lot dat volgde op de deportatie.

Over de auteur

 

Janneke Jorna. Foto: Anne Reitsma

Janneke Jorna is historicus en bij Netwerk Oorlogsbronnen werkzaam als collectiespecialist. Als lid van de redactie Oorlogsbronnen schrijft zij artikelen en voorziet bronnen van contextinformatie.


Noten

1. Het Nationale Dagblad. Voor het Nederlandsche volk, 21-3-1942.
2. Storm. Blad der Nederlandsche SS, 17-7-1942.


Over Oorlogsbronnen.nl

Oorlogsbronnen.nl is het startpunt voor iedereen die meer wil weten over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Op Oorlogsbronnen.nl wordt het beschikbare oorlogserfgoed van meer dan 250 organisaties inhoudelijk aan elkaar verbonden rondom gebeurtenissen, plaatsen, personen en thema’s. De website van Netwerk Oorlogsbronnen vormt zo een centrale online toegang tot originele bronnen, informatie en kennis over de Tweede Wereldoorlog.


Foto boven aan artikel

Huwelijksceremonie van Philip Flesschedrager en Elizabeth Appelboom, maart 1942, in de Rapenburgersjoel. Het echtpaar is in de onderduik verraden en in Auschwitz vermoord. Bron: Collectie Verzetsmuseum Amsterdam