‘Zonder pandemie geen protest’. De rol van corona in de opstand in Wit-Rusland

Artikel

door Franka Hummels – leesduur 9 minuten

De vele coronamaatregelen in Nederland leveren onmiskenbaar een beperking van onze dagelijkse vrijheid op. Tijdens demonstraties en in boze berichten op social media is het woord ‘dictatuur’ daarom niet van de lucht. Hoe kijken mensen in Wit-Rusland (Belarus1) naar zulke uitspraken? Dat land is daadwerkelijk een dictatuur, er zijn vrijwel geen coronamaatregelen én burgers vragen sinds de vervalste verkiezingen van augustus 2020 massaal om meer vrijheid. Franka Hummels sprak met verschillende deskundigen.

“Zonder de uitbraak van de pandemie was het protest nooit zo groot geworden.” Die uitspraak deed Svetlana Tichanovskaja in november 2020, toen ik haar interviewde tijdens haar bezoek aan Nederland. Tijdens de Wit-Russische presidentsverkiezingen in augustus nam ze het als oppositiekandidaat op tegen de zittende dictator Alexandr Loekasjenka2 en volgens alle onafhankelijke onderzoeken won ze die strijd glansrijk.

Loekasjenka riep zichzelf desondanks tot winnaar uit, en Tichanovskaja moest voor haar veiligheid naar Litouwen uitwijken, van waaruit ze inmiddels de rol van Wit-Russische oppositieleider vervult.

Tichanovskaja had vóór 2020 geen ambitie om president te worden. Ze kandideerde zich alleen omdat haar man, de vlogger Sergej Tichanovsky, in de gevangenis zit en geen toegang kreeg tot het stembiljet. Reden om in zijn plaats een plek op het biljet op te eisen. In de aanloop naar de verkiezingen vormde ze een team met respectievelijk de echtgenote en de campagnemanager van twee andere oppositiekandidaten die zich niet verkiesbaar konden stellen. Al in de campagnetijd trokken de bijeenkomsten van deze drie vrouwen duizenden bezoekers – voor Wit-Rusland ongekend.

Svetlana Tichanovskaja. Foto: Bundesministerium für europäische und internationale Angelegenheiten (CC BY 2.0)

Na de verkiezingen gingen de Wit-Russen voor het eerst tijdens het 26-jarige regime van Loekasjenka massaal de straat op. Ze eisten de vrijlating van politieke gevangenen, en dat hun stemmen eerlijk geteld zouden worden. Toen daarop met bruut politiegeweld werd gereageerd en er zelfs op grote schaal willekeurige voorbijgangers in busjes werden gesmeten en naar overvolle gevangenissen werden gebracht waar wordt gemarteld, nam het aantal demonstranten toe. Het stoppen van geweld werd een aanvullende eis. Inmiddels zijn deze protesten niet meer zo massaal, maar ze houden tot de dag van vandaag aan. Het politiegeweld is onverminderd.

Gebrek aan bescherming

In de ogen van Tichanovskaja werd de bodem voor die massale demonstraties in de zomer al in het voorjaar van 2020 gelegd. In die periode waren er in heel Europa lockdowns, maar hadden in Wit-Rusland zelfs de voetbalcompetitie en de grote militaire 1 mei-parade nog doorgang. Tichanovskaja legt uit dat mensen zich toen door de regering in de steek gelaten voelden, omdat die hen niet beschermde tegen het virus dat hen bedreigde.

Daarom gingen mensen toen zelf maar aan de slag. Ze zetten online inzamelingsacties op poten om te zorgen dat artsen voldoende hulpmiddelen hadden en doneerden zelf geld aan getroffen families die door ziekte tijdelijk zonder inkomen zaten. Ze zagen, kortom, dat de overheid niet voor hen zorgde én dat ze dat zelf wel konden doen, zegt de oppositieleider.

Maar hoe breng je goed in kaart wat mensen denken? “Grootschalig opinieonderzoek in Wit-Rusland is eigenlijk niet mogelijk”, zegt Ales Herasimenka, onderzoeker Politieke communicatie aan het Oxford Internet Institute. Hij deed in het verleden onderzoek naar de manier waarop Wit-Russen over thema’s als vrijheid denken.

“Mensen zijn niet vrij om te antwoorden, en zelfs als ze dat wel zijn, zijn ze nog steeds gewend om antwoorden te geven die van hen verwacht worden. Daarom hebben we zelfs geen goede cijfers over de hoeveelheid coronagevallen; ook artsen kunnen niet zomaar eerlijke cijfers verstrekken. Commerciële onderzoeksbureaus hebben ook last van deze vertekening en kunnen bovendien niet zomaar alles vragen.”

Herasimenka doet daarom vooral kwalitatief onderzoek. “Ik spreek met mensen die graag gehoord willen worden. Ik investeer in hun vertrouwen, soms jarenlang.” Ook kijkt hij naar online opinies. “Zo kun je nagaan wanneer een bepaald gedachtenpatroon voor het eerst opduikt. Maar daarbij heb je altijd de beperking dat aanhangers van het regime zich niet in online discussies mengen.”

Soldaten houden in Minsk achter prikkeldraad de protesten in de gaten, 30 augustus 2020. Foto: Homoatrox op Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)

Vadertje Staat

Philipp Bikanau is projectmanager bij de Wit-Russische vestiging van een groot internationaal onderzoeksbureau, en werkt dus bij zo’n commerciële organisatie waar Herasimenka aan refereert. Hij geeft inderdaad aan dat hij niet vrij is om alles te vragen wat hij wil. “We zijn onafhankelijk, maar op alles wat we doen, kunnen repercussies volgen.”

Hij onderschrijft de theorie van Tichanovskaja over de voedingsbodem van de protesten, en volgens hem wordt deze theorie ook breed gedragen binnen de onafhankelijke analytische gemeenschap in Minsk. “Het is niet zo dat corona mensen voor het eerst bewust maakte van de bedenkelijke staat van onze democratie,” zegt hij.

“Maar het veronachtzamen van de bevolking werd zo wel heel zichtbaar. Voorheen maakte Loekasjenka vooral de mensen die zich tegen hem verzetten belachelijk. Nu deed hij dat ook met COVID-19-patiënten. Hij had de ziekte zelf, maar bleef ontkennen dat het echt gevaarlijk was. Je moest maar gewoon wodka drinken en tractor rijden zei hij. Over iemand die eraan gestorven was zei hij meesmuilend: ‘Wat wil je ook, hij was dik.’ Daarover dachten veel mensen: Hee, dat was geen oppositielid. Dat was iemand zoals ik.”

“De staat heeft zich lang als een soort vader opgesteld, als een organisatie die weliswaar geen vrijheid bood, maar wel veiligheid en gezondheid. Maar door de slechte economie was de regering niet in staat snel te handelen toen de pandemie ons land trof. Dus werd voor de oude Sovjet-methode van de ontkenning gekozen. Ondertussen ontstond wat we nu ‘nieuwe horizontale solidariteit’ noemen. Vervolgens stonden nieuwe leiders op die daarbij aansloten, en zich kandideerden voor het presidentschap. Op die manier was corona de druppel die de emmer deed overlopen.”

Cijfers om te wantrouwen

In een dictatuur moet altijd met het grootst mogelijke wantrouwen naar cijfers worden gekeken. Laten we een eenvoudige vraag als voorbeeld nemen: hoeveel mensen tijdens de pandemie extra hun handen wassen.

Daarover heeft het sociologisch instituut van de Wit-Russische Nationale Academie voor Wetenschappen cijfers gepubliceerd – in dezelfde onderzoekspublicatie waarin het instituut meldt dat in december 2020 51,7 procent van de Wit-Russen dacht dat de gezondheidszorg opgewassen was tegen de problemen die de pandemie met zich meebrengt en dat maar liefst 91 procent tevreden is met de zorg die ziekenhuizen en apotheken leveren. Volgens het overheidsinstituut zijn deze uitkomsten gebaseerd op een steekproef onder 601 mensen, met een foutmarge van 4 procent. Volgens dit onderzoek zou 95% van de mensen extra hygiënische maatregelen nemen.

Stel daar Narodny Opros tegenover, een oppositionele vrijwilligersorganisatie die opinies van Wit-Russen peilt en een vergelijkbare vraag voorlegde. Op basis van ruim 26.000 antwoorden concluderen deze onderzoekers dat de handen maar op 48 procent van de werkplekken vaker werden gewassen. Narodny Opros brengt deze en andere uitkomsten wel met aardig wat slagen om de arm. Zo hebben de deelnemers zich allemaal zelf voor dit onderzoek aangemeld en wordt de mening van mensen zonder toegang tot internet uiteraard niet meegeteld.

Wat weten we nu over het handen wassen in Wit-Rusland? Dat we het niet weten. Hetzelfde geldt voor andere zaken. Er valt niets zinnigs te zeggen over het aantal coronabesmettingen of de staat van de pandemie in Wit-Rusland.

Avondklok

Bikanau denkt dat het draagvlak voor coronamaatregelen in Wit-Rusland zeker in het begin van de pandemie best groot was. In het voorjaar van 2020 werd van overheidswege helemaal niets opgelegd. “Toch zie je bijvoorbeeld als je naar data van telefoonproviders kijkt dat er in die periode veel minder verplaatsingen waren dan normaal. Mensen gingen dus zélf in quarantaine.”

Tegelijkertijd gelooft hij niet dat er in Wit-Rusland steun zou zijn voor verplichte maatregelen zoals de Nederlandse avondklok. “Mensen zouden nooit geloven dat die maatregelen voor hun gezondheid genomen werden. Ze zouden het zien als een verdere autoritaire beperking van hun vrijheid. Het regime heeft bijvoorbeeld corona als argument gebruikt om waarnemers in de stembureaus te weren. Een avondklok zou dus niet gauw geaccepteerd worden.”

Bikanau: “Je ziet dat het de overheid nu al niet lukt om mensen binnen te houden. Ondanks buitensporig politiegeweld blijven mensen demonstreren. Dat soort dwingende maatregelen kunnen alleen maar werken in een land waar een basisniveau aan overheidsvertrouwen bestaat. Het was het disrespect dat uit de ontkenning van corona sprak dat mensen woest maakte. Niet hun behoefte aan concrete opgelegde maatregelen.”

“Echte aversie tegen vrijheidsbeperkende coronamaatregelen hebben Wit-Russen niet,” denkt Herasimenka op zijn beurt. “Kijk alleen al naar alle Wit-Russen die het land om politieke redenen hebben moeten verlaten de afgelopen maanden. De meesten van hen gingen niet naar Rusland, waar nu ook alles open is, maar naar Litouwen, waar strikte regels gelden en je niet tussen verschillende provincies mag reizen, of naar Polen, waar sinds kort ook een avondklok van kracht is.”

Een groot protest op 16 augustus 2020 in Minsk. Foto: Максим Шикунец op Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)

Tsjernobyl

Over Nederlanders die zeggen dat ze in een dictatuur leven, zegt Herasimenka dat ze onvoldoende weten wat dictatuur is. “Het gaat in Nederland om fysieke vrijheidsbeperking. Dat is vrijheidsbeperking, zeker, maar in Wit-Rusland gaat het ook om andere soorten vrijheid, zoals de vrijheid van gedachten. Die worden structureel beïnvloed en soms ook bestraft. Je moet altijd beseffen dat er verschillende vrijheidsconcepten zijn.”

Ook Marina Grisko kijkt op verschillende niveaus naar de waarden die mensen delen. Zij groeide op in Wit-Rusland en is nu masterstudent Europese cultuur en internationale betrekkingen aan de Universiteit Groningen. Grisko ziet grote paralellen tussen de Tsjernobylramp in 1986 waarbij de overheid ook nauwelijks in actie kwam – met grote gezondheidsgevolgen van dien – en de coronacrisis.

“Ik zag een artikel op de populaire nieuwssite Tut.by over de Tsjernobylramp, die toen herdacht werd. In het artikel werd corona niet genoemd, maar de reacties gingen daar wel over. Dat vind ik interessant. Bij Tsjernobyl is er naast de officiële, door de overheid aangedragen versie van de geschiedenis ook een alternatieve collectieve herinnering ontstaan. Ik onderzoek hoe beide herinneringsstructuren van invloed zijn op de vorming van de Wit-Russische staat en identiteit. Ik denk dat heel veel van wat dit onderzoek blootlegt ook van toepassing kan zijn op deze pandemie.”

Grisko denkt dat de perceptie van vrijheid in Wit-Rusland niet fundamenteel verschilt met die in Nederland. Daarbij grijpt ze terug op de ‘capability approach’ van Amartya Sen, de Indiase econoom die een Nobelprijs kreeg voor zijn onderzoek naar de oorzaken van armoede. Hij stelt dat de focus vaak ligt op de middelen die mensen tot hun beschikking hebben, maar bepleit die focus te verleggen en in plaats daarvan te kijken naar wat mensen daadwerkelijk met die middelen kunnen doen.

“In Wit-Rusland hebben we voorzieningen. We hebben scholen, universiteiten, culturele instellingen, ziekenhuizen. Maar die opereren allemaal binnen een bepaald kader. De academische vrijheid is beperkt, mensen in de culturele sector moeten altijd rekening houden met censuur en in het ziekenhuis is politieke loyaliteit belangrijker dan je professionele kwaliteiten. Burgers hebben de mogelijkheid om zich te informeren over coronamaatregelen in andere landen en ook artsen kunnen informatie krijgen van collega’s over de hele wereld. Maar wat ze níet kunnen doen is die kennis ook meteen in hun werk toepassen. Want ze ontberen de vrijheid om de opgedane informatie met anderen te delen.”

Er zijn artsen die dat wel proberen, benadrukt Grisko. “Daarom horen we ook steeds vaker over processen tegen artsen en worden er regelmatig artsen ontslagen.”

Naar de geest van Amartya Sen: zelfs als je in je hoofd vrij bent, heb je in Wit-Rusland niet de gelegenheid dat in handelen om te zetten.

 

Na afloop van ons gesprek vraagt Bikanau me zijn werkgever niet te noemen. “Ik wil niet het risico lopen dat mijn collega’s hierdoor in de problemen raken.”

 

Over de auteur

 

Franka Hummels. Foto: Jelmer de Haas

Franka Hummels is historica, freelance journalist en Wit-Rusland-expert. Ze komt al meer dan twintig jaar regelmatig in het land en heeft er ook gewoond. In 2011 verscheen haar boek De Generatorgeneratie – Leven na Tsjernobyl, over de generatie die kind was toen deze kernramp plaatsvond (waarvan de meeste nucleaire neerslag in Wit-Rusland viel).


Noten

1. In dit artikel wordt de naam van Aleksandr Loekasjenka vanuit de Wit-Russische taal getranscribeerd, niet vanuit de Russische.

2. Sommige media kiezen voor Belarus als benaming. Lees meer over die overwegingen in bijvoorbeeld dit artikel in het Parool en op de website van de VRT.


Foto boven aan artikel

Cadetten in historische (Tweede Wereldoorlog-) uniformen tijdens de militaire parade op 1 mei 2020. Bron: Screenshot van Информационное агентство БелТА op YouTube.com