In heel Europa zijn ze inmiddels te vinden: Stolpersteine. Wat zijn de ‘struikelstenen’ nou eigenlijk: een kunstproject of kleine herdenkingsmonumentjes? Ze zijn in elk geval populair en verguisd tegelijk.
Als je door het centrum van Amsterdam loopt, waan je je al snel in de 17e eeuw. Maar wie zo nu en dan een blik naar beneden werpt, stuit misschien ook wel op herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Ingebed tussen de stoeptegels van de Nieuwe Hoogstraat 14 ligt een messing kinderkop. Op het tegeltje is te lezen: ‘Hier woonde Isaak Stopper; geb. 1899; gearresteerd aug. 1943; gedeporteerd 1943 uit Westerbork; vermoord 31-3-1944 Auschwitz’.
In Amsterdam liggen nu ongeveer 1800 van deze Stolpersteine. In heel Europa vind je inmiddels 96.000 van deze herdenkingssteentjes voor slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Een groot deel is persoonlijk gelegd door kunstenaar Gunter Demnig, tevens de bedenker van het project. Maar is het kunst waar we naar kijken, of iets anders? Waar ligt de lijn tussen herdenken en kunst? En van wie zijn de stenen eigenlijk?
Münchens verbod
De grootsheid van het project van de Stolpersteine staat in schril contrast met het formaat van de steentjes. Een vlakje van 10 bij 10 centimeter, meer dan dat is het niet. De Stolpersteine halen hun kracht juist uit de decentrale aard. Je treft een Stolperstein niet als bezoeker, maar als toevallige voorbijganger. Demnigs idee is dat je “met je hoofd én je hart” struikelt over het verleden. De individuele namen in de intieme omgeving van een voormalig woonhuis brengen het leed van de Tweede Wereldoorlog ontzagwekkend dichtbij. Het abstracte begrip ‘Holocaust’ wordt plots tastbaar.
Toch ligt ook precies hier het pijnpunt dat rond de Stolpersteine bestaat. Vereist het herdenken van oorlogsslachtoffers niet iets meer eerbied en bedachtzaamheid? Kan dit wel zomaar op de stoep? De Duitse Charlotte Knobloch – voorheen voorzitter van de Centrale Joodse Raad Duitsland – is een van de felste tegenstanders. Volgens Knobloch wordt de waardigheid van de slachtoffers geschonden door de Stolpersteine. Het idee dat je op de namen van deze mensen kunt gaan staan, en dat misschien zelfs zonder het door te hebben, is voor Knobloch (en voor velen met haar) aanstootgevend. In het Duitse München zijn de stenen om deze reden verboden in de publieke ruimte: over Joodse mensen was al genoeg gelopen.
Met de hand geslagen
Het gebeurt vaker dat er wrijving ontstaat tussen instanties of burgers en de kunstenaar Gunter Demnig. In sommige gemeenten hebben ze zelfs hun eigen herdenkingssteentjes laten maken. In Amersfoort liggen bijvoorbeeld steentjes van natuursteen en brons. De Stichting Herdenkingsstenen Amersfoort vond de wachttijd voor de Stolpersteine van 433 slachtoffers te lang.
De wachttijd heeft deels te maken met de artistieke visie van Demnig. Tot voor kort werden alle Stolpersteine door Demnig persoonlijk gelegd. Daarbij wordt elke steen met de hand gemaakt. In het begin deed Demnig ook dit zelf. Inmiddels heeft hij hulp van enkele beeldhouwers. Handwerk en aandacht voor het individu blijft echter essentieel. Iedere naam, iedere letter, wordt met zorg in het messing geslagen: een metaforische antithese van het nazisme, dat bevolkingsgroepen hun menszijn afnam in een geïndustrialiseerde genocide. Met de Stolpersteine willen Demnig en zijn collega-beeldhouwers de waardigheid en de individuele namen teruggeven aan de slachtoffers. Zolang hun namen niet vergeten worden, blijven zij voortleven.
De kunst van het herdenken
De artistieke gedachte maakt het proces van de Stolpersteine begrijpelijk traag. Bovendien worden er nooit honderden stenen op één plek geleverd. Het zijn er telkens slechts een paar tegelijk, en dan rijdt Demnig weer verder Europa in.
Deze methode sluit ook aan bij een belangrijke gedachte achter het kunstwerk: de Tweede Wereldoorlog, en in het bijzonder de Holocaust, is te gruwelijk om ooit in zijn geheel te vangen in beeldtaal. Hoe kan een centraal monument zoals een standbeeld op een plein ooit recht doen aan dit leed? Het Stolpersteine-monument bestaat niet alleen uit een object, maar ook uit een handeling. Met iedere legging dijt het monument uit en benadrukt zo dat herdenken een voortdurende bezigheid is – iets wat we moeten blíjven doen.
Zo hoort dus ook het lage tempo bij het Stolpersteine-project. Er is geen einddatum, geen finishlijn. De wens van gemeenten zoals Amersfoort om in één keer voor al hun slachtoffers een steen te kunnen leggen, staat haaks op deze gedachte. De werkwijze en visie achter het kunstproject van de Stolpersteine en de manieren waarop bijvoorbeeld gemeenten wensen te herdenken, schuren soms nogal met elkaar.
Wiens eigendom?
De beslissing van Amersfoort (en bijvoorbeeld ook Apeldoorn, Alkmaar en Vught) om zelf herdenkingsstenen te ontwikkelen was controversieel. Niet alleen omdat dit inging tegen de artistieke visie van Demnig, maar ook omdat het riekt naar plagiaat. Is een herdenkingssteen van graniet niet hetzelfde als de messing Stolpersteine? Het roept een interessante vraag op: wie is eigenlijk eigenaar van dit project?
Een Stolperstein ligt meestal op gemeentegrond. De steen is daarmee in feite van de stad. Het handelsmerkrecht ligt echter bij Demnig en zijn organisatie. Ook de website draait er niet omheen: het kunstwerk is eigendom van kunstenaar Gunter Demnig. Niet de aanvragers, de nabestaanden, slachtoffers, of (buurt)bewoners.
Maar zijn het niet juist deze mensen die het herdenkingsproject van de Stolpersteine zo succesvol maken? Een Stolperstein begint bij de aanvragers: zij doen het historisch voorwerk en dekken de kosten. De steen wordt gelegd en eigenlijk begint het herdenken dan pas. Buurtbewoners en nabestaanden verrijken de messing vlakjes met bibliotheken aan informatie. Er zijn boeken, wandelingen, websites en poetsdagen. De Stolpersteine zijn zo misschien wel de ultieme vorm van historische participatie. Een kunstenaar legt een stoeptegeltje, de struikelaars doen de rest.
Over de auteur
Maartje van Bennekom is publiekshistoricus en een van de makers van podcast Far Too Close: een zesdelige podcastreeks over het koloniale verleden van universiteitsgebouwen in het centrum van Amsterdam. Momenteel is zij werkzaam bij de gemeente Amsterdam en als zzp’er.
Foto boven aan pagina
Stolpersteine voor Isaak Stopper. Bron: Christian Michelides op Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)