In 2023 focusten we in het kader van het themajaar ‘Leven met oorlog’ op de impact van oorlog op mensen, families en samenleving. In elke editie van WO2 Onderzoek uitgelicht namen we een persoonlijk verhaal op van iemand die werkzaam is in het domein van ‘oorlogsherinneringen’. Welke rol speelt hun eigen achtergrond in hun werk? Voor dit laatste ervaringsverhaal spraken we met Martine Letterie (1958) en haar man Rinke Smedinga (1963).
Martine Letterie schrijft kinderboeken over de oorlog, en werkt daarbij nauw samen met herinneringscentra. Ze bezoekt scholen, is president van de Amicale Internationale KZ Neuengamme en was daarvoor 10 jaar voorzitter van de stichting Vriendenkring Neuengamme in Nederland. Haar man Rinke Smedinga is actief als gastspreker voor het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-heden (LSG). Voor het echtpaar loopt de Tweede Wereldoorlog als een rode draad door hun leven. Beiden zijn met een totaal andere ‘oorlogserfenis’ de wereld in gestuurd. Smedinga’s vader was als overtuigd nazi NSB-lid en werkte als bewaker in Kamp Westerbork. Letterie’s grootvader was een vermeend communist, werd gedeporteerd naar Kamp Amersfoort en Kamp Neuengamme en stierf daar op zijn 33e.
Zijn jullie zeer verschillende familiegeschiedenissen een teer punt in jullie relatie?
Smedinga: “Nee, er is hierover nooit onmin geweest tussen ons. De oorlog is juist een onderwerp dat ons heel erg bindt. We voelen allebei de behoefte om iets met onze oorlogsfamiliegeschiedenis te doen. Sinds tien jaar ben ik actief als gastspreker van het LSG, heel fijn om te doen. Als ik voor een klas sta en erover vertel, begrijpt Martine hoe dat is. Ik vond het bij aanvang wel lastig om Martine over mijn ‘foute’ familiegeschiedenis te vertellen. Het moment dat ik haar zag, was ik verliefd op haar en we schreven elkaar heel romantisch een tijdlang brieven. Toen nodigde ik haar uit voor een etentje. Daar gaf ik haar openheid over de oorlogsgeschiedenis van mijn vader. Haar reactie: ‘Oh, wat interessant!’ Ze begreep toen nog niet hoeveel invloed zijn verleden had op mij.”
Letterie: “Onze ‘oorlogserfenissen’ zijn heel bepalend geweest in ons leven. Rinke heeft me erg gestimuleerd om over mijn achtergrond te schrijven en met kinderen te praten over mijn familiegeschiedenis en over de Tweede Wereldoorlog. Ik vind het belangrijk dat je je geschiedenis kent. Dan pas begrijp je de wereld van nu. Ik hoop dat kinderen geraakt worden door mijn verhalen en daardoor misschien iets verstandiger volwassenen worden dan die van vandaag de dag.”
Martine, hoe keek jij aan tegen Smedinga-senior?
Letterie: “Ik heb Rinkes vader uitgebreid geïnterviewd over zijn oorlogsjaren voor mijn boek De schaduw van het verleden. Hij was enthousiast: eindelijk iemand die belangstelling had voor zijn verhaal. Naarmate ik hem beter leerde kennen, vond ik hem een steeds naarder mens. Naast zijn zware collaboratie had hij zijn gezin geheimhouding over zijn oorlogsverleden opgelegd.”
Waarom werd jouw grootvader opgepakt?
Letterie: “Hij werd als communist aangemerkt. Hoewel mijn grootvader ook wel wat verzet heeft gepleegd, was dat niet de reden voor zijn arrestatie. Volgens de nazi’s werkte hij voor een mantelorganisatie van de CPN. Dit was oude informatie van de Nederlandse geheime dienst; in werkelijkheid was hij teruggekeerd naar de SDAP.
Thuis werd veel gesproken over mijn grootvader. Ik ben naar hem vernoemd – hij heette Martinus – en lijk ook nogal op hem. Dat was troostrijk voor mijn oma, een kwetsbare, gespannen vrouw. Ik was haar eerste kleinkind. Ze is nooit hertrouwd, er hing een levensgroot portret van mijn opa in haar woonkamer. Mijn oma vertelde over hem als ik bij haar logeerde. Hij was een heel leuke vader, maakte zelf speelgoed, las boeken als Alleen op de wereld voor aan zijn kinderen. Mijn vader was tien jaar toen zijn vader stierf en paste naadloos dezelfde opvoeding toe bij zijn eigen kinderen. Dus hij maakte speelgoed voor me en las zelfs dezelfde boeken voor als zijn vader. Maar toen ik tien jaar was, wist hij niet meer zo goed hoe hij met me moest omgaan, toen hield dat voorbeeld op. Voor hem was de opvoeding klaar op het moment dat ik naar de middelbare school ging.”
Rinke, op jouw website staat: ‘Mijn vader is mijn voorbeeld van hoe het niet moet.’ Hij gokte, dronk en er was dat oorlogsgeheim. Hoe kwam je achter zijn oorlogsverleden?
Smedinga: “Mijn vader was een nare man, die totaal niet geïnteresseerd was in mij. Maar aan mij als zijn zoon – niet aan zijn dochters – wilde hij wel vertellen over zijn oorlogsverleden. Ik was twaalf jaar toen hij vertelde dat er ‘iets’ was gebeurd in de oorlog. Eerst dacht ik nog dat hij slachtoffer was geweest, dat hij daarom zo’n moeilijke man was. Nee dus.”
Toen Rinke 13 jaar was, nam vader Smedinga hem mee naar Kamp Westerbork en liet de plek zien waar de executies plaatsvonden. “Mijn vader vertelde hoe een vriend uit de SS-opleiding hem had uitgenodigd mee te gaan naar een executie. ‘Dat stelde niet veel voor, een paar knallen en het was klaar’, zei hij. Daarna begon hij een heel verhaal over hoe ze na die executie witte wijn hadden gedronken en worst hadden gegeten en hoe lastig het was geweest om daar aan te komen. Dat gaf me inzicht in hoe hij was, hoe diep hij aan de nazikant stond. Mijn vader voelde zich slachtoffer en hield een liefde voor Duitsland. En hij zoog mij mee in zijn toch wel paranoïde houding dat ik met niemand over zijn verleden mocht praten.” Rinke’s vader zat na de oorlog als ‘foute’ Nederlander drie jaar geïnterneerd in hetzelfde Kamp Westerbork waar hij bewaker was geweest. “Hij verhuisde daarna bewust naar een heel ander deel van Nederland, wilde al zijn sporen uitwissen.”
Wanneer besloot je naar buiten te treden met het oorlogsverleden van je vader?
Smedinga: “Dat was in 1999, met een eigen website. Mijn vader vond ’t het ergste wat er kon gebeuren. In mijn familie werd ook heel afwijzend gereageerd op mijn openbaarmaking van het naziverleden van mijn vader. Van onbekenden kreeg ik een doodsbedreiging en zeer nare reacties. Maar er was ook een andere kant: ik kreeg voor de website de Plantage Poëzieprijs en ontving honderden mails van lotgenoten. Voor mij dient deze website ook een historisch doel: mensen stimuleren om hun herinneringen en documenten te delen over dit deel van de geschiedenis, de ‘foute’ kant.”
Jij vertelt nu regelmatig je familieverhaal op de plek van de executies in Kamp Westerbork. Hoe is dat?
Smedinga: “Hierover te spreken, op die plek, valt me zwaar. Ik vertel hoe mijn vader een executie bijwoonde en het hem eigenlijk niks deed. Tot nu hou ik me goed; het verhaal heeft meer impact als ik mijn emoties niet toon. Dat kost me moeite, maar het lukt. Ik denk dat het aspect van daderschap hoort bij wat we kinderen moeten vertellen over de Tweede Wereldoorlog. Kinderen weten nu vrijwel niet dat er ook Nederlanders voor Hitler waren.”
Letterie: “Ik kom zowel in Nederlandse als Duitse klassen naar aanleiding van mijn oorlogsboeken voor kinderen. Kinderen zijn onder de indruk wanneer ik over mijn eigen familiegeschiedenis of die van Rinke vertel. In Duitsland ligt de tijd van het nazisme nog steeds heel gevoelig. Laatst gingen leerlingen zelfs fluisteren, het gaf me het gevoel alsof ze over een geheim praatten. Een jongen vroeg me ooit: ‘Ben jij voor het Nederlandse elftal?’ Ik dacht: waar gaat die vraag heen? Later begreep ik het. Het gaat over met wie je je identificeert. Als ik bij hen ‘En toen vielen de Duitsers Nederland binnen’ zeg, gaat het over hén. Ik vertel mijn familiegeschiedenis dus toch wat omzichtiger in Duitse schoolklassen, bouw het voorzichtig op. Ik geloof in gelaagdheid. Ik vertel niet meteen over Auschwitz, maar spreek met de kinderen over de consequenties van uitsluiting en racisme. De boodschap landt zeker.”
Dus jullie gaan nog lang door met jullie lezingen en schoolbezoeken?
Letterie, grappend: “Als het moet, ga ik in een rolstoel die klas in.”
Over de auteur
Larissa Pans is historicus en journalist. Zij is coauteur van Oorlogsgesprekken, de erfenis van bezetting en bevrijding (2020) en schrijft momenteel aan de biografie van Mary Zeldenrust-Noordanus, NVSH-voorzitter in de jaren zestig.
Verder lezen
Letterie publiceerde verschillende kinderboeken over de oorlog. In Oorlog zonder vader (2008) schrijft ze over haar vaders jeugd, maar het oorlogsthema zit in veel meer boeken, zoals Kinderen van ver (2022) en Nooit meer Thuis (2017, in opdracht van het Indisch Herinneringscentrum).
De site van Rinke Smedinga: http://www.rinkesmedinga.nl/
Foto boven het artikel
Standbeeld ‘Gevangene voor het vuurpeleton’ / ‘De stenen man’ bij kamp Amersfoort. Bron: Marja van Vulpen, Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)