2023 is uitgeroepen tot themajaar ‘Leven met oorlog’, waarin we focussen op de impact van oorlog op mensen, families en samenleving. In elke editie van WO2 Onderzoek uitgelicht nemen we daarom een persoonlijk verhaal op van iemand die werkzaam is in een oorlogsmuseum, herinneringscentrum of andere organisatie die gelieerd is aan oorlog. Welke rol speelt hun eigen achtergrond in hun werk? Ditmaal spreekt Djuna Kramer met Kateryna Khyzhniak (36). Zij werkt bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum als coördinator voor een groot door Giro555 gefinancierd project om psychologen in Oekraïne te ondersteunen.
Wat houdt uw baan precies in?
“Ik ben het aanspreekpunt voor onze Oekraïense partners: ggz-instellingen, sociaal werkers en centra voor vroegtijdige interventies. Die laatste ondersteunen normaal gesproken kinderen met een ontwikkelingsachterstand, maar nu alle kinderen die door de oorlog zijn getroffen. Ook help ik bij de organisatie van intensieve trainingen voor betrokken professionals, die we tot nu toe hebben gehouden in Hongarije en Polen.”
Wat deed u hiervoor?
“Ik was bezig te promoveren in Oekraïense literatuur en was assistent-professor aan de Polytechnische Universiteit in Charkov. In augustus 2022 ben ik naar Nederland gevlucht, en al in december kon ik beginnen bij ARQ. Daar was ik erg blij mee, ik voel me vereerd dat ik zoiets belangrijks mag doen.”
Wat drijft u in uw werk?
“Zo veel mensen lijden onder deze oorlog, het lijkt wel alsof er niet één Oekraïner zonder trauma meer te vinden is. Eraan bijdragen dat er psychische hulp geboden wordt, voelt als een van de beste dingen die ik nu zou kunnen doen. Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik zonder deze baan zou moeten.”
Zijn er ook delen van uw functie die u moeilijk vindt?
“Het kan lastig zijn om onze contactpersonen in Oekraïne te bereiken. Omdat ze het zo enorm druk hebben, maar ook omdat er vaak problemen zijn met de elektriciteit of het internet. Daarnaast is het weleens zwaar om te horen wat voor verschrikkelijke dingen mijn gesprekspartners in Oekraïne meemaken, zelfs de mensen in relatief veilige gebieden. Emotioneel ben ik ook nog daar; mijn ouders wonen er, sommige van mijn vrienden staan op het slagveld. Natuurlijk laat me dat niet koud. Maar ik concentreer me liever op wat ik kan doen om te helpen.”
Komen er bij ARQ thema’s terug die u kent uit uw onderzoek naar Oekraïense literatuur?
“Zeker! De Oekraïense literatuur is doordrongen van trauma, net als onze geschiedenis. Mijn eigen promotieonderzoek ging over contemporaine Oekraïense literatuur die ons totalitaire verleden verbeeldt. Ik heb me ook veel beziggehouden met de gebeurtenissen achter die fictie, zoals Holodomor in 1932, toen miljoenen Oekraïners verhongerden door Sovjetbeleid. Dat was erg moeilijk om over te lezen.”
Kent u dat totalitaire verleden ook uit uw familiegeschiedenis?
“Ik denk dat elke Oekraïense familie op een bepaalde manier getraumatiseerd is. Veel van de problemen in onze maatschappij, in onze ziel, stammen nog uit het Sovjetverleden. Er zijn zo veel jaren geweest dat zwart wit genoemd werd en wit zwart. Dat je nergens van op aan kon. Dat doet iets met een volk.
Zelf ben ik opgegroeid met mijn grootouders, en hun bewustzijn was heel erg gevormd door die tijd. Het was erg dubbel: ze spraken over de verschrikkingen van de Sovjet-Unie en de angst die ze ervoeren, maar zeiden bijvoorbeeld ook dat alles toen zo goed geregeld en zo goedkoop was.
Veel mensen beginnen nu pas echt wakker te worden en in te zien dat de Russen niet onze broeders zijn. Of in elk geval: dat we zelf het heft in handen moeten nemen en bepalen wat voor land we willen worden, in plaats van de oplossing elders te zoeken.”
U ondersteunt hulpverleners bij het uitvoeren van hun werk. Krijgt u zelf ook ondersteuning?
“Jazeker. Ik heb zelf een goede therapeut en mijn collega’s zijn ook erg ondersteunend. Ze begrijpen dat het voor mij als vluchteling, als expat die hier geen echte vrienden heeft, ook belangrijk is om soms over persoonlijke dingen te kunnen praten. Over kleine, alledaagse dingen. Dat waardeer ik echt.
Sowieso vinden we zelfzorg erg belangrijk bij ARQ. Daar richten we ons ook op in onze trainingen voor hulpverleners. Want als deze strijders vallen, overleeft niemand het.”
Over de auteur
Djuna Kramer is cultuurjournalist en schrijft voor onder meer de Volkskrant, Het Parool, AD en de Theaterkrant. Ook maakt ze audioproducties, zoals de Vrij Nederland-podcast Nu het nog kan – waarin kleinkinderen hun grootouders interviewen over de Tweede Wereldoorlog – en de documentaire De laatste woorden van Anton Mussert voor Docs (NTR/VPRO).
Foto boven aan artikel
Een flatgebouw in Charkiv is verwoest door een Russisch bombardement. Bron: Website van de president van Oekraïne