Leidde het Duitse kolonialisme tot de Holocaust?

Volkerenmoord in Namibië

door Tom Menger – leesduur 7 minuten

Ook Duitsland worstelt met een koloniaal verleden. Die worsteling gaat vooral over de ‘vergeten geschiedenis’ van Duits-Zuidwest-Afrika (het huidige Namibië). Hier werden tussen 1904 en 1907 grote delen van de Herero- en Nama-volkeren door Duitse troepen uitgemoord: de eerste genocide van de twintigste eeuw. Liggen de wortels van de Holocaust in het Duitse kolonialisme? En (hoe) moeten herstelbetalingen aan nabestaanden plaatsvinden? Een inleiding van historicus Tom Menger tot twee recente debatten.

Duits-Zuidwest-Afrika lag ten noordwesten van de toenmalige Kaapkolonie en was sinds 1883 een Duitse kolonie. In de noordelijke helft leefden de Herero, een volk van veehouders. Zij leden sterk onder de kolonisatie: een runderziekte decimeerde hun vee, kolonisten eigenden zich steeds meer weidegrond en waterbronnen toe, en onrecht, geweld en uitbuiting namen toe.

Op 12 januari 1904 kwamen de Herero in opstand. Boerderijen en nederzettingen van Duitse kolonisten werden platgebrand en de mannen gedood; vrouwen, kinderen, missionarissen en andere blanken werden gespaard. De opstand verraste de Duitsers en snel werden vanuit Duitsland militaire versterkingen gestuurd, onder bevel van de hardliner Lothar von Trotha.

Lothar von Trotha was de Duitse bevelhebber en hardliner die de Herero definitief wilde verslaan. Foto: Wikimedia Commons

Intussen hadden de Herero zich met hun families en vee rond de Waterberg teruggetrokken. Von Trotha’s plan de Herero in een grote omsingelingsslag te verslaan, mislukte en een aanzienlijk deel van de Herero wist te ontsnappen richting de Omaheke-woestijn. Achtervolgd door Von Trotha werden ze steeds verder de woestijn in gedreven. Herero die in handen van de Duitsers vielen, werden doorgaans doodgeschoten, en velen die vluchtten, stierven van honger en dorst in de woestijn. Toen de Duitsers de achtervolging niet verder konden voortzetten, probeerden zij de woestijn hermetisch af te sluiten en alle waterplaatsen te bezetten.

Het plan van de Duitsers om de Herero in 1904 in een grote omsingelingsslag bij de Waterberg te verslaan, mislukte. Foto: Nationaal Archief Namibië

Vernichtungsbefehl

Dat was het moment waarop Von Trotha zijn beruchte Vernichtungsbefehl uitvaardigde. Hij proclameerde dat de Herero het land moesten verlaten en dat elke mannelijke achterblijver, gewapend of niet, doodgeschoten zou worden. Dit was in feite een goedkeuring van wat al op grote schaal gebeurde. Vrouwen en kinderen mochten alleen boven het hoofd beschoten worden om ze terug te drijven, gaf Von Trotha zijn troepen mee, maar dat betekende feitelijk ook de dood, want een verdere vlucht door de woestijn was amper te overleven.

Het beruchte Vernichtungsbefehl van Von Trotha dat het einde van de Herero moest betekenen. Foto: Wikimedia Commons

Dit beleid stuitte op verzet bij de Duitse civiele autoriteiten, waaronder kanselier Von Bülow. Het kostte hem echter ruim twee maanden om de keizer en het leger tot intrekking van de proclamatie te bewegen. Daarmee hield de oorlog niet op, want het Nama-volk was in oktober 1904 ook in opstand gekomen en voerde een guerrillaoorlog in het zuiden.

Eind 1904 werd Von Trotha naar Duitsland teruggeroepen: men was ontevreden over het uitblijven van succes, en over het vernietigen van een bevolkingsgroep die de kolonisten als goedkope arbeidskracht zagen. De kolonie kwam daarmee weer onder civiel bestuur; Von Trotha’s opvolger onderhandelde met de Nama en beëindigde zo de oorlog in 1907.

Het lijden ging door

Maar hoewel de politiek van massale executies en verdrijving na het intrekken van het Vernichtungsbefehl voorbij was, ging het lijden van de Herero en Nama door. Degenen die zich overgaven, werden nu gevangengenomen en in kampen geïnterneerd, van waaruit zij meestal als dwangarbeiders ingezet werden. De sterftecijfers in deze kampen waren extreem hoog. Het leger vond dat de verzorging van gevangenen geen eigen middelen mocht kosten en dat de kampen als ‘bestraffing’ dienden; dat velen daardoor stierven, werd daarom als acceptabel gezien. Gebrek aan voedsel en aan beschutting tegen kou en vocht, zware dwangarbeid, mishandeling en seksueel geweld waren aan de orde van de dag. Als gevolg daarvan hadden ziektes een verwoestende uitwerking.

De slachtofferaantallen, zowel door oorlog als internering, waren dan ook dramatisch. Vijftig tot vijfenzeventig procent van de Herero- en de helft van de Nama-bevolking is uitgeroeid: in totaal 30.000 tot 100.000 doden.

Vanaf eind 1904 werden gevangengenomen Herero en Nama geïnterneerd in concentratiekampen, zoals deze bij Lüderitz: Konzentrationslager auf der Haifischinsel vor Lüderitzbucht. Bron: Onbekend

De continuïteitsthese

De Duitse koloniale heerschappij was door de vernietigende oorlog hersteld, maar niet voor lang. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog kwam Zuidwest-Afrika in 1919 onder Zuid-Afrikaans mandaat. Aangezien Duitsland al vroeg zijn koloniën verloor en een relatief klein koloniaal rijk had gehad, heerste in de geschiedschrijving lang de opvatting dat de Duitse koloniale geschiedenis niet zo belangrijk was geweest. De oorlog van 1904-1907 werd dan ook amper besproken; het werd een vergeten geschiedenis.

Pas rond 2004, toen het begin van de oorlog precies een eeuw geleden was, ontstond in Duitsland een groot debat onder historici. De Duitse historicus Jürgen Zimmerer speelde de belangrijkste rol. Hij classificeerde de oorlog niet alleen als genocide, maar ook als een voorgeschiedenis van de Holocaust. De koloniale massamoord zou zijn voortgekomen uit een specifiek Duitse dispositie tot massale vernietiging en uitroeiing, die zich in de Tweede Wereldoorlog ook in Europa zou manifesteren. Zimmerer identificeerde zogeheten ‘continuïteiten’ tussen de eerste genocide en de Holocaust in het Duitse biologisch-raciale denken, het gebruik van concentratiekampen, massale executies en uithongering, en de strikte raciale segregatie en onderdrukking die na 1908 in de kolonie werden ingevoerd. Zonder deze koloniale voorgeschiedenis zou de moord op de Europese Joden ondenkbaar zijn geweest, stelde Zimmerer.

Gevangengenomen Herero met een Duitse bewaker, circa 1904. Bron: AFP/ANP

Sceptisch

Deze continuïteitsthese zorgde al snel voor veel debat. Er kwamen twee belangrijke tegenwerpingen. De Amerikaanse historica Isabel Hull sprak in haar boek Absolute Destruction de gedachte van een inherente Duitse genocidale dispositie tegen. Zij zag de oorzaak van de massamoord veeleer in de Duitse militaire cultuur. Het Duitse leger zou altijd gestreefd hebben naar zo’n complete overwinning en vernietiging van zijn tegenstanders, dat het zijn beleid na de aanvankelijke tegenslag bij Waterberg steeds verder radicaliseerde, met genocide als eindpunt.

De meeste critici wezen echter juist het specifiek Duitse van deze koloniale oorlog van de hand. Zij meenden dat de gelijkenissen met de koloniale oorlogen van andere Westerse landen groter waren dan de verschillen. Evenmin zouden de veronderstelde continuïteiten met de Holocaust te bewijzen zijn. Personen met ervaring in Duits-Zuidwest-Afrika speelden decennia later in het Derde Rijk geen belangrijke rol meer en de nazi’s refereerden praktisch nooit aan de kolonie. Ook zouden de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende chaos een veel grotere rol gespeeld hebben in de radicalisering van Duitsland dan een koloniale oorlog waarin slechts een fractie van het Duitse leger betrokken was.

Dit debat is tot ongeveer 2009 behoorlijk fel gevoerd. Sindsdien is het wat stiller, en het is duidelijk dat de meeste Duitse historici sceptisch zijn gebleven over de continuïteitsthese. Zo stelt Jonas Kreienbaum in Ein trauriges Fiasko, een recent boek over de koloniale interneringskampen, dat de kampen in de Duitse kolonie beduidend meer gelijkenissen vertonen met die van andere koloniale machten dan met de nationaalsocialistische concentratiekampen.

Herstelbetalingen?

Frappant genoeg is bredere publieke aandacht voor dit thema pas enkele jaren na het stilvallen van het historische debat opgekomen. Een belangrijk keerpunt was de officiële erkenning als genocide door de Duitse Bondsdag en regering in 2016. Een jaar later dienden Herero-nabestaanden, voor wie de genocide altijd al belangrijk is geweest in hun geschiedenis en herdenkingscultuur, een schadeclaim tegen de Duitse staat in bij een rechtbank in New York (de Duitse regering zegt Namibië compensatie in de vorm van verhoogde ontwikkelingssamenwerking te bieden, en weigert betalingen aan specifieke slachtoffergroepen). Zij worden daarin bijgestaan door Kenneth McCallion, die als advocaat eerder Holocaust-nabestaanden bijstond. Ook in publieke discussies rondom deze schadeclaims krijgt de veronderstelde continuïteit met de Holocaust regelmatig vermelding, zij het soms op een wat ongenuanceerde manier.

In 2011 gaf Duitsland 20 schedels van omgekomen Herero en Nama, van ruim een eeuw geleden, terug aan Namibië. Duizenden mensen wachtten de vlucht op en eisten herstelbetalingen. Bron: AFP/Getty images

Ongemakkelijke waarheid

In mijn nog lopende promotieonderzoek naar koloniaal geweld in verschillende Duitse en Britse kolonies in Afrika heb ik, net als veel van Zimmerers critici, geen specifiek Duitse genocidale dispositie kunnen vinden. Ook ik denk dat de Duitse oorlog tegen de Herero en Nama in de context van de toenmalige koloniale oorlogsvoering gezien moet worden, en niet als voorgeschiedenis van de Holocaust. De ongemakkelijke waarheid is dat het doden van grote aantallen mensen van een als ‘onbeschaafd’ beschouwd volk in de koloniale oorlogen van die tijd vaak als collateral damage werd gezien. In die tijden van sociaal darwinisme en geloof in de ‘vooruitgang der beschaving’ kon dat als gerechtvaardigd gelden. De oorlog in Duits-Zuidwest-Afrika is in zijn uitzonderlijke wreedheid en het expliciete karakter van het vernietigingsbevel dan misschien zeldzaam, hij heeft uiteindelijk toch meer gemeen met de andere toenmalige koloniale campagnes dan met de nationaalsocialistische moord op het Europese Jodendom.

Het zou wellicht ook niet uit moeten maken of de continuïteiten of de verschillen het belangrijkst zijn. Vast staat dat een groot deel van de Herero en Nama tussen 1904 en 1907 in een genocide op een bijzonder gruwelijke manier om het leven is gebracht. Hun tragische lot verdient meer bekendheid en erkenning dan er tot nog toe is geweest. De recente publieke aandacht kan daar alleen maar aan bijdragen.

Over de auteur

 

Tom Menger

Tom Menger promoveert aan de Universiteit van Keulen op ‘The production and transfer of knowledge on extreme violence in the German, British and Dutch colonial wars of the fin de siècle’. Momenteel verblijft hij een jaar als associate aan de Queen Mary University in Londen.


Verder lezen

Robert Gerwarth en Stephan Malinowski, ‘Hannah Arendt’s Ghosts: Reflections on the Disputable Path from Windhoek to Auschwitz’, Central European History 42 (2009) 279-300.

Isabel Hull, Absolute destruction: Military Culture and the Practices of War in Imperial Germany (Ithaca, NY en Londen 2006).

Jonas Kreienbaum, Ein trauriges Fiasko. Koloniale Konzentrationslager im südlichen Afrika, 1900-1908 (Hamburg 2015).

Birthe Kundrus, ‘Colonialism, Imperialism, National Socialism: How Imperial Was the Third Reich?’, in: Bradley Naranch en Geoff Eley eds., German Colonialism in a Global Age (Durham 2014) 330-346.

Sybille Steinbacher, ‘Sonderweg, Kolonialismus, Genozide: Der Holocaust im Spannungsfeld von Kontinuitäten und Diskontinuitäten der deutschen Geschichte’, in: Frank Bajohr en Andrea Löw eds., Der Holocaust: Ergebnisse und neue Fragen der Forschung (Frankfurt 2015) 83-101.

Jürgen Zimmerer en Joachim Zeller eds., Völkermord in Deutsch-Südwestafrika. Der Kolonialkrieg (1904-1908) in Namibia und seine Folgen (Berlijn 2003).