Groeten uit Holland

Oorlogsbron uitgelicht

door Janneke Jorna (Netwerk Oorlogsbronnen) – leesduur 5 minuten

In de WO2-zoekmachine Oorlogsbronnen.nl komen miljoenen bronnen uit honderden verschillende erfgoedcollecties samen. Iedere bron kent een eigen verhaal en achter elk verhaal schuilen verschillende bronnen. Dit keer in ‘Oorlogsbron uitgelicht’: hoe Duitse soldaten zich soms ook als toerist gedroegen.

Oorlogstoerisme is van alle tijden. Bekend zijn onder meer de vroege reizen van Britse toeristen en nabestaanden naar de loopgraven en grafvelden van de Eerste Wereldoorlog in Noord-Frankrijk. Het Tweede Wereldoorlog-toerisme begon al tijdens de oorlog. Zo gingen nieuwsgierige Nederlandse toeristen al in 1940 naar de Grebbeberg om het slagveld te bekijken en de gesneuvelde Nederlandse soldaten te eren op de begraafplaats. Duitse soldaten vergaapten zich in datzelfde eerste oorlogsjaar aan het gebombardeerde Rotterdam.1

Maar er was ook een andere vorm van oorlogstoerisme, of liever gezegd vijandelijk toerisme in oorlogstijd naar reguliere bestemmingen, waarbij de hier gestationeerde Duitse soldaten toeristische uitstapjes maakten in bezet Nederland. Tal van foto’s tonen ontspannen ontmoetingen tussen soldaten en de Nederlandse bevolking en van Duitsers in uniform bij toeristische attracties. In het eerste oorlogsjaar werden dergelijke foto’s regelmatig gepubliceerd, onder meer door De Telegraaf. In een poging zich aan de oppervlakte te houden, maakte deze krant daarmee reclame voor de zich voorbeeldig gedragende Duitse soldaat.

Een Amsterdamse rondvaartboot in de zomer van 1940. Foto: NIOD, fotograaf onbekend

Duitse soldaten op de Alkmaarse kaasmarkt, 17 mei 1940. Foto: Regionaal Archief Alkmaar, NV Polygoon

Duitse militairen op het strand van Scheveningen, 14 juli 1940. Foto: NIOD, Stapf Bilderdienst

‘Het land van Rembrandt’

Deze vorm van oorlogstoerisme, waarbij Duitse soldaten als toerist op stap gingen in bezet Nederland, werd van hogerhand uitdrukkelijk gestimuleerd. In de brochure Was jeder Deutsche in den Niederlanden wissen muss worden Duitse soldaten door het naziregime zelfs opgeroepen om Nederland te verkennen: “Benut je verblijf hier om de culturele schatten te leren kennen. (..) Besef dat je je in het land van Rembrandt bevindt.”2 Veel van de vaak jonge soldaten waren voor hun komst naar Nederland nog nooit buiten hun eigen geboortedorp of -streek geweest. Gestationeerd in Nederland hadden ze ineens de kans om een ander land te verkennen.

Beroepsfotograaf Rauscher brengt met zijn divisie van de Luftwaffe een bezoekje aan Volendam, 1940. Foto: NIOD, Karl Rauscher

In hun vrije tijd of tijdens kort verlof trokken ze er dan ook vaak samen op uit. Aangezien vlak voor de Tweede Wereldoorlog fotografie enorm in opkomst was geraakt en zo’n één op de tien Duitsers een camera bezat, droegen ook veel Duitse soldaten een fototoestel bij zich. Daarmee fotografeerden ze de toeristische uitjes die ze maakten. Favoriete onderwerpen waren het strand, de Hollandse folklore en natuurlijk de bekende molens en klompen. De foto’s, die vaak begeleid met een brief naar het thuisfront werden opgestuurd, tonen zeker in de eerste bezettingsjaren blije en zorgeloze soldaten. De soldaten wisten precies wat de achterblijvers wilden zien: hun geliefde was gezond en had het goed.

Duitse soldaten in Artis, mei 1940. Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad, Wiel van der Randen

Duitse militairen op het strand in Scheveningen, mei 1940. Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad, fotograaf onbekend

Beroepsfotograaf Rauscher in Volendam, 1940. Foto: NIOD, Karl Rauscher

Verbroederingsopdracht

Soldaten werden ook actief aangemoedigd om te fotograferen, bijvoorbeeld door het uitschrijven van fotowedstrijden. Uit een van deze wedstrijden kwam de tentoonstelling Der Soldat in Holland voort. Deze tentoonstelling werd op 15 oktober 1941 door de Rijkscommissaris in Nederland, Seyss-Inquart, geopend in het gebouw van de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda te Den Haag. Met de aanmoediging tot fotograferen hoopte de legerleiding vermaak te bieden, maar er lag ook een propagandistisch motief aan ten grondslag. De beelden konden immers gebruikt worden om de saamhorigheid tussen de twee ‘Arische’ volken te tonen. De verbroedering zou in de praktijk leiden tot geleidelijke nazificatie van de Nederlandse maatschappij. Deze nazificatie was nodig om de Nieuwe Orde op te bouwen.

Affiche voor de tentoonstelling Der Soldat in Holland, die vanaf oktober 1941 in Den Haag te zien was. Foto: NIOD

De soldaten moesten zich mengen onder de Nederlandse bevolking en zich netjes gedragen. In Was jeder Deutsche in den Niederlanden wissen muss wordt de Duitse soldaat voorzien van advies: “Ieder van ons kan meewerken aan de opbouw van het nieuwe Europa, hetgeen niet met de macht der bajonet tot stand komt (..), maar met de kracht van de Germaanse geest.”3 Daarnaast werd hen op het hart gedrukt om “vriendelijk en behulpzaam”4 te zijn. De fotograferende Duitse soldaten droegen met hun toeristische uitjes bij aan dit wenselijk geachte imago.

Afnemende bereidwilligheid

In de loop van de bezetting stelde de Nederlandse bevolking zich echter steeds vijandiger op naar de Duitse soldaten. De pogingen tot verbroedering en geleidelijke nazificatie bleken mislukt. Het gevolg was dat de nazificatie met een steeds hardere hand doorgedrukt werd. De bereidwilligheid van de Nederlandse bevolking om met Duitse soldaten te poseren en lol te maken voor de camera verdween niet geheel, maar wel in belangrijke mate. Er ontstond steeds meer afstand tussen beide partijen, er kwam steeds meer verzet. De spiraal van toenemend geweld van beide kanten die hierbij ontstond, maakte dat het verbroederingsidee op een gegeven moment nagenoeg volledig van de baan was.

Wehrmacht-militairen in Volendam, april 1942. Foto: Rijksmuseum, publiek domein

Dit omslaan van de sfeer in bezet Nederland zal er in combinatie met de kerende oorlogskansen aan het Oostfront voor gezorgd hebben dat Duitse soldaten steeds minder toeristische tripjes maakten. Ook werd fotograferen lastiger vanwege het steeds grotere gebrek aan benodigdheden voor het maken en afdrukken van foto’s. Het resultaat: een grote daling van het aantal toeristische kiekjes door Duitse soldaten en een forse afname van deze bijzondere vorm van oorlogstoerisme na 1942. Wellicht dat de recente toename van de handel in Duitse oorlogskiekjes op het internet ons meer kan leren over het verdere verloop van het Duitse toerisme in Nederland tijdens de bezettingsjaren.

Meer over het thema

Via de zoekmachine van Netwerk Oorlogsbronnen zijn meer bronnen te vinden die betrekking hebben op deze vorm van Duits oorlogstoerisme. Bekijk bijvoorbeeld meer foto’s die fotograaf Rauscher maakte tijdens zijn stationering in Nederland, of meer beelden van Duitse soldaten in Zandvoort aan Zee.


Over Netwerk Oorlogsbronnen

Het Netwerk Oorlogsbronnen wordt gefaciliteerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en gefinancierd door het ministerie van VWS, vfonds en VSBfonds.


Noten

1 Gerard Groeneveld, Heinz in Holland. Duitse amateurfoto’s van de bezettingstijd (Nijmegen 2007), p. 14-15.
2 Was jeder Deutsche in den Niederlanden wissen muss (1940), p. 7.
3 Ibidem.
4 Ibidem.


Foto bovenaan artikel

Een Wehrmacht-soldaat rijdt op een ezel op het strand van Scheveningen, 15 mei 1941. Foto: Rijksmuseum, publiek domein