“Ik besef nu pas hoe hevig die oorlog nog doorwerkt voor Nederlanders met Indische wortels”

Leven met oorlog

door Djuna Kramer, leesduur 7 minuten

In het themajaar ‘Leven met oorlog’ staan we extra stil bij de impact van oorlog op mensen, families en samenleving. Voor deze rubriek interviewt Djuna Kramer mensen die werken in een herinneringscentrum of andere organisatie die gelieerd is aan oorlog. Welke rol speelt hun eigen achtergrond in hun werk? Jolanda Beyer (54) is directeur van poppodium Patronaat en lid van de raad van toezicht van popcentrum Slachthuis. Sinds 2021 is zij ook bestuurslid bij Bevrijdingspop Haarlem.

Hoe bent u bij Bevrijdingspop terechtgekomen?
“Ik woon al meer dan 20 jaar in Haarlem en ging eigenlijk nooit naar grote muziekfestivals, behalve dan naar Bevrijdingspop. Dat sprak me aan omdat het zoveel meer is dan een popfestival. Het is voor iedereen toegankelijk en heeft een gevarieerde programmering voor alle leeftijden. Ook bijzonder is dat Bevrijdingspop volledig wordt gerund door vrijwilligers, die dat doen uit passie voor het doel van het festival: het vieren van onze vrijheid. Toen ik werd gevraagd als bestuurslid, was dat voor mij dus een no-brainer.”

Jolanda Beyer. Bron: Jolanda Beyer

Wat houdt uw werk precies in?
“Ik houd me bezig met de programmering en met het thema. De programmering van het festival bestier ik met een groepje vrijwilligers uit de popsector. Het thema wordt elk jaar bepaald in overleg met het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Dit jaar was dat ‘Leven met oorlog’, en dan met name intergenerationele overdracht: hoe ontwikkelen oorlogsherinneringen zich van de eerste naar volgende generaties?

Samen met de vrijwilligers geven we op allerlei verschillende manieren invulling aan zo’n thema. Zo waren er dit jaar allerlei initiatieven om de jongere generatie actief aan de slag te laten gaan met de betekenis van vrijheid en de ideeën te laten delen die zij daarover hebben meegekregen. Er was bijvoorbeeld een Wall of Freedom: een muur waarop mensen met graffiti en briefjes konden laten weten wat vrijheid voor hen betekent. Ook organiseerden we in samenwerking met studenten van de HKU het project Fashion for Freedom, waarvoor zij 3D-designs maakten rondom het thema. Ter inspiratie gingen ze naar het Vrijheidsmuseum en spraken ze met veteranen. Animaties van hun werk werden vertoond op het hoofdpodium van Bevrijdingspop, en later tijdens de Rotterdam Fashion Week.”

Wat is uw ervaring met de intergenerationele overdracht van oorlogsverhalen binnen uw eigen familie?
“Mijn moeder is Indisch, en als kind op Terschelling wist ik daarover eigenlijk niet veel meer dan dat zij een kleurtje had en dat we een klein beetje anders waren dan andere gezinnen. Verder verdiepte ik me vroeger niet in de grotere geschiedenis, wist ik niets van de onvrijheid die Nederland in Indonesië heeft gebracht, niets over mijn eigen familiegeschiedenis. Er werd gewoon niet over gesproken.

Pas toen ik halverwege de 40 was, ben ik me er meer in gaan verdiepen. Ik leerde onder meer dat mijn moeder in een interneringskamp heeft gezeten, en dat sommige van mijn familieleden de Bersiap-periode maar ternauwernood hebben overleefd. Kortgeleden hebben we nog met mijn ooms en tantes om tafel gezeten om hun verhalen te horen. Sommige dingen hadden ze nog nooit aan iemand verteld. Ik besef nu pas hoe hevig die oorlog nog doorwerkt voor al die Nederlanders met Indische wortels. Ik voel me nu meer verbonden met hun verhaal dan vroeger, en heb meer gevoel gekregen voor wat onvrijheid echt betekent.”

Tram 1 in Jakarta met leuzen voor een onafhankelijk Indonesië: ‘Wij het volk van Indonesië willen vrede/jongeren, jullie bloed kookt’. Bron: Fotograaf onbekend, NIOD

Speelt die zoektocht naar uw familiegeschiedenis mee in uw werk?
“Ja, die ervaring heeft in het algemeen grote invloed gehad op de manier waarop ik in het leven sta, en dus ook op mijn werk. Neem mijn omgang met anderen: ik besef nu des te meer dat wat iemand in zijn leven meemaakt, bepalend is voor zijn kijk op de wereld. Ik ga daarom altijd op zoek naar dat verhaal, naar de mens achter de façade.”

Wat moet volgens u de boodschap zijn die Bevrijdingspop uitdraagt?
“Die is eigenlijk heel simpel: vrijheid is niet vanzelfsprekend. We nemen het namelijk ongelooflijk vaak voor lief. Kijk ook naar de coronatijd, waarin sommigen zeiden dat het een inbreuk was op onze vrijheid als je niet naar de sportschool mocht, of ergens niet naar binnen kon zonder QR-code. Dan ben je het grotere perspectief naar mijn mening wel een beetje kwijt. Er zijn ook plekken op de wereld waar je het risico loopt om jaren de gevangenis in te gaan als je geen hoofddoek draagt. Dáár weten mensen pas wat het is om niet vrij te zijn.

En zoiets als de oorlog in Oekraïne lijkt ver weg, maar kan ons ook overkomen. Dat moeten we blijven beseffen, en dat besef moeten we ook overdragen aan volgende generaties. Vooral tijdens het jaarlijkse 5 voor 5-moment ervaar ik dat we echt samen met onze bezoekers stilstaan bij onze vrijheid. Dat ritueel geeft me altijd weer kippenvel.”

Wat zijn uw toekomstplannen voor Bevrijdingspop?
“Wat mij betreft mag het festival die vrijheidsboodschap nog sterker uitademen. De muziek moet niet losstaan van de rest van de programmering, maar die inhoud ook uitdragen.

Daarom gaan we artiesten voortaan expliciet vragen het thema vrijheid mee te nemen in hun optredens. En ik zou heel graag nog eens iets doen met het thema Indonesië.”

Over de auteur

 

Djuna Kramer. Foto: Bart Jansen

Djuna Kramer is cultuurjournalist en schrijft voor onder meer de Volkskrant, Het Parool, AD en de Theaterkrant. Ook maakt ze audioproducties, zoals de Vrij Nederland-podcast Nu het nog kan – waarin kleinkinderen hun grootouders interviewen over de Tweede Wereldoorlog – en de documentaire De laatste woorden van Anton Mussert voor Docx (NTR/VPRO).

 

 

 

 

 


Foto boven aan artikel

Sfeerimpressie van Bevrijdingspop Haarlem 2014. Bron: Bart Heemskerk op Wikimedia Commons