Het jaar 2020 was om twee redenen vol betekenis voor de herdenking van de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog. Het markeerde om te beginnen de viering van 75 jaar bevrijding van de laatste naziconcentratiekampen. Tegelijkertijd was 2020 het (eerste) jaar waarin veel van deze herdenkingen door de COVID-19-pandemie noodgedwongen online gepresenteerd werden aan het publiek. Natuurlijk nam het gebruik van digitale media de afgelopen jaren al behoorlijk toe. Maar door de pandemie werd het internet voor het eerst de voornaamste vorm van communicatie tussen herdenkingsinstellingen en bezoekers.
2020 was een jaar vol uitdagingen. Terwijl iedereen probeerde te wennen aan thuiswerken en -studeren, en velen hun zorg- en opvoedplichten moesten zien te combineren met online vergaderen, zochten herdenkingsinstellingen en musea in 2020 naarstig naar manieren om de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog digitaal te herdenken. Niet alleen vanwege het feit dat Europa 75 jaar bevrijding niet onopgemerkt voorbij kon laten gaan. Maar ook omdat het na 75 jaar steeds minder vanzelfsprekend is dat overlevenden aanwezig zijn bij de plechtigheden. Wie dan wel, en in welke vorm dan, was de vraag. Nietsdoen was simpelweg geen optie.
Als onderzoeker gespecialiseerd in digital memory en media studies, in het bijzonder in relatie tot de Holocaust en andere genocides, stelde ik mijzelf de vraag in hoeverre de omschakeling naar online herdenken onze opvattingen verandert over wat een herdenkingsevenement is en typeert. En nodigen de noodgedwongen aanpassingen in 2020 ons uit de integratie van digitale media bij dit soort evenementen in het vervolg serieuzer te nemen?
Stenen, bloemen, vlaggen
Nadenken over de digitalisering van herdenkingsplechtigheden vraagt natuurlijk allereerst om een heldere afbakening: wat onderscheidt herdenkingsceremonies eigenlijk van andere vormen van gedenken en herinneren? Als typering van dergelijke ceremonies verschijnen misschien om te beginnen monumenten, gedenktekens en historische locaties op je netvlies, of de attributen die gedragen of gebruikt worden tijdens de plechtigheden, zoals stenen, bloemen en vlaggen.
Het kan ook zijn dat je vooral moet denken aan het verloop van de plechtigheid – terugkerende betuigingen, gebeden en liederen – of aan de individuen en groepen die uitgenodigd worden om deel te nemen. Als herdenkingsevenementen online gaan, verdwijnen echter veel van deze materiële aspecten uit beeld. Dan kan bijvoorbeeld slechts een beperkte groep mensen aanwezig zijn op de herinneringslocatie en deelnemen aan handelingen zoals de kranslegging.
Dat was in 2020 ook het geval bij VE Day en Remembrance Sunday in het Verenigd Koninkrijk. Hier mocht maar een klein aantal mensen participeren in de kranslegging en herdenkingstochten. Van een digitalisering van deze herdenkingen was daarbij overigens verder geen sprake, alleen van een uitgezonden registratie. Het grootste deel van het publiek bestond uit toeschouwers op afstand: mensen die thuis meekeken. Omdat de plechtigheden via de publieke omroep werden uitgezonden, betrof het hier een nationaal publiek.
Wellicht is voor andere ceremonies online streaming een beter uitzendmiddel, helemaal als de plechtigheid een wereldwijd publiek aanspreekt, of als de plechtigheid een diasporagemeenschap samenbrengt waarop de publieke omroep zich normaal gesproken niet richt.
De herdenking van de oorlogsslachtoffers bij de Cenotaph in Londen, 2020. Anders dan in voorgaande jaren was er geen publiek aanwezig en maar een select gezelschap genodigden. Foto: Martin Evans / Alamy Stock Photo
Global village
Maar eerst nog terug naar de vraag wat herdenkingsplechtigheden typeert. Voor een nader antwoord dook ik in de meest invloedrijke teksten over herdenkingen, variërend van Emilé Durkheim, Edward S. Casey en Paul Connerton tot Aleida Assmann. Ik zocht naar de essentie van herdenkingsevenementen búíten de materiële aspecten die ik hierboven noemde.
De academische literatuur benadrukt drie thema’s die in commemoration events centraal staan, namelijk sacraliteit (die niet religieus van aard hoeft te zijn, maar verwijst naar een intens gemeenschapsgevoel), herhaling en belichaamde participatie. Voor mij benadrukken deze drie aspecten de ‘co’ van ‘commemoratie’: het gezamenlijk aangaan van herinneringsactiviteiten binnen de context van specifieke ritualistische handelingen of materiële locaties en objecten.
Nu is natuurlijk al vaak naar het internet verwezen als een ruimte die ons ‘samenbrengt’, of een netwerk van ruimtes. Ik denk hier aan Marshall McLuhans bekende concept van de global village en aan de voorspellingen die er in de jaren negentig werden gedaan over hoe het internet en mobiele telefoons ons meer met elkaar zouden verbinden. Is het dus mogelijk om een intens gemeenschapsgevoel te bewerkstelligen met digitale middelen? Of vermindert het belang van materiële herdenkingstradities – waar mensen van oudsher lichamelijk bij aanwezig zijn – als deze plechtigheden online gaan?
Laten we ons eens over deze vragen buigen aan de hand van twee voorbeelden van herdenkingen uit 2020 waarbij digitale technologie werd gebruikt.
20 april 2020: Yom HaShoah (27 Nisan)
Het herdenkingsevenement Yom HaShoah – ‘dag van vernietiging en heldendom’ – is een van oorsprong Israëlische herdenkingsdag die erkend wordt door Joodse diasporagemeenschappen over de hele wereld. In tegenstelling tot de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, die draait om de bevrijding van Auschwitz-Birkenau en de aandacht vestigt op de wreedheid van de concentratie- en vernietigingskampen, herdenkt Yom HaShoah de verhalen van het Joods verzet, met name in het getto van Warschau.
In 2020 werd Yom HaShoah vanuit het Verenigd Koninkrijk gelivestreamd via een speciale webpagina. Ook ging de herdenking vergezeld van een live Twitterfeed vanuit het officiële account @yomhashoahuk. In veel opzichten hield de plechtigheid vast aan eerdere offline tradities, met uitvoeringen van de Hatikvah (‘de hoop’), het Britse volkslied en het Jiddische partizanenlied ‘Zog nit keyn mol’, geschiedenislezingen, geloften en het uitspreken van het Jizkor (herinneringsgebed) en het Kaddisj. Maar zoals de spreker opmerkte ‘spreken we gewoonlijk niet een Kaddisj uit zonder een minjan’ (tien joodse mannen).
De uitzonderlijke omstandigheden dwongen dus tot het breken van de traditie, al was er uiteraard een zeer grote kans dat er digitaal wél tien mannen aanwezig waren, alleen niet in dezelfde fysieke ruimte. Het moment bood stof tot nadenken over wat het betekent om samen te zijn in digitale ruimtes.
Het meest aangrijpende moment in de plechtigheid was de kaarsceremonie. Onder normale omstandigheden ziet men bij Yom HaShoah wellicht een heel stadion of gemeenschapshuis verlicht door honderden, zo niet duizenden van deze kleine lichtjes. De digitale plechtigheid in 2020 bootste de kaarsceremonie na door mensen samen te brengen op een manier die deed denken aan hoe het zou zijn geweest als ze er lijfelijk bij aanwezig waren. Eerst staken zes overlevenden die fysiek bijeen waren een kaars aan. Een voor een werden ze op de livestream in beeld gebracht.
Vervolgens verschenen ze alle zes in afzonderlijke schermpjes in een galerijweergave. Daarna kondigde men het gezamenlijke aansteken van de kaarsen aan. Meteen hierop vulde het beeldscherm zich met 25 schermpjes waarop de mensen die deelnamen met een voordracht of uitvoering gelijktijdig hun kaarsen aanstaken. De gastheer, Henry Grunwald, nodigde de thuisparticipanten vervolgens uit om hun kaars ook aan te steken en een foto hiervan te delen op sociale media.
Twitter ‘ontstak’ in een explosie van talrijke foto’s van de speciale Yellow Candle-kaarsen die waren verdeeld onder de thuisparticipanten. Elk van deze kaarsen was voorzien van de naam van en een kort verhaal over een Holocaustslachtoffer. Elke tweet ging vergezeld van de hashtag #yellowcandle. Zo creëerde men een moment van verbondenheid tussen alle kaarsaanstekers.
Hoewel de Yom HaShoah-herdenking in het Verenigd Koninkrijk gepresenteerd werd via een digitale interface, repliceerde het verder de stijl van uitvoering en manier van deelname van eerdere, vertrouwde plechtigheden waar men in het verleden fysiek bij aanwezig kon zijn. De livestream en de ingebedde Twitterfeed dienden als uitzendmiddelen die niet zo enorm afwijken van de door de publieke omroep uitgezonden televisieopnames van VE Day en Remembrance Sunday.
Er was echter één opvallend verschil, namelijk dat het aansteken van de kaars een gedeelde handeling werd. In plaats van de plechtigheid te bekijken als een gefilmd evenement, konden participanten zelf deel uitmaken van de gebeurtenis via het bijdragen aan de Twitterfeed.
Ook de herdenking van Yom Hashoah 2021 vond plaats als online evenement. Foto: Facebook Yom Hashoah UK
15 april 2020: viering van 75 jaar bevrijding van Bergen-Belsen
Waar de ceremonie voor Yom HaShoah normaliter overal gehouden kan worden, zolang de locatie maar groot genoeg is voor de gewenste publieksgrootte, is de viering van de bevrijding van Bergen-Belsen een plaatsgebonden evenement. Het is daarom niet verrassend dat er op de plek waar het beruchte krijgsgevangen en -concentratiekamp ooit stond het afgelopen jaar kleine anderhalvemeterplechtigheden werden gehouden.
Hieraan deden Duitse hoogwaardigheidsbekleders, scholieren en herdenkingsmedewerkers mee. De bijdragen van de scholieren en herdenkingsmedewerkers waren van tevoren opgenomen en samen met toespraken en ander materiaal geplaatst op een speciale website. De officiële kranslegging door politici werd uitgezonden op de NDR.
Toen ik deze uitzending bekeek, werd ik getroffen door de afstand die de verslaggever door zijn taalgebruik creëerde. Het evenement werd duidelijk aan ons ‘uitgezonden’ in plaats van dat wij kijkers deelnamen. Er was sprake van een ‘wij’ die erbij waren en een ‘u’ – het publiek – die er niet bij was. De televisieverslaggeving betrok daarmee de mensen thuis niet bij de herdenking, zoals dat wel gebeurde bij de livestream van de Yom HaShoah-ceremonie in het Verenigd Koninkrijk.
De herdenkingswebsite daarentegen nodigde op verschillende manieren uit tot digitale deelname. Er was een virtueel gastenboek en er stond een lijstje met voorgestelde hashtags, waaronder #bbandme en #bergenbelsen75 (hoewel de tweede geschikter was dan de eerste, die ook veel gebruikt bleek bij foto’s van mensen met hun huisdieren).
Interessant was ook dat een link werd gelegd met het werk van andere Duitse herdenkingslocaties middels de sociale-mediacampagne #befreiung75. Deze campagne, op touw gezet door toenmalig hoofd Onderwijs bij de gedenkplaats concentratiekamp Neuengamme Iris Groschek, liep van januari 2020 tot mei 2020.
Historische locaties die deel uitmaakten van een netwerk van geweld, marteling en moord werden door hashtags en een twitteraccount samengebracht in een netwerk van herinnering. In plaats van één moment van intens gemeenschapsgevoel te creëren, verspreidde men zo het gevoel over een breder publiek en het potentieel bereik over een langere periode.
De vluchtigheid voorbij
Wanneer we ‘herdenkingsevenementen’ definiëren, zien we ze als gebeurtenissen: momenten die wellicht terugkerende handelingen bevatten, maar desondanks in zichzelf uniek en onherhaalbaar zijn. De gevoelens en de betrokkenheid die zij teweegbrengen zijn daarmee intens, maar ook vluchtig. Het verspreiden van het gemeenschapsgevoel door de tijd en de ruimte heen maakt dat de intensiteit niet zo vluchtig is. Daar is wat voor te zeggen. Ik zeg niet dat we dat alleen met digitale middelen kunnen bereiken. We dienen voorzichtig te zijn met de aanname dat digitale media in grotere mate uitnodigen tot ‘participatie’ dan andere media.
De reden hiervoor is dat we altijd al ‘participeerden’ in culturele gebeurtenissen en uitingen, lang vóór de komst van het internet. Het internet biedt ook niet altijd andere of nieuwe vormen van participatie aan. Niettemin zet de notie van de hashtag als distributiemiddel van betrokkenheid ons aan tot nadenken.
De herdenking van de oorlogsslachtoffers bij de Cenotaph in Londen, 2020. Anders dan in voorgaande jaren was er geen publiek aanwezig en maar een select gezelschap genodigden. Foto: MediaPunch Inc / Alamy Stock Photo
Het laat ons nadenken over de temporele begrenzing van herdenkingsevenementen en hoe we hun impact in de toekomst kunnen verruimen, voorbij de vluchtigheid van een specifiek herdenkingsmoment. Het is goed mogelijk dat we dit net zozeer offline als online kunnen bewerkstelligen.
Online herdenken kan grenzen afbreken tussen het exclusieve ‘wij’ van de herdenkingsgemeenschap en ‘de anderen daarbuiten’, en zo de herdenking toegankelijker maken (hoewel goede marketing noodzakelijk blijft om daadwerkelijk een nieuw publiek te bereiken). Maar het digitaliseren van een evenement leidt niet vanzelfsprekend tot meer toegankelijkheid, gemeenschappelijkheid of participatie.
Het simpelweg in leven roepen van een hashtag door een organisatie wil nog niet zeggen dat hij daadwerkelijk in gebruik raakt. Zo bracht de #befreiung75-campagne vooral officiële herdenkingsinstellingen, politici en overlevenden en hun familie samen – niet een breder publiek. Bij het Yom HaShoah-evenement in het Verenigd Koninkrijk gaf de inzet van sociale media deelnemers vooral een plaatsvervangende ervaring voor de normaliter fysiek gehouden bijeenkomst. De ceremoniemeesters hanteerden nog steeds een taal die een specifieke herinneringsgemeenschap afbakent en hun groepsidentiteit versterkt, maar daarmee ook anderen uitsluit.
Als we de betrokkenheid bij herdenkingen duurzamer en inclusiever willen maken, dienen we goed na te denken over de structuur van de evenementen en hoe we media en technologie – digitaal of niet – gebruiken. We moeten er vooral niet van uitgaan dat veranderingen vanzelf komen wanneer we de keuze maken voor een bepaald platform.
Vertaald door Yi Fong Au
Over de auteur
Victoria Grace Walden
Dr. Victoria Grace Walden is senior lecturer in mediastudies en lid van het Weidenfeld-instituut van Joodse studies aan de Universiteit van Sussex. Ze schreef het boek Cinematic Intermedialities and Contemporary Holocaust Memory (2019). Ze beheert de website www.digitalholocaustmemory.com en is onder de naam @Holocaust_digi actief op Twitter.
Verder lezen
Aleida Assmann, Shadows of Trauma: Memory and the Politics of Postwar Identity. New York: Fordham University Press, 2016.
Edward S. Casey, Remembering: A Phenomenological Study (2e editie). Bloomington/Indianapolis: Indiana University Press, 2010.
Paul Connerton, How Societies Remember. Cambridge: Cambridge University Press, 1989.
Émile Durkheim, The Elementary Forms of Religions Life (vertaling Carol Cosman). Oxford: Oxford University Press, 2001 [1912].
Foto boven aan artikel
Onderdeel van de Yom Hashoah-herdenking was het opsteken van een kaars. Bron: YouTube Yom HaShoah UK